vrijdag 25 april 2025

Beleidsnota Justitie - 22 april 2025

 Bron beleidsnota Justitie - 22 april 2025

Doel: Dit briefingdocument geeft een overzicht van de belangrijkste thema's, ideeën en concrete acties die het Belgische justitiebeleid voor de periode 2024-2025 bepalen, zoals uiteengezet in de verstrekte bron. Het document is gestructureerd volgens de drie hoofdwerften die in de inleiding van het beleidsdocument worden genoemd.


Inleiding: Drie Richtinggevende Werven

De start van de nieuwe legislatuur definieert drie inhoudelijke werven die het justitiebeleid de komende jaren zullen sturen:

  1. Een slachtoffergerichte en toegankelijke, moderne Justitie voor elke burger: Dit omvat maatregelen om de rechten van slachtoffers te versterken, de toegang tot justitie te verbeteren en justitie te moderniseren door digitalisering en efficiëntere procedures.
  2. Veiligheid als basis, rechtvaardigheid als kompas met een consequente en geloofwaardige strafuitvoering: Deze werf richt zich op de bestrijding van criminaliteit, met bijzondere aandacht voor georganiseerde misdaad en terrorisme, en op een effectieve en rechtvaardige strafuitvoering die recidive tegengaat.
  3. Een humaan detentiebeleid: Dit behelst het verbeteren van de omstandigheden in gevangenissen, het bevorderen van de re-integratie van gedetineerden en het aanpassen van het beleid aan de noden van geïnterneerden.

De bron benadrukt dat deze drie werven "onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en gelijktijdige inzet vereisen om tot een veiligere samenleving te komen." In 2025 zullen op elk van deze werven de eerste stappen met concrete acties worden gezet, voortbouwend op eerdere initiatieven of door het onderzoeken van nieuwe beleidsopties.

Werf 1: Slachtoffergerichte en Toegankelijke, Moderne Justitie

Deze werf omvat een breed scala aan acties gericht op het versterken van de positie van slachtoffers, het verbeteren van de toegang tot justitie en het moderniseren van de werking van justitie.

Betere bescherming van de rechten van slachtoffers:

