vrijdag 25 april 2025

Beleidsverklaring Justitie - 13 maart 2025

Bron: beleidsverklaring Justitie - 13 maart 2025 

Doel: Dit briefingdocument biedt een overzicht van de belangrijkste thema's, ideeën en feiten uit de regeringsverklaring met betrekking tot Justitie voor de komende jaren. Het document is bedoeld om een helder beeld te schetsen van de voorgenomen hervormingen en prioriteiten.


Hoofdthema's en Belangrijkste Ideeën/Feiten:

De regeringsverklaring schetst een ambitieuze agenda voor Justitie, gecentreerd rond drie hoofdwerken (werven):

  1. Een slagkrachtige en toegankelijke Justitie: Gericht op het versterken van het justitieapparaat, het centraal stellen van slachtoffers, het verbeteren van de toegang tot het recht en het moderniseren van diverse rechtsdomeinen.
  2. Een correcte en adequate strafbepaling en strafuitvoering: Met de nadruk op rechtvaardig straffen, de effectieve uitvoering van straffen, de strijd tegen criminaliteit (in het bijzonder georganiseerde misdaad en terrorisme) en de versterking van veiligheids- en inlichtingendiensten.
  3. Een humaner detentiebeleid voor meer veiligheid: Aandacht voor de verbetering van de omstandigheden in gevangenissen, het verhogen van de penitentiaire capaciteit en het faciliteren van de re-integratie van gedetineerden.

Gedetailleerde Bespreking per Thema:

