vrijdag 25 april 2025

Gegevensbeschermingsautoriteit - klacht van een ouder tegen een onderwijsinstelling over het online bevragen van minderjarige leerlingen over gevoelige onderwerpen zoals middelengebruik, gokken en gamen.

Bron

Dit document is een beslissing van de Geschillenkamer van de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) in een zaak met dossiernummer DOS-2022-02223. 

De kern van de zaak betreft een klacht van een ouder (X) tegen een onderwijsinstelling (Y) over het online bevragen van minderjarige leerlingen over gevoelige onderwerpen zoals middelengebruik, gokken en gamen. 

De school voerde aan dat zij niet de verwerkingsverantwoordelijke was, maar de GBA oordeelt dat de school wel degelijk deze rol heeft, omdat het ontwikkelen van een gezondheidsbeleid een wettelijke taak is. 

De beslissing analyseert of de gegevensverwerking rechtmatig was en concludeert dat de school zich kan beroepen op de uitvoering van een taak van algemeen belang als rechtsgrond, maar dat voor de verwerking van gezondheidsgegevens uitdrukkelijke toestemming van de ouders vereist is, welke niet aantoonbaar was verkregen.


Wat wel mag (mits de juiste voorwaarden zijn nageleefd):

  • Een school mag een beleid ontwikkelen op het gebied van leerlingenbegeleiding, dat is zelfs een taak van de school. Dit beleid kan onder meer gericht zijn op alcohol- en drugspreventie.
  • Om dit beleid te ontwikkelen, mag de school in principe informatie verzamelen van leerlingen, bijvoorbeeld door middel van een bevraging over middelengebruik, gokken en gamen. De ontwikkeling van een dergelijk beleid wordt gezien als een taak van algemeen belang.
  • De school mag voor de uitvoering van zo'n bevraging samenwerken met een externe partner, zoals expertisecentrum Z, die ondersteuning biedt bij de organisatie en verwerking van de gegevens. De school blijft echter zelf verantwoordelijk voor de gegevensverwerking.

Wat niet mag (of waar het in deze zaak fout is gegaan):

  • De school mag er niet zomaar van uitgaan dat de gegevensverwerking anoniem is. Als de school een lijst met namen en klascodes van leerlingen aan de externe partner moet geven voor het genereren van unieke codes, is er geen sprake van anonieme gegevens. De school moet kunnen aantonen dat de anonimiteit van de verwerkte gegevens daadwerkelijk is verzekerd.
  • De school mag gevoelige informatie over de gezondheid van leerlingen (zoals vragen over drug- en alcoholgebruik) niet verwerken zonder uitdrukkelijke toestemming. In deze zaak gaat het om informatie over de gezondheidstoestand.
  • Voor minderjarige leerlingen (jonger dan 18 jaar) moet deze uitdrukkelijke toestemming van de ouders of voogd komen. De school mag er niet van uitgaan dat de toestemming van de 13-jarige leerling zelf voldoende is voor dit soort gezondheidsgegevens. De leeftijdsgrens van 13 jaar is hier niet van toepassing.
  • De school mag haar verantwoordelijkheid als verwerkingsverantwoordelijke niet afschuiven op de externe partner. De school is degene die het doel en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt. Ook al besteedt de school de uitvoering uit, zij blijft verantwoordelijk voor de naleving van de privacywetgeving (AVG).
  • De school had moeten nagaan op welke rechtsgrond de bevraging gebaseerd was en of aan alle voorwaarden van de AVG werd voldaan, met name met betrekking tot de rechtmatigheid, eerlijkheid en transparantie van de gegevensverwerking. Ook had de school moeten controleren of de beginselen van minimale gegevensverwerking werden gerespecteerd.

Kortom: De school had een legitiem doel (gezondheidsbeleid), maar heeft fouten gemaakt door niet te zorgen voor aantoonbare anonimiteit, door het ontbreken van de vereiste uitdrukkelijke toestemming van ouders voor de verwerking van gezondheidsgegevens van minderjarige leerlingen, en door haar verantwoordelijkheid als verwerkingsverantwoordelijke niet volledig op te nemen. De school moet nu haar werkwijze aanpassen en zorgen voor de juiste rechtsgrond en toestemming voor toekomstige bevragingen.

1. Inleiding en Context:

Dit briefingdocument analyseert Beslissing 70/2025 van de Geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA). De beslissing behandelt een klacht van een ouder (de klager) tegen een onderwijsinstelling (de verweerder) betreffende het online bevragen van minderjarige leerlingen via Smartschool over gevoelige onderwerpen zoals drug- en alcoholgebruik, gamen en gokken. Deze bevraging werd uitgevoerd met het doel een gezondheidsbeleid op school te ontwikkelen. De kern van de klacht betreft het ontbreken van anonieme gegevensverwerking en het verwerken van gezondheidsgegevens zonder de vereiste vrije, geïnformeerde toestemming van de ouders.

2. Feiten en Procedure