donderdag 1 mei 2025

Klacht met betrekking tot het gebruik van de elektronische identiteitskaart (eID) voor toegang tot een containerpark en de transparantie rond deze gegevensverwerking.

Bron GBA

Het document betreft een beslissing van de Geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) over een klacht met betrekking tot het gebruik van de elektronische identiteitskaart (eID) voor toegang tot een containerpark en de transparantie rond deze gegevensverwerking.

De klager diende een klacht in omdat hij vond dat de verantwoordelijke voor het containerpark onvoldoende informatie gaf over het gebruik van zijn persoonsgegevens en twijfelde aan de rechtmatigheid van het gebruik van de eID voor toegang. De klager wilde onder andere weten welke gegevens werden verwerkt, op basis van welke wettelijke grondslag, hoe lang de gegevens werden bewaard, en of er gegevens buiten de EU werden doorgegeven.

De Geschillenkamer oordeelt dat de klacht ongegrond is. De verantwoordelijke had de klager voldoende geïnformeerd en de benodigde gegevens verstrekt, onder andere via het privacybeleid dat ook online beschikbaar was. Er was geen aanwijzing dat de AVG (GDPR) was geschonden.

Wat betreft de rechtmatigheid van het gebruik van de eID: de verwerking van naam en adres via de eID is noodzakelijk om te controleren of iemand recht heeft op toegang tot het containerpark, omdat deze parken worden gefinancierd met gemeentebelastingen. De verwerking is dus gebaseerd op een taak van algemeen belang die aan de gemeente is toevertrouwd.

De klacht wordt daarom zonder verdere behandeling afgesloten. De beslissing wordt gepubliceerd op de website van de GBA, en de klager wordt verwezen naar de mogelijkheden voor verdere stappen zoals uitgelegd in het beleid van de Geschillenkamer.