1. Een Slagkrachtige en Toegankelijke Justitie

  • Versterking van het Justitieapparaat: De regering streeft naar een "performant, toegankelijk en transparant justitieapparaat, dat de ruggengraat vormt van onze rechtsstaat." Er wordt ingezet op efficiëntere geschillenbeslechting en modernisering.
  • Slachtoffers Centraal:Slachtoffers moeten een "centrale plaats krijgen binnen het gerechtelijk systeem."
  • Er wordt gestreefd naar automatische toekenning van het statuut van benadeelde persoon ("We streven de mogelijkheid na om de logica om te keren en zo de last voor slachtoffers te verlichten, door alle slachtoffers automatisch het statuut van benadeelde persoon toe te kennen."). Een opt-out mogelijkheid wordt overwogen.
  • Slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenfeiten krijgen bijstand van een advocaat voor en tijdens verhoren ("We zorgen dat slachtoffers van ernstige gewelds-delicten en zedenfeiten zowel voor als tijdens hun verhoor een beroep kunnen doen op bijstand door een advocaat."). Er wordt een permanentiesysteem van advocaten naar het voorbeeld van 'Salduz' overwogen.
  • Kosteloze psychologische ondersteuning voor slachtoffers wordt beoogd, waarbij de kosten op de dader verhaald kunnen worden.
  • De rol van DAVO (Dienst Alimentatievorderingen) wordt onderzocht om de inning van schadevergoedingen en alimentatie te verbeteren, met name in gevallen van intrafamiliaal geweld ("Wij onderzoeken in outre une implication obligatoire du SECAL dans les cas de violence intrafamiliale afin d’assurer le recouvrement des pensions alimentaires et de lutter contre la violence économique...").
  • De privacy van slachtoffers wordt beter beschermd door beperking van de opgenomen gegevens in processen-verbaal en veilige opslag van contactgegevens.
  • Het begrip 'noodsituatie' wordt wettelijk verankerd om de bescherming van slachtoffers van seksueel en intrafamiliaal geweld te verbeteren, in relatie tot het beroepsgeheim.
  • De aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie inzake seksueel misbruik zullen worden opgevolgd.
  • De strijd tegen (online) seksuele uitbuiting van kinderen wordt geprioriteerd met voldoende middelen en gespecialiseerde onderzoekers. De omzetting van de herziene EU-richtlijn hieromtrent krijgt prioriteit.
  • De aangiftebereidheid van slachtoffers van gendergerelateerd geweld wordt ondersteund, inclusief de mogelijkheid tot anonieme aangifte en online aangifte via Police-on-web en de MyPolice-app.
  • Risicotaxatie-instrumenten in de strijd tegen gendergerelateerd geweld en feminicide worden verbeterd en geüniformeerd.
  • De werking van Veilige Huizen wordt gefaciliteerd door investering in parketcriminologen.
  • De strijd tegen gedwongen huwelijken, genitale verminking en eergerelateerd geweld wordt voortgezet en de uitbreiding van gespecialiseerde centra wordt onderzocht.
  • Personen met een maatschappelijke functie die slachtoffer zijn van geweld of agressie krijgen betere bescherming.
  • Een Laagdrempelige Justitie:Elke rechtbank van eerste aanleg moet beschikken over een geïntegreerd onthaal voor rechtzoekenden en een welzijnsloket.
  • De werking van de tuchtraad voor gerechtsdeurwaarders en notarissen wordt geëvalueerd en hervormd indien nodig. Het tuchtrecht voor advocaten wordt eveneens hervormd.
  • Er wordt rekening gehouden met burgers met beperkte digitale mogelijkheden door papieren alternatieven te voorzien en fysieke toegang tot informatie en ondersteuning te garanderen. Kiosken voor digitale dossiers worden voorzien in vredegerechten.
  • Zittingen van vredegerechten kunnen in andere overheidsgebouwen plaatsvinden om de nabijheid te waarborgen.
  • De tweedelijns juridische bijstand wordt bestendigd en er wordt gestreefd naar een poule van gespecialiseerde advocaten voor vreemdelingenrecht. Alternatieve geschillenbeslechting wordt gefaciliteerd binnen de juridische bijstand.
  • Een Verbeterde Toegang tot de Rechtsstaat met een Versterkt Grondwettelijk Hof:Kandidaat-rechters (juristen en politici) van het Grondwettelijk Hof worden vooraf gehoord door de Kamer.
  • Rechters-politici moeten een master in de rechten hebben en de vereiste parlementaire ervaring voor politici wordt verhoogd naar acht jaar.
  • De verplichting tot functionele kennis van de andere landstaal wordt ingevoerd voor rechters van het Grondwettelijk Hof.
  • Digitalisering van Justitie: Er wordt verder ingezet op digitalisering om de toegankelijkheid te vergroten en de duurtijd van procedures te verkorten ("Daarom zetten we, onder andere, verder in op de digitalisering van Justitie, door het vergroten van de toegankelijkheid en het verkorten van de duurtijd van allerhande procedures."). Een transversale strategie voor de lange termijn is vereist met samenwerking tussen alle betrokken actoren.