  • Automatisch statuut van benadeelde persoon: Er wordt geanalyseerd hoe de huidige logica, waarbij slachtoffers het statuut van benadeelde persoon moeten aanvragen, kan worden omgekeerd. Het principe zou worden dat "in principe alle slachtoffers automatisch het statuut van benadeelde persoon toe te kennen." Slachtoffers die geen informatie wensen te ontvangen, moeten de mogelijkheid krijgen om dit aan te geven (opt-out). De impact hiervan op politie, justitie en gemeenschappen zal worden geanalyseerd.
  • Verbetering van de schadeloosstelling: De evaluatietabel van schadevergoedingen zal worden herzien. De oprichting van een garantiefonds voor slachtoffers van terrorisme wordt gesteund, met als doel een snelle en volledige vergoeding. Er wordt gewerkt aan de effectieve oprichting van het enig loket voor deze slachtoffers, zoals voorzien in de wet van 3 mei 2024.
  • Rol van DAVO (Dienst Alimentatievorderingen): Samenwerking met de minister van Financiën wordt gezocht om te onderzoeken hoe DAVO zich kan "subrogeren in de rechten van elk slachtoffer aan wie een schadevergoeding wordt toegekend door de rechtbank." Daarnaast wordt een verplichte inschakeling van DAVO bij intra-familiaal geweld overwogen om de inning van alimentatie te waarborgen en economisch geweld tegen te gaan, met respect voor de privacy van slachtoffers.
  • SECAL (Service Central d'Aide aux Victimes): De expertise en het lokale netwerk van SECAL worden erkend als cruciaal voor de ondersteuning van slachtoffers. Er wordt op toegezien dat slachtoffers een vlotte toegang tot deze hulp hebben.
  • Respect voor de privacy van slachtoffers: Er wordt gesensibiliseerd binnen politie en bij experten om zorgvuldig om te gaan met slachtoffergegevens in processen-verbaal. Contactgegevens mogen enkel toegankelijk zijn voor bevoegde personen. Digitaal wordt gewerkt aan equivalenten van slachtofferfiches in het kader van voorlopige hechtenis en strafuitvoering, die gescheiden blijven van het juridische dossier. De impact hiervan zal in 2025 worden geëvalueerd.
  • Bescherming tegen gevoelig beeldmateriaal: Er wordt onderzocht hoe kan worden vermeden dat "gevoelig beeldmateriaal, zoals beelden van misbruik, automatisch wordt toegevoegd aan het dossier dat door de betrokkene kan worden ingekeken." Preventie, sensibilisering en technologische hulpmiddelen worden hierbij overwogen, met inachtneming van de rechten van de verdediging en de belangen van slachtoffers.
  • Beroepsgeheim bij seksueel en intrafamiliaal geweld: Het wettelijk kader rond het beroepsgeheim wordt geanalyseerd om te bepalen of dit de bescherming van slachtoffers van seksueel of intrafamiliaal geweld in de weg staat en of bijkomende wetgevende initiatieven nodig zijn.
  • Behandeling van seksuele delinquenten en omgangsverbod: Er wordt samengewerkt met gefedereerde entiteiten om de begeleiding en behandeling van seksuele delinquenten te verbeteren en het risico op recidive te verminderen. Een wettelijk kader dat de rechter de mogelijkheid biedt om een volledig omgangsverbod met minderjarigen op te leggen aan daders van kindermishandeling wordt voorbereid.
  • Opvolging van de parlementaire onderzoekscommissie inzake seksueel misbruik: Een plan van aanpak voor de opvolging en uitvoering van de aanbevelingen van deze commissie wordt opgesteld.
  • Strijd tegen (online) seksuele uitbuiting van kinderen: De mogelijkheden voor politiemensen om virtuele profielen te gebruiken in gerechtelijke onderzoeken hiernaar worden onderzocht, en het wettelijk kader zal waar nodig worden uitgebreid. De omzendbrief "Cybergeweld" binnen het expertisenetwerk Criminaliteit tegen personen van het College van Procureurs-Generaal is in opmaak. De herziening van de Europese richtlijn ter versterking van het strafrecht inzake seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen wordt ondersteund.
  • Ondersteuning van aangiftebereidheid bij gendergerelateerd geweld: Mogelijkheden voor anonieme aangifte (met respect voor de rechten van verdediging) worden gecreëerd. Er wordt gesensibiliseerd rond online aangifte van fysiek geweld via Police-on-web en de bekendmaking van de MyPolice-app wordt bevorderd. Een vergelijkende analyse van Europese diensten voor online aangifte van seksueel geweld zal eind 2025 door de politie worden uitgevoerd om best practices te identificeren.
  • Implementatie van de "Méndez Principles": Het proces van validering van deze principes voor niet-dwingende, relationele verhoren wordt voortgezet, en een eerste opleiding voor opleiders-docenten inzake verhoor (minderjarigen en meerderjarigen) wordt georganiseerd in 2025.
  • Verbetering en toegankelijkheid van risicotaxatie-instrumenten: In overleg met de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken wordt gewerkt aan het verbeteren, afstemmen en toegankelijk maken van risicotaxatie-instrumenten in de strijd tegen gendergerelateerd geweld, voortbouwend op de werkzaamheden van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Uniforme instrumenten worden onderzocht.
  • Toepassing van de risicotaxatie-tool COL 15 bij intrafamiliaal geweld: Vanaf 2025 zal de politie deze tool direct op het terrein kunnen invullen via een nieuwe IFG-applicatie in FOCUS@GPI.
  • Optimalisatie van het mobiele stalkingalarm: De technische aspecten van dit alarm worden geoptimaliseerd, rekening houdend met de verschillende fases van de procedure waarin het alarm wordt gebruikt. Overleg met gefedereerde entiteiten is nodig voor een landelijke toepassing. Synergie met andere beschermingssystemen en afstemming met de slachtofferaplicatie gekoppeld aan elektronisch toezicht worden gezocht.
  • Versterking van de Rechterlijke Orde: Binnen de budgettaire mogelijkheden wordt voorzien in parketcriminologen om de werking van de Veilige Huizen te faciliteren.
  • Bestrijding van gedwongen huwelijken, genitale verminking en eergerelateerd geweld: Samenwerking met het College van Procureurs-Generaal en de ministers van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid wordt gezocht om de strijd op te voeren, voortbouwend op de bestaande omzendbrief. De uitbreiding van gespecialiseerde centra en de aanpak met betrekking tot genitale verminking wordt verkend.

Een toegankelijke en moderne Justitie voor elke burger:

  • Verkorting van de doorlooptijd van gerechtelijke procedures: In 2025 starten een grondige denkoefening en overleg met stakeholders op het terrein om hefbomen te identificeren die de behandeling van zaken kunnen versnellen.
  • Ondersteuning van initiatieven voor het beheer en de vermindering van de gerechtelijke achterstand: Een plan van aanpak met drie fasen wordt vooropgesteld.
  • Verbetering van de toegang tot justitie voor niet-digitale burgers: Alternatieven op papier blijven beschikbaar, en de toegankelijkheid van justitiegebouwen voor informatie en ondersteuning wordt gewaarborgd. In vrederechterskantoren blijven informatiekiosken beschikbaar voor gedigitaliseerde dossiers.
  • Rationalisatie van het vastgoedpatrimonium van Justitie: De vrijgekomen middelen worden prioritair geïnvesteerd in het overige vastgoed. Deze hervorming wordt in 2025 voorbereid.
  • Evaluatie van hervormingen van notaris- en gerechtsdeurwaardersberoep: De reeds uitgevoerde hervormingen worden geëvalueerd om ze waar nodig aan te passen. Overleg met de voorzitters van de hervormde tuchtraad voor gerechtsdeurwaarders en notarissen vindt plaats om operationele uitdagingen te bespreken.
  • Veilige en functionele gerechtsgebouwen: In samenspraak met alle betrokken actoren wordt gewerkt aan een plan om de veiligheid van bezoekers en personeel te verbeteren, met aandacht voor toegankelijkheid, samenvoeging van diensten, digitalisering en specifiek slachtofferonthaal en -bescherming. Het systeem van slachtofferonthaal zal worden geëvalueerd.
  • Transversale samenwerking en overleg voor ICT-beleid: Een gedragen en realistische langetermijnvisie en -strategie voor ICT vereist nauwe samenwerking tussen alle ICT-actoren, gebruikers en de verschillende pijlers van de Rechterlijke Orde, gevangenissen, federale en gefedereerde partners, justitiehuizen en beroepsgroepen. Een portfoliomanagement wordt opgezet bij de FOD Justitie om input van alle betrokkenen te integreren en projecten te rationaliseren en prioriteren.

