Dit wetsvoorstel beoogt een wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in België, met name de bepalingen betreffende de minnelijke en gerechtelijke vereffening en verdeling. Het wetsvoorstel wil de toepassing van deze procedures uitbreiden tot situaties waarin geen sprake is van onverdeeldheid, maar wel van een noodzaak tot liquidatie van rechten, zoals bij huwelijksvermogens of erfenissen. Dit omvat ook aanpassingen aan de regels rond boedelbeschrijvingen en de bevoegdheidsverdeling tussen de vrederechter en de familierechtbank bij geschillen hierover, waarbij een gedeelde bevoegdheid wordt bevestigd. Verschillende wetsartikelen worden specifiek gewijzigd om het onderscheid tussen vereffening en verdeling te benadrukken en de procedures te stroomlijnen. Tenslotte worden ook de rechten van schuldeisers van erfgenamen, inclusief gereserveerde erfgenamen wier rechten tot een waardecompensatie beperkt zijn, aangepast.