  • Justitie, Meer Dan Strafrecht:Het burgerlijk recht wordt verder gemoderniseerd om te beantwoorden aan hedendaagse maatschappelijke uitdagingen. De werkzaamheden met betrekking tot de boeken 6, 7, 9 en 10 van het Burgerlijk Wetboek worden voortgezet.
  • De ontbrekende titels van boek 2 (personen- en familierecht) worden gemoderniseerd, waarbij ministeriële commissies mogelijk wetsontwerpen voorbereiden. Het afstammingsrecht wordt gemoderniseerd, inclusief de mogelijkheid tot discreet bevallen en een wettelijk kader voor draagvrouwschap (niet winstgevend).
  • Echtscheiding door onderlinge toestemming wordt vereenvoudigd indien er geen minderjarige kinderen betrokken zijn. De uitrol van een ouderschapsplan bij rechterlijke tussenkomst wordt voortgezet.
  • Kinderen die gehoord worden in rechtszaken die hen aanbelangen, moeten in een kindvriendelijke omgeving terechtkomen en worden begeleid door gespecialiseerde advocaten. Het proefproject 'vertrouwenspersoon familierechtbank' wordt verder uitgerold.
  • De regelgeving met betrekking tot het verkrijgen en verliezen van de Belgische nationaliteit wordt aangepast, met een nieuw nationaliteitsexamen (burger- en taaltest), een verhoogde bijdrage, en weigeringsgronden bij gevaar voor openbare orde of nationale veiligheid of bij aanzienlijke fiscale achterstand. De bepalingen rond vervallenverklaring van nationaliteit worden in specifieke gevallen aangepast (georganiseerde criminaliteit, levens- en zedendelicten, verworven nationaliteit binnen 15 jaar, straf > 5 jaar), zonder staatloosheid tot gevolg.
  • De bescherming van consumenten wordt versterkt via digitale oplossingen zoals de verdere ontwikkeling en promotie van JustBan (centraal register van beroepsverboden).
  • Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen wordt geëvalueerd en de digitalisering van documenten via JustAct wordt voortgezet. De mogelijkheden voor een uniforme procedure voor de oprichting van rechtspersonen in één dag worden onderzocht.
  • De wapenwet wordt geëvalueerd en aangepast, onder andere om geluiddempers en nachtkijkers onder bepaalde voorwaarden te legaliseren.
  • Er wordt gewerkt aan een uniform wettelijk kader voor de erkenning van erediensten, in overleg met gefedereerde entiteiten en veiligheidsdiensten.
  • Optimaal Beheer van de Gerechtskosten: Het wetgevend kader van de gerechtskosten wordt herzien en de betaling wordt versneld door optimalisatie van procedures en organisatie. Verplicht gebruik van JustInvoice voor digitale facturatie door gerechtsexperten wordt beoogd. De criteria voor opname in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen worden gespecificeerd om de kwaliteit te garanderen.
  • Een Sterk Rechterlijk Orgaan voor Efficiënte en Kwalitatieve Gerechtelijke Procedures:Meer beheersautonomie voor de rechterlijke orde wordt ingevoerd in ruil voor resultaatsverbintenissen via beheersovereenkomsten en -plannen. Er komt één directiecomité per arrondissement.
  • Een gemeenschappelijk bureau en ondersteunende dienst "Personeel en Organisatie" wordt opgericht.
  • De beheersautonomie kan pas gerealiseerd worden na de vernieuwing van het tucht- en evaluatierecht. De interne en externe controle op de werking van de pijlers binnen Justitie wordt versterkt.
  • De taakverdeling binnen het College van procureurs-generaal wordt herbekeken met het oog op efficiëntere werking.
  • Justitie als Aantrekkelijke Werkgever:Er wordt ingezet op een werkomgeving waarin medewerkers zich gewaardeerd en veilig voelen, met kansen voor ontwikkeling.
  • De verdere uitrol van het sociaal statuut binnen de rechterlijke orde wordt verzekerd, met aandacht voor de continuïteit van de rechtsgang.
  • Het evaluatiesysteem voor magistraten wordt gemoderniseerd met meer focus op feedback en begeleiding. Het tuchtrecht voor magistraten en bijbehorende sancties worden versterkt. De mogelijkheid van een tweede verlenging van mandaten van korpschefs (behalve Brussel en Halle-Vilvoorde) wordt voorzien.
  • De salarisvoorwaarden voor magistraten in opleiding worden verbeterd door anciënniteit meer te valoriseren.
  • De versterking van de rechterlijke orde wordt voortgezet door aanwerving van bijkomende magistraten en gerechtspersoneel om de werkdruk te verminderen.
  • De strijd tegen georganiseerde misdaad en drugscriminaliteit wordt resoluut voortgezet, met aandacht voor terrorisme en radicaal extremisme. Nauwere samenwerking met Europese en internationale partners is noodzakelijk.
  • De inwerkingtreding van het nieuwe Strafwetboek en de voorbereiding van een strafuitvoeringswetboek zijn belangrijke werven. De strafprocedure wordt herzien om de efficiëntie te verbeteren.