Justitie, meer dan strafrecht:

  • Modernisering van het burgerlijk recht: Er wordt gestreefd naar verdere modernisering om te beantwoorden aan hedendaagse maatschappelijke uitdagingen en de behoeften van burgers en bedrijven.
  • Voorontwerp van wet tot wijziging van diverse bepalingen: In 2025 wordt een alomvattend voorontwerp ingediend om juridisch-technische knelpunten in strafrecht, burgerlijk recht en gerechtelijk recht aan te pakken ("quick-wins").
  • Voortzetting van de modernisering van het Burgerlijk Wetboek: In samenwerking met hervormingscommissies wordt gewerkt aan een vernieuwd Burgerlijk Recht dat burgers en ondernemingen beter beschermt.
  • Modernisering van het afstammingsrecht: Rekening houdend met internationaal en Europees recht en de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof wordt gewerkt aan het wegwerken van discriminatie in het afstammingsrecht.
  • Onderzoek naar discreet bevallen: Conform het Regeerakkoord wordt onderzocht hoe dit wettelijk mogelijk kan worden gemaakt, waarbij de moeder anoniem kan bevallen maar het kind op latere leeftijd de identiteit van de biologische moeder kan achterhalen via een onafhankelijke instantie.
  • Afschaffing van anonimiteit van sperma- en eiceldonoren: In lijn met het Regeerakkoord en in samenwerking met de minister van Volksgezondheid wordt de afschaffing voor de toekomst onderzocht, met een billijke overgangsmaatregel voor donaties uit het verleden, conform het arrest van het Grondwettelijk Hof.
  • Verplichte mediation bij bepaalde familiale conflicten: De mogelijkheid wordt onderzocht om mediation verplicht te maken in bepaalde familiale conflicten waar de wet een regeling door een rechter vereist, in nauwe samenwerking met lokale besturen.
  • Voorbereiding van de uitrol van een ouderschapsplan: In 2025 wordt de uitrol voorbereid, waarbij scheidende ouders met tussenkomst van een rechter zoveel mogelijk afspraken maken over de verdere opvoeding van hun kind.
  • Kindvriendelijke omgeving voor het horen van kinderen in rechtszaken: Er wordt onderzocht in hoeverre het proefproject "vertrouwenspersoon familierechtbank" van de familierechtbank te Gent verder kan worden uitgewerkt, rekening houdend met de rechtspraak. De impact van een dergelijke hervorming wordt geanalyseerd in overleg met betrokken actoren.
  • Hervorming van het nationaliteitsrecht: In navolging van het nieuwe Strafwetboek wordt een hervorming opgestart, binnen de grenzen van Europees en internationaal recht, met als doel strengere vereisten voor het verkrijgen van de Belgische nationaliteit en een uitbreiding van de mogelijkheden tot verlies van nationaliteit bij veroordeling voor zeer ernstige misdrijven.
  • Toegang tot nationaliteit: Verhoging van de bijdrage voor de nationaliteitsverklaring naar 1000 euro, hervorming van de burgerschapstest en de taaltest (in overleg met gefedereerde entiteiten). Onderzoek naar wetswijzigingen om toegang te weigeren aan personen die een gevaar vormen voor de openbare orde of nationale veiligheid, of een aanzienlijke fiscale achterstand hebben.
  • Verlies van nationaliteit: Bekeken wordt hoe de vervallenverklaring van nationaliteit in bepaalde gevallen wettelijk kan worden uitgewerkt, met name bij veroordeling voor georganiseerde misdaad (met leidinggevende rol) of levens- en zedendelicten, indien de nationaliteit in de voorafgaande 15 jaar is verkregen en de opgelegde straf meer dan vijf jaar bedraagt (zonder staatloosheid tot gevolg).
  • Versterking van de consumentenbescherming door digitale oplossingen: JustBan, het centraal register voor beroepsverboden, wordt verder uitgebouwd en gepromoot.
  • Evaluatie van de wetgeving inzake vennootschappen en verenigingen en insolventie: In 2025 wordt deze wetgeving geëvalueerd met het oog op optimalisering op basis van praktijkervaringen, met als doel efficiëntere insolventieprocedures en meer opties voor ondernemingen en schuldeisers. Er wordt ook gekeken naar administratieve vereenvoudiging en naar specifieke noden van de non-profitsector.
  • Meer beheersautonomie voor de Rechterlijke Orde: In ruil voor resultaatverbintenissen via beheersovereenkomsten en beheersplannen wordt meer autonomie gegeven. Binnen een taskforce wordt de oprichting van één directiecomité per arrondissement onderzocht, dat een geconsolideerd beheersplan opstelt en uitvoert voor de rechtbank van eerste aanleg, de arbeids- en ondernemingsrechtbank.
  • Vernieuwing van het tucht- en evaluatierecht voor de magistratuur: Dit is een voorwaarde voor de beheersautonomie. Interne en externe controle op de werking van Justitie (beheer, management, beleidsstructuren, budgettaire verantwoording) worden versterkt.
  • Verbetering van de arbeidsvoorwaarden en aantrekken van magistraten: De salarissen tijdens de gerechtelijke stage worden verbeterd door anciënniteit meer te waarderen (extra budget vanaf 2025). Overleg met betrokken actoren start in 2025 om een plan van aanpak uit te werken om meer ervaren profielen aan te trekken.
  • Investeren in de opleiding van magistraten en gerechtspersoneel: In overleg met het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding (IGO) worden de noden voor de komende vijf jaar bepaald om een groeipad op te stellen, de werking van het IGO te garanderen en het opleidingsaanbod af te stemmen op de noden van het terrein. De compensatie van bijdragen van het IGO aan de pool der parastatalen wordt onderzocht.
  • Opvolging van het nieuwe sociaal statuut voor de magistratuur: De inwerkingtreding wordt nauw gevolgd, met aandacht voor de continuïteit van de rechtsgang.
  • Modernisering van het evaluatiesysteem voor magistraten: Meer focus op continue feedback en begeleiding. De Hoge Raad voor de Justitie wordt gevraagd om in 2025 een voorstel uit te werken om de evaluatiecriteria aan te passen. Een wetsontwerp met de Adviesraad van de Magistratuur wordt voorbereid om het tuchtrecht en de sancties te hervormen. De mogelijkheid van een tweede verlenging van de mandaten van korpschefs (uitgezonderd Brussel en Halle-Vilvoorde) wordt geanalyseerd.