2. Een Correcte en Adequate Strafbepaling en Strafuitvoering

  • Rechtvaardig Straffen:Het nieuwe Strafwetboek, gepland voor april 2026, zet in op een breder arsenaal voor straffen op maat en een betere opvolging van daders met psychiatrische stoornissen, nieuwe strafbaarstellingen en strafverzwaringen voor intrafamiliaal geweld, seksueel geweld en terrorisme.
  • Er wordt ingezet op betere dataverzameling en statistisch onderzoek naar criminaliteit en de strafrechtelijke respons om een 'evidence driven' beleid te voeren met als doel recidive te vermijden. De recidivemonitor van het NICC wordt verder geïmplementeerd.
  • Er is meer aandacht voor impactanalyse en monitoring van de strafrechtketen.
  • De straffen voor deelneming aan een criminele organisatie, drugshandel, wapenhandel, werving van minderjarigen en witwassen in georganiseerd verband of door meldingsplichtigen worden verhoogd. De mogelijkheid tot vervallenverklaring van nationaliteit bij veroordeling voor georganiseerde of ernstige criminaliteit wordt overwogen. De strijd tegen wapenhandel wordt geïntensifieerd.
  • Ontsnappen uit de gevangenis en het saboteren van een enkelband worden strafbaar gesteld en leiden tot uitsluiting van elektronisch toezicht voor een bepaalde periode.
  • De regels voor taalkeuze in strafzaken worden gestroomlijnd om dilatoire manoeuvres te voorkomen.
  • De wet betreffende de voorlopige hechtenis wordt herzien, waarbij de raadkamer in bepaalde ernstige zaken (georganiseerde criminaliteit, terrorisme, levensdelicten, illegaal verblijf) om de zes maanden oordeelt over de handhaving, met mogelijkheid tot eerdere vrijlatingsverzoeken.
  • Goede risicotaxatie wordt een centraal aandachtspunt in de gehele justitiële keten, met ontwikkeling van een wetenschappelijke tool.
  • De procedure van de onmiddellijke verschijning wordt geoptimaliseerd om het gevoel van straffeloosheid te vermijden. De toestemming van de verdachte is niet langer vereist.
  • Drugsbehandelingskamers worden verder uitgebreid, het project van jongerenopvolgingskamers wordt geëvalueerd en mogelijk uitgebreid, en gespecialiseerde kamers voor intrafamiliaal en seksueel geweld en cybercriminaliteit worden opgericht. De hulpverlening wordt hierbij betrokken om wachtlijsten aan te pakken.
  • Strafuitvoering als Sluitstuk voor een Rechtvaardige Samenleving:De wet op de externe rechtspositie wordt herzien om de discrepantie tussen opgelegde en effectief uitgezeten straffen te verkleinen. De drempels voor voorwaardelijke invrijheidstelling worden aangepast en de vereiste van een verblijfsrecht wordt verscherpt, met respect voor gelijkheid en non-discriminatie en artikel 3 EVRM, en rekening houdend met de impact op de gevangenispopulatie en begroting. De voorwaarden voor penitentiair verlof en tijdelijke uitgaansvergunningen worden aangescherpt zodra de overbevolking is teruggebracht.
  • De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank wordt verplicht voor bepaalde misdrijven (terrorisme, kindermisbruik) en de mogelijkheid tot verlenging wordt onderzocht.
  • Slachtoffers staan centraal in de strafuitvoering. Veroordeelden van intrafamiliaal geweld, incest, kindermisbruik en tienerpooierschap mogen hun straf niet onder elektronisch toezicht uitzitten in de buurt van hun slachtoffers. Maatregelen worden genomen om te voorkomen dat criminele activiteiten worden voortgezet onder elektronisch toezicht. Voorwaarden kunnen gekoppeld worden aan elektronisch toezicht, zeker bij misbruik van kinderen met beeldmateriaal.
  • De mogelijkheid voor de rechter om een drugs- of alcoholverbod te koppelen aan een controle via de enkelband wordt onderzocht.
  • Een wettelijke grondslag voor de 'slachtofferapplicatie' voor het opvolgen van verblijfs-, plaats- en contactverboden wordt voorzien en uitgebreid naar andere strafuitvoeringsmodaliteiten. Een volledig omgangsverbod met minderjarigen wordt mogelijk voor daders van kindermishandeling. Effectieve opvolging van beroepsverboden wordt mogelijk gemaakt.
  • Financiële Strafuitvoering: Een Buitgerichte Aanpak: Er wordt ingezet op een buitgerichte aanpak om de opbrengsten van criminele activiteiten te ontnemen en verbeurd verklaarde gelden te investeren in de rechtsstaat. Een gestructureerde samenwerking tussen actoren in fiscale en financiële opsporing (volgens het 'follow the value'-principe) wordt opgezet. Het Centraal Orgaan voor de Inbeslagname en de Verbeurdverklaring wordt hervormd en geïntegreerd in een nieuwe multidisciplinaire fiscale en financiële opsporingsdienst (FIOD, onder co-bevoegdheid van de ministers van Financiën en Justitie).
  • De berekening van de terugbetalingscapaciteit van veroordeelden wordt gemoderniseerd en aangepast aan de consumptieprijsindex.
  • Een federaal parket afdeling financiële criminaliteit wordt overwogen.
  • Een Performant Strafregister: Het systeem van de uittreksels uit het strafregister wordt herevalueerd naar aanleiding van het nieuwe Strafwetboek.
  • Videoconferentie tijdens Gerechtelijke Procedures: Het gebruik van videoconferentie bij zittingen van de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling wordt mogelijk gemaakt om het aantal overplaatsingen van gedetineerden te verminderen. Faciliteiten hiervoor in gevangenissen worden voorzien, met respect voor de rechten van slachtoffers en de verdediging.
  • Sterke Veiligheids- en Inlichtingendiensten: Er wordt blijvend geïnvesteerd in de slagkracht van de veiligheids- en inlichtingendiensten (Federale Gerechtelijke Politie, OCAD, Veiligheid van de Staat, Nationaal Drugscommissariaat) met nadruk op samenwerking en informatiedeling in de strijd tegen georganiseerde misdaad, terrorisme en mensensmokkel.
  • De VSSE (Veiligheid van de Staat) blijft prioritair werken op extremisme en terrorisme, investeert in nationale en internationale partnerschappen en blijft de referentiedienst voor spionage, inmenging, sabotage en proliferatie. De bescherming van wetenschappelijk en economisch potentieel via screening van buitenlandse investeringen blijft een rol van de VSSE. De VSSE zal ook inzetten op haar werking in gevangenissen in de context van georganiseerde drugscriminaliteit. De VSSE krijgt de mogelijkheid om dreigingen niet alleen te identificeren maar ook zelf te verstoren (disruptie). Meer mogelijkheden op vlak van artificiële intelligentie en interceptie van communicatie worden voorzien, evenals voorbereiding op crisissituaties en het aantrekken van gespecialiseerde profielen.
  • Een werklastmeting bij de gerechtelijke politie zal de basis vormen voor de verdeling van verhoogde middelen, rekening houdend met bevolking, georganiseerde criminaliteit en terreurdreiging. De kaders van de FGP worden versterkt, met prioriteit voor Antwerpen en Brussel. De aanwerving van zij-instromers wordt vereenvoudigd en de rekrutering van specifieke profielen (financiële experten, cybercrime-specialisten) wordt voortgezet met aangepaste carrièrepaden. Nauwe samenwerking met de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken bij de uitwerking van een nieuwe kadernota Integrale Veiligheid en een nationaal veiligheidsplan.