Werf 2: Veiligheid als Basis, Rechtvaardigheid als Kompas

Deze werf richt zich op de strijd tegen criminaliteit, terrorisme en verkeersonveiligheid, met de nadruk op een rechtvaardige strafrechtsbedeling en effectieve strafuitvoering.

Rechtvaardig straffen:

  • Invoering van het nieuwe Strafwetboek: Een regelgevend kader wordt geïntroduceerd om de effectieve inwerkingtreding in april 2026 te verzekeren. Er wordt geanticipeerd op de nieuwe straffen en maatregelen door in te zetten op penitentiaire capaciteit en door prioriteit te geven aan doortastendheid en kwaliteit.
  • Voorbereiding van een nieuw Strafuitvoeringswetboek: In afwachting hiervan wordt in 2025 een wetsontwerp voorbereid dat een consolidatie op het vlak van strafuitvoering beoogt. De hervorming en professionalisering van de probatiecommissie wordt voorbereid. Overleg hierover vindt plaats met het Openbaar Ministerie en het College van Hoven en Rechtbanken.
  • Afstemming van andere regelgeving op het nieuwe Strafwetboek: De andere FOD's en gefedereerde entiteiten zijn gecontacteerd om hun regelgeving aan te passen.
  • Evidence-driven beleid: Er wordt ingezet op betere en transversale dataverzameling en statistisch onderzoek naar criminaliteit en de strafrechtelijke respons om een wetenschappelijk onderbouwd beleid te voeren dat recidive vermijdt. De recidivemonitor van het NICC wordt verder geïmplementeerd, met de oplevering van het prototype op basis van het Centraal Strafregister in 2025 en verdere uitbreiding en koppeling met andere databanken in de komende jaren.
  • Aandacht voor impactanalyse en monitoring van de strafrechtketen: Om de gevolgen van beleidsbeslissingen goed te kunnen inschatten en de implementatie af te stemmen op de capaciteit van alle stakeholders, wordt meer aandacht besteed aan impactanalyse en monitoring.
  • Striktere bestraffing van ernstige vormen van criminaliteit: In 2025 starten werkzaamheden om bepaalde gedragingen in het nieuwe Strafwetboek strenger te bestraffen, zoals deelneming aan een criminele organisatie, drugshandel, wapenhandel, werving van minderjarigen en witwassen (in de context van criminele organisaties of door meldingsplichtigen), zonder de proportionaliteit uit het oog te verliezen. Het verval van nationaliteit wordt hierbij ook bekeken. De strijd tegen illegale wapenhandel wordt opgevoerd.
  • Strafbaarstelling van ontsnapping uit gevangenis en sabotage van enkelbanden: Nog in 2025 wordt dit strafbaar gesteld. In het kader van de hervorming van de strafuitvoering wordt meegenomen dat betrokkenen gedurende een wettelijk vastgestelde periode niet meer in aanmerking komen voor elektronisch toezicht.
  • Stroomlijning van de regels voor taalkeuze in strafzaken: De wet op het gebruik der talen in gerechtszaken wordt gewijzigd zodat eenzelfde betrokkene slechts één keer de taalkeuze kan maken.
  • Versnelling van onderzoeken en modulering van de interventie van de raadkamer: In samenwerking met stakeholders wordt onderzocht hoe onderzoeken efficiënter kunnen verlopen en de voorhechtenis minder lang hoeft te duren. De mogelijkheid wordt bekeken om de wet betreffende de voorlopige hechtenis te herzien om de interventie van de raadkamer te moduleren. Voor bepaalde ernstige misdrijven wordt de mogelijkheid bekeken dat de raadkamer om de zes maanden oordeelt over het handhaven van de voorlopige hechtenis, met mogelijkheid tot eerdere vrijlatingsverzoeken.
  • Goede risicotaxatie als centraal aandachtspunt in de justitiële keten: Wetenschappelijke middelen worden gebruikt om risico's te beoordelen bij beslissingen over bepaalde criminaliteit (seksueel en intrafamiliaal geweld, belaging, terrorisme, radicalisering).
  • Voortzetting van drugsbehandelingskamers en uitbreiding van jongerenopvolgingskamers: De mogelijkheid tot verdere uitbreiding van drugsbehandelingskamers wordt onderzocht. Het project van de jongerenopvolgingskamers wordt geëvalueerd en de toepassing ervan uitgebreid. Op termijn komen er gespecialiseerde kamers voor intrafamiliaal en seksueel geweld, cybercriminaliteit en cyberpesten. De hulpverlening wordt betrokken om wachtlijsten aan te pakken.