  • Aanpakken van Georganiseerde Criminaliteit en Terrorisme:Drugs: Er wordt gemikt op een alomvattende strategie ter bestrijding van georganiseerde drugscriminaliteit, met een centrale rol voor het nationaal drugscommissariaat. De focus ligt op de gehele keten (preventie, detectie, repressie, harm reduction, nazorg) via een integrale multidisciplinaire aanpak. Nultolerantie ten aanzien van drugshandel wordt nagestreefd. De beste aanpak voor gebruikers (eventueel via onmiddellijke minnelijke schikking) wordt overwogen, met aandacht voor de volksgezondheid. Drugsbehandelingskamers worden uitgebreid. Het strafrechtelijk beleid inzake ontmanteling van drugslaboratoria wordt versterkt. De straf voor witwassen in georganiseerd verband wordt verzwaard, evenals de straffen voor drugsbaronnen die minderjarigen rekruteren. De nieuwe Europese richtlijn inzake confiscatie ('confiscatie zonder veroordeling') wordt omgezet. De strijd tegen sociale fraude en sociale dumping wordt versterkt. Veroordeelden die rijk werden door criminele activiteiten kunnen bijdragen in de kosten van hun detentie (na volledige schadevergoeding van slachtoffers). De internationale samenwerking in de strijd tegen drugstrafiek (aanwezigheid in landen van oorsprong en transit, zoals Zuid-Amerika) wordt versterkt.
  • Mensenhandel: De strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel wordt opgevoerd, rekening houdend met de aanbevelingen van de commissie inzake mensenhandel. Het multidisciplinaire samenwerkingsmodel wordt geoptimaliseerd. Er wordt samengewerkt met het College van procureurs-generaal om het strafrechtelijk beleid tegen smokkelnetwerken (snelwegparkings, havens, luchthavens) te versterken.
  • Terrorisme: De nog uit te voeren aanbevelingen van de onderzoekscommissie van 22 maart 2016 worden geanalyseerd en vormen de basis voor de versterking van antiterrorismeacties. De mogelijke strafbaarstelling van het verheerlijken van terroristische organisaties (met respect voor vrijheid van meningsuiting) wordt onderzocht. Terroristen die veroordeeld zijn tot een effectieve straf van twee jaar of meer worden blijvend gemonitord na hun straf via een 'verlengde opvolging' (in de geest van het nieuwe Strafwetboek dat de terbeschikkingstelling vervangt). Internationale samenwerking bij de strijd tegen terrorisme (bv. Foreign Terrorist Fighters) wordt benadrukt. "Nous défendrons le point de vue que les combattants terroristes, les foreign terrorist fighters, doivent de préférence être jugés dans le pays où les infractions ont été commises."
  • NICC: Wetenschap voor Justitie: De capaciteit van het NICC inzake ballistisch onderzoek wordt versterkt in de strijd tegen vuurwapengeweld. 'Laboratoria voor criminologie' worden opgericht binnen het NICC om wetenschappelijke ondersteuning in prioritaire domeinen te versnellen.
  • Verhoogde Verkeersveiligheid: Er wordt gestreefd naar de doelstellingen van 'Vision Zero' (geen verkeersdoden tegen 2050).
  • Aanpak van Recidive en Uitwisseling tussen Lidstaten: Een ambitieuze verkeersveiligheidsstrategie wordt ingezet met snellere en strengere aanpak van verkeersovertreders, met extra focus op recidivisten en zware overtredingen. Handhaving gebeurt datagericht, met aandacht voor risicovolle locaties en tijdstippen. Meer inzet op de identificatie van de werkelijke bestuurder. Een nationale aanpak met een veelplegersdatabank voor alle verkeersinbreuken komt er (in samenwerking met gefedereerde entiteiten). De Kruispuntbank van de rijbewijzen (Mercurius) zorgt voor geactualiseerde informatie. De finale ambitie is een volledig digitaal beheer van het rijbewijs, inclusief digitale intrekking en het door de rechter opgelegde rijbewijs-slot (proefproject).
  • Aanpak van Verkeersonveiligheid: Streng optreden tegen gsm-gebruik achter het stuur met specifieke software voor camera-analyse (met respect voor privacy). Datavisualisatie (dashboards) wordt ingezet om de strafrechtelijke aanpak van verkeersinbreuken te versterken.

3. Naar een Humaner Detentiebeleid voor Meer Veiligheid

  • De erbarmelijke omstandigheden en overbevolking in Belgische gevangenissen worden als "ronduit dramatisch en onhoudbaar" beschouwd. Noodmaatregelen van de vorige legislatuur zijn geen duurzame oplossing en leiden ertoe dat straffen niet volledig worden uitgevoerd. België werd reeds veroordeeld voor inhumane omstandigheden. Een gezamenlijke inspanning met gefedereerde en federale partners is noodzakelijk.
  • Capaciteit van de Penitentiaire Instellingen:Een structurele nulmeting op basis van internationale criteria wordt uitgevoerd om de effectief beschikbare capaciteit te optimaliseren. Een evenwichtige spreiding via een goed plaatsing- en transferbeleid (rekening houdend met politie) wordt nagestreefd. Maximale benutting van de huidige capaciteit door snelle uitvoering van herstelwerken.
  • Bijkomende capaciteit wordt onderzocht, niet alleen kwantitatief maar ook met oog op het humane karakter van de detentie ("Een humane detentie is enkel mogelijk als de leefomstandigheden van de gedetineerden aanvaardbaar zijn en elke gedetineerde minstens over een bed beschikt."). De uitvoering van goedgekeurde masterplannen (evaluatie van masterplan IIIbis, opstelling van masterplan IV) wordt voortgezet, met de Regie der Gebouwen als belangrijkste partner.
  • Kleinschalige detentie (transitie- en detentiehuizen) wordt uitgebreid, met aandacht voor informatieverstrekking en ondersteuning van lokale besturen en buurtbewoners. Differentiatie van detentiehuizen op basis van doelgroepen (first offenders, jongvolwassenen, psychisch kwetsbaren, ouders met kind, vrouwen) wordt beoogd voor betere begeleiding en re-integratie.
  • De mogelijkheid tot het huren, kopen of bouwen van gevangeniscapaciteit in het buitenland voor gedetineerden zonder verblijfsrecht wordt verkend, met onderhandelingen met Europese rechtsstaten.
  • Op korte termijn wordt de inzet van geprefabriceerde modulaire eenheden op bestaande gevangenissites en het langer openhouden van oudere gevangenissen onderzocht.
  • Een samenwerkingsakkoord met gefedereerde entiteiten en betrokken actoren (gezondheid, welzijn, onderwijs) wordt beoogd voor een geïntegreerde aanpak.
  • De terugkeer van gedetineerden naar hun land van herkomst wordt geprioriteerd en gemaximaliseerd, in samenwerking met de bevoegde diensten. Bilaterale contacten met landen zoals Albanië en Algerije worden nagestreefd.
  • Een sluitend juridisch kader voor de 'interne rechtspositie' van geïnterneerden in inrichtingen, met rechten en plichten, wordt uitgewerkt met de minister van Volksgezondheid.
  • Meer Zorg voor Gedetineerden en Hun Re-integratie:Een gevangenisstraf moet zinvol zijn en gericht op reclassering en re-integratie om recidive te vermijden. De functie van detentiebegeleider wordt gefaseerd ingevoerd in bestaande gevangenissen.
  • Het aanbod van opleidingen in gevangenissen wordt versterkt en beter afgestemd op de arbeidsmarkt. Samenwerking met VDAB, FOREM en Actiris wordt gezocht. Het recht op sociale bescherming voor gedetineerden wordt bekeken. De mogelijkheid tot het openen van een bankrekening en het beheer van financiële middelen tijdens detentie wordt onderzocht.
  • Er wordt ingezet op drugsvrije afdelingen (drugbehandelingsafdelingen). Verplichte drugstesten buiten therapeutische context in gevangenissen en transitie- en detentiehuizen worden wettelijk mogelijk gemaakt, met opvolging en eventuele disciplinaire gevolgen bij positieve testen.
  • Investeringen in forensische detentiecentra (FDC's) voor gedetineerden met ernstige psychische aandoeningen worden gedaan (afhankelijk van budgettaire middelen). Het Klinisch Observatiecentrum in de gevangenis van Haren wordt geopend om psychiatrische aandoeningen bij verdachten in te schatten.
  • Goede risicotaxatie tijdens detentie is cruciaal voor re-integratie en recidivepreventie. Meer inzet op wetenschappelijk onderbouwde taxatie-instrumenten en opleiding van psychologen en maatschappelijk assistenten.
  • Psychosociale begeleiding in gevangenissen wordt versterkt om reclasseringsdossiers voor te bereiden en de Strafuitvoeringsrechtbanken worden versterkt om dossiers sneller af te handelen en de doorstroming te versnellen.
  • Mogelijkheden tot differentiatie van detentieregimes en een wettelijk kader voor drugstesten worden onderzocht.
  • De invoering van een gegarandeerde minimale dienstverlening vanaf de eerste dag van een staking in gevangenissen wordt voorzien.

Conclusie:

De regeringsverklaring presenteert een breed en ambitieus plan voor de hervorming van Justitie in België. De nadruk ligt op het versterken van de rechtsstaat, het centraal stellen van slachtoffers, een efficiëntere en rechtvaardigere strafbedeling, de strijd tegen criminaliteit en een humaner detentiebeleid gericht op re-integratie. De succesvolle implementatie van deze plannen vereist een nauwe samenwerking tussen verschillende overheidsniveaus, de rechterlijke orde, veiligheidsdiensten en andere betrokken actoren. De budgettaire impact van de voorgestelde maatregelen zal nauwlettend in het oog gehouden moeten worden.