Strafuitvoering als sluitstuk voor een rechtvaardige samenleving:

  • Wijziging van de drempels voor voorwaardelijke invrijheidstelling: Zodra de structurele maatregelen tegen overbevolking effect hebben, zullen in samenspraak met de deskundigencommissie voor het nieuwe Strafuitvoeringswetboek de drempels in de wet op de externe rechtspositie worden gewijzigd, rekening houdend met gelijkheid, non-discriminatie, artikel 3 EVRM, impact op gevangenispopulatie en begroting, en coherentie met het nieuwe wetboek. De vereisten voor verblijfsrecht bij strafuitvoeringsmodaliteiten en de voorwaarden voor penitentiair verlof en tijdelijke uitgaansvergunningen worden aangescherpt, rekening houdend met non-discriminatie.
  • Mogelijkheid tot rechterlijk drugs- of alcoholverbod gekoppeld aan enkelband: Overleg met gefedereerde entiteiten hierover vindt plaats.
  • Wettelijke basis voor slachtofferaplicatie bij strafuitvoeringsmodaliteiten: De rechter krijgt de mogelijkheid om deze applicatie op te leggen voor het opvolgen van verblijfs-, plaats- en contactverboden, en deze mogelijkheid wordt uitgebreid naar andere modaliteiten.
  • Volledig omgangsverbod met minderjarigen voor daders van kindermishandeling: Mogelijk gemaakt wordt dit, en er wordt bekeken hoe parket en politie kennis kunnen hebben van de beroeps- en andere activiteiten van de (vermeende) dader om een effectieve opvolging van beroepsverboden mogelijk te maken.
  • Aanpassing van de dotatieregeling voor de Gemeenschappen: Er wordt gestreefd naar een jaarlijkse herberekening (in plaats van driejaarlijks) van de dotatie, rekening houdend met het aantal, de aard en de complexiteit van de opdrachten, en een aanpassing op basis van de evolutie van de consumptieprijsindex. Samenwerking met de premier en de ministers van Financiën en Begroting is nodig om de hervorming van de bijzondere financieringswet snel in 2025 te kunnen voorstellen.
  • Financiële strafuitvoering: buitgerichte aanpak: De focus blijft op het ontnemen van criminele opbrengsten en het investeren van verbeurdverklaarde gelden in de rechtsstaat.
  • Gestructureerde samenwerking bij fiscale en financiële opsporing: Tussen verschillende actoren wordt dit opgezet om de identificatie en recuperatie van criminele vermogens te optimaliseren ("follow the value"). Samen met de minister van Financiën wordt gewerkt aan de hervorming van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagname en de Verbeurdverklaring (COIV) in samenwerking met de nieuw op te richten FIOD (onder co-bevoegdheid van de ministers van Financiën en Justitie). In afwachting hiervan wordt in 2025 gestart met de uitvoering van de wet van 18 april 2024 houdende optimalisatie van de werking van het COIV en het Overlegorgaan voor de coördinatie van de invordering van niet-fiscale schulden in strafzaken. Onderzoek naar verdere versterking van de buitgerichte aanpak in gecoördineerde samenwerking tussen Justitie, FIOD en de Invorderingsdiensten van de FOD Financiën.
  • Verdere uitrol van de geautomatiseerde inning van geldboetes: Een gefaseerde lancering in een pilootproject is voorzien in het laatste trimester van het jaar. Politie en douane krijgen toegang tot de databank van onbetaalde boetes om deze te kunnen innen bij controles.
  • Prioritaire affectatie van meeropbrengsten uit efficiëntere vervolging en inning: Deze worden bij de jaarlijkse begrotingsopmaak prioritair bestemd voor de dekking van budgettaire noden en investeringen bij de veiligheidsdepartementen (Binnenlandse Zaken en Justitie).
  • Oprichting van een afdeling financiële criminaliteit binnen het federaal parket: De mogelijkheid hiertoe wordt bekeken.
  • Ontwikkeling en testing van het MonFin-project door de Federale Politie: Dit project is gericht op financiële monitoring om risicorechtspersonen in het kader van fraude, witwassen enz. op te sporen. Gespecialiseerde opleidingen voor onderzoekers worden voorzien in samenwerking met de Italiaanse Guardia di Finanza en het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding.
  • Performant strafregister: Een nieuwe evaluatie van het systeem van uittreksels is aan de orde naar aanleiding van de inwerkingtreding van het nieuwe Strafwetboek in april 2026. Dit omvat de herziening van vermeldingen van maatregelen en verboden, de aanmaak van een specifiek model voor kwetsbare volwassenen en de wijze van opname (automatisch of na rechterlijke beslissing).

Sterke veiligheids- en inlichtingendiensten:

  • VSSE (Veiligheid van de Staat):Blijft prioritair werken op extremisme en terrorisme en investeren in nationale en internationale partnerschappen.
  • Blijft de referentiedienst voor dreigingen van spionage, inmenging, sabotage en proliferatie.
  • Zet in op de bescherming van wetenschappelijk en economisch potentieel, onder andere via screening van buitenlandse investeringen.
  • Zal zich inzetten op specifieke werking in gevangeniscontext en opvolging van georganiseerde criminaliteit met staatsondermijnende aspecten.
  • Voorzien wordt dat de VSSE dreigingen niet alleen kan identificeren, maar ook zelf kan verstoren door de voorbereiding van een wettelijk kader, efficiënter gebruik van VSSE-info in gerechtelijke en administratieve procedures en investeringen in bescherming van agenten en werking in het buitenland.
  • Hervormingstrajecten binnen de VSSE (bv. IT-architectuur) worden verdergezet.
  • De voorbereidingen van het eengemaakt statuut binnen de VSSE worden voortgezet.
  • Aanpassingswerken in het gebouw ten behoeve van de VSSE zullen in 2025 plaatsvinden in afwachting van de verhuis naar een nieuw gebouw.
  • De integratie van de NVO binnen de VSSE wordt gerealiseerd, met de reeds goedgekeurde budgetten.
  • Justipol: De samenwerkingsplatform tussen de Geïntegreerde Politie en Justitie wordt versterkt, met nadruk op versterkte afstemming tussen procureurs-generaal, de Geïntegreerde Politie en de ministers van de gefedereerde entiteiten over de vervolging van inbreuken op hun regelgeving.
  • Federale Gerechtelijke Politie (FGP): Er wordt een meting van de werklast voorbereid. Op basis hiervan zullen extra middelen worden verdeeld, rekening houdend met bevolking, aanwezigheid en impact van georganiseerde criminaliteit en terreurdreiging (prioriteit voor Antwerpen en Brussel). Het organiek kader van de Directie van de Speciale Eenheden (DSU) wordt verder ingevuld.
  • Rekrutering van specifieke profielen: De inspanningen voor actieve rekrutering van financiële experten en cybercrime-specialisten worden voortgezet.
  • Nieuwe kadernota Integrale Veiligheid en Nationaal Veiligheidsplan: Worden uitgewerkt in nauwe samenwerking met de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken.

Aanpakken van georganiseerde criminaliteit en terrorisme:

  • Drugs:Ketenaanpak: Er wordt gemikt op een alomvattende strategie ter bestrijding van georganiseerde (drugs)criminaliteit met een holistische aanpak gericht op een veerkrachtigere samenleving. Een taskforce onder leiding van de Eerste minister zal de uitvoering van het regeerakkoord overzien en coördineren.
  • Nationaal Drugscommissariaat: Wordt belast met de uitwerking van een strategie en actieplan, voortbouwend op eerdere plannen zoals het Kanaalplan en het Stroomplan, met als doel coherente actie tussen departementen en diensten. Concrete beleidsvoorstellen rond "stop, take and use the money" worden verwacht in 2025 om het vermogen van drugscriminelen te raken.
  • Integrale multidisciplinaire aanpak: Focus op de gehele keten, van preventie en vroegdetectie tot repressie, harm reduction en (na)zorg, met voldoende slagkracht en middelen voor alle actoren.
  • Justitie: Pleit voor nultolerantie ten aanzien van drugshandel, met vervolging en bestraffing van daders. De aanpak van gebruikers en de mogelijkheid van een effectief sanctiesysteem (bv. onmiddellijke minnelijke schikking) worden beoordeeld, met aandacht voor de impact op de volksgezondheid.
  • Strafrechtelijk beleid inzake ontmanteling van drugslaboratoria: Meer slagkracht wordt nagestreefd door overleg met het College van Procureurs-Generaal om instrumenten zoals de omzendbrief en protocollen te verbeteren. Een draaiboek voor interventies op labo's en dumpingen (met aandacht voor milieu) wordt uitgewerkt.
  • Transponering van de nieuwe Europese richtlijn inzake confiscatie: Invoering van "confiscatie zonder veroordeling" om te verzekeren dat misdaad niet loont.
  • Versterking van de strijd tegen sociale fraude en sociale dumping: Rol van arbeidsauditoraten wordt versterkt en hun penale bevoegdheden maximaal ingezet. De Federale Politie zorgt voor een permanent beeld van sociale en fiscale fraude.
  • Bijdrage van veroordeelden in drugszaken aan detentiekosten: Er wordt bepaald dat veroordeelden die zich verrijkt hebben dankzij criminele activiteiten, een bijdrage leveren in de kosten van hun detentie, na volledige vergoeding van slachtoffers en nabestaanden. Werkzaamheden voor een nieuw wettelijk kader starten.
  • Versterking van de aanwezigheid in bron- en transitlanden van cocaïne (Zuid-Amerika): Onder meer via vliegende magistraten en investering in onderzoekscapaciteit ter plaatse, in nauw overleg met de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken.
  • Mensensmokkel: De strijd wordt opgevoerd, rekening houdend met de aanbevelingen van de commissie inzake mensenhandel om netwerken snel te ontmantelen en slachtoffers beter te beschermen en ondersteunen. Het multidisciplinaire samenwerkingsmodel wordt geoptimaliseerd. Samenwerking met het College van Procureurs-Generaal om een doelmatig strafrechtelijk beleid te verzekeren tegen smokkelnetwerken van transmigranten.
  • Terrorisme:Analyse van aanbevelingen onderzoekscommissie 22 maart 2016: De bevoegde diensten analyseren welke aanbevelingen nog moeten worden uitgevoerd en bouwen voort op deze aanbevelingen om de antiterrorismeacties te versterken in een toekomstgerichte benadering.
  • Wettelijk kader voor verbod op radicale organisaties: De invoering van een kader wordt voorbereid om organisaties te verbieden die gevaarlijk zijn vanwege banden met terrorisme of verspreiding van antisemitisme, op basis van reeds beschikbare informatie in een Europese context.
  • Verdere inbedding van informatie-uitwisseling inzake terrorisme binnen de Federale Politie: Kwantitatieve evaluatie van de werking van de JIC/JDC's tegen eind 2025.

Europa en de internationale rechtsorde:

  • België blijft een sterke voorstander van het multilateraal systeem en de internationale rechtsorde.
  • Groot belang wordt gehecht aan de rol van het Internationaal Strafhof (ICC), dat politiek en financieel wordt ondersteund.
  • België blijft zich inzetten voor de versterking en effectieve werking van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Wetenschappelijke ondersteuning en Verhoogde verkeersveiligheid:

  • Laboratoria voor criminologie binnen het NICC: Worden opgericht om de wetenschappelijke ondersteuning in prioritaire domeinen te versnellen en te evolueren naar een "science-informed justice".
  • Verhoogde verkeersveiligheid:Onderschrijving van de doelstellingen van "Vision Zero" (nul verkeersdoden tegen 2050). Efficiënte samenwerking tussen partners van de strafrechtketen en overheidsdepartementen is cruciaal. Samenwerking en cocreatief beleid met de ministers van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Mobiliteit worden nagestreefd.
  • Aanpak van recidive en uitwisseling tussen lidstaten: Ambitieuze verkeersveiligheidsstrategie, snellere en striktere aanpak van verkeersovertreders (focus op recidivisten), datagerichte handhaving.
  • Nationale databank van recidiverende verkeersovertreders: Alle verkeersinbreuken (ook die van gefedereerde entiteiten) worden hierin opgenomen om recidive effectief te vervolgen. Koppeling met gewestelijke databanken wordt bekeken.
  • Optimalisatie van de databank voor gegevensuitwisseling tussen politie en Justitie: Nieuw mechanisme van herstelopleidingen wordt geïntegreerd. Centralisatie van federale herstel- en exameninstellingen wordt in 2025 geanalyseerd met de FOD Mobiliteit. Centrale neerlegging van rijbewijs bij rijverbod tot nieuwe Europese wetgeving rond digitalisering.
  • Digitaal rijbewijs: Analyse met de minister van Mobiliteit wordt opgestart voor de invoering, impactanalyse in 2025.
  • Aanpak van verkeersonveiligheid: Streng optreden tegen gsm-gebruik en andere afleidingen achter het stuur. Ontwikkeling van specifieke software voor analyse van camerabeelden (met respect voor privacy) start.
  • Afschaffing van tolerantiemarges: Verdere inzet op mobiele camera's op snelwegen en voortzetting van projecten op regionale wegen tot vaste camera's en trajectcontroles uitsluitend de technische marge hanteren (in samenwerking met gefedereerde entiteiten en partners van de boeteketen).
  • Nieuw misdrijf van verkeersdoodslag: Aanpassing van het nieuwe Strafwetboek wordt onderzocht om de ernst van roekeloos rijgedrag aan te duiden. Uniforme regeling voor de ingangsdatum van het verval van het recht tot sturen. Versterking en betere afstemming van preventiecampagnes met gefedereerde entiteiten. Onderzoek naar strengere sancties voor rijden zonder rijbewijs.

Werf 3: Naar een Humaner Detentiebeleid voor Meer Veiligheid

Deze werf focust op het verbeteren van de omstandigheden in gevangenissen, het aanbieden van zorg en begeleiding aan gedetineerden en het voorbereiden van hun re-integratie in de samenleving.

Capaciteit van de penitentiaire inrichtingen:

  • Optimalisatie en efficiënt beheer van bestaande capaciteit: Er wordt een referentiemeting uitgevoerd op basis van objectieve criteria. Beslissing over de bepaling van capaciteitscriteria en de beschikbare capaciteit. Evenwichtige spreiding door effectief plaatsings- en overplaatsingsbeleid, rekening houdend met de impact op de politie. Maximale benutting van bestaande capaciteit, waarbij noodzakelijke herstellingen en aanpassingen snel door en met de Regie der Gebouwen worden uitgevoerd. Onderzoek naar betere afstemming van werkingsmiddelen en personeelskredieten op de gevangenispopulatie.
  • Voorzien in bijkomende capaciteit: Niet alleen kwantitatief, maar ook voor het humaan karakter van de detentie. Voortzetting van de uitvoering van de masterplannen goedgekeurd door vorige regeringen. Op basis van evaluatie van masterplan IIIbis wordt masterplan IV uitgewerkt voor voldoende en conforme capaciteit in de komende jaren. De Regie der Gebouwen is hierbij de hoofdpartner.
  • Evaluatie van masterplan III en IIIbis: In functie van specifieke behoeften en budgettaire noden om verdere uitvoering en lange termijn capaciteit te creëren. Onderzoek met de minister van de Regie der Gebouwen naar het vrijmaken van de nodige middelen.
  • Nauwgezette opvolging van de bouw van de nieuwe gevangenis van Antwerpen: Doel is opening in de loop van 2026. Lancering van aanwervingscampagne, start rekrutering en uitwerking van een opleidingsprogramma.
  • Onderzoek naar huur, aankoop of bouw van gevangeniscapaciteit in het buitenland: Voor veroordeelde gedetineerden zonder verblijfsrecht om hun straf uit te zitten en van daaruit te worden uitgewezen. Onderhandelingen met één of meerdere Europese rechtsstaten (eerste contacten reeds gelegd), in samenwerking met de ministers van Buitenlandse Zaken en Asiel en Migratie.
  • Taskforce voor de terugkeer van niet-Belgen en gedetineerden zonder verblijfsrecht: Werkt aan beleidsvoorstellen en concrete afspraken voor de korte en middellange termijn, zoals versterking van de dienst voor tussenstaatse overbrengingen, snellere identificatie en voorbereiding van terugkeer door DVZ, en gezamenlijke missies naar landen van herkomst.

Aangepaste zorg voor geïnterneerde personen:

  • Evaluatie van de wet betreffende de internering van personen: Analyse van de in- en uitstroom, kwalitatieve evaluatie van het forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek na inwerkingtreding van het verslagsjabloon. Streven naar respecteren van wettelijke termijnen voor deskundigenonderzoek, adviezen en eerste zitting van de Kamer tot Bescherming van de Maatschappij (KBM).
  • Voorbereiding van het juridisch kader voor de "interne rechtspositie" van geïnterneerden: In samenwerking met de minister van Volksgezondheid, met rechten en plichten.

Meer zorg voor gedetineerden en hun re-integratie:

  • Detentiebegeleiding: De functies van detentiebegeleider worden gefaseerd ingevoerd in bestaande gevangenissen om gedetineerden te begeleiden tijdens hun detentie.
  • Aanklampende benadering en behandeling op maat: Cruciaal voor optimale voorbereiding van re-integratie, zeker voor zedendelinquenten. Evaluatie van het Feniks-project in de Hulpgevangenis van Dendermonde alvorens uit te breiden. Gesprekken voor samenwerkingsakkoorden met steuncentra voor begeleiding en behandeling van zedendelinquenten en correcte financiering met gefedereerde entiteiten.
  • Klinisch Observatiecentrum in de gevangenis van Haren: Opening om in te schatten of verdachten aan een psychiatrische aandoening lijden. Verdere uitwerking van het concept van Forensische Detentiecentra (FDC's).
  • Goede risicotaxatie tijdens detentie: Cruciaal voor gerichte voorwaarden in het kader van reclassering en detectie van kwetsbaarheden.
  • Verdere ontwikkeling van gevangenisarbeid: Gesprekken met Cellmade over uitbreidingsmogelijkheden op vlak van infrastructuur en personeel om het aanbod te vergroten.
  • Opleiding in knelpuntberoepen binnen gevangenisarbeid: In samenwerking met Cellmade worden mogelijkheden onderzocht om meer opleidingen te voorzien gekoppeld aan sectoren met grote vraag, om gedetineerden de nodige vaardigheden te geven voor re-integratie in het economisch circuit.
  • Verdere uitwerking van JustFromCell: Het digitaal dienstenplatform voor gedetineerden, voor toegang tot beveiligde leerplatformen voor digitaal onderwijs.
  • Versterking van de psychosociale dienst: Om betere zorg, door- en uitstroom te garanderen, worden de behoeften in kaart gebracht en een uitbreidingspad voor de komende jaren opgesteld.
  • Implementatie van beleid rond een geweldloze cultuur en verhogen van probleemoplossend vermogen: Verankering in het opleidingsaanbod van de Academie van de federale overheidsdienst Justitie.
  • Inzet op moderne technologieën voor betere beveiliging: Meer gebruik van GSM-detectietoestellen, gerichte GSM-jamming in pilootsites, inzet van ICT-speurhonden, testen van drone-in-a-box technologie en uitbreiding van drone-detectietoestellen.
  • Penitentiaire Lokale Integrale Veiligheidscel (PIVC): De (wettelijke) mogelijkheden voor de oprichting hiervan voor casusoverleg en informatie-uitwisseling met alle betrokken actoren voor de opvolging en voorbereiding van de reclassering van geradicaliseerde gedetineerden worden bekeken.
  • Onderzoek naar aanpassingen aan de basiswet en interne rechtspositie van gedetineerden: Om in te spelen op maatschappelijke en administratieve veranderingen, met inbegrip van differentiatie van detentieregimes en een wettelijk kader voor drugtesten.
  • Invoering van een gegarandeerde minimale dienstverlening vanaf de eerste dag van stakingen: Cruciaal om de veiligheid in de gevangenis in alle omstandigheden te garanderen.

Afsluiting:

Dit briefingdocument schetst de ambitieuze plannen van het Belgische justitiebeleid voor de periode 2024-2025, met een duidelijke focus op een rechtvaardige, veilige en humane samenleving. De concrete acties die in 2025 zullen worden ondernomen, vormen de eerste stappen in de realisatie van deze doelstellingen. De nadruk op samenwerking tussen verschillende overheidsniveaus, diensten en stakeholders is een rode draad doorheen de verschillende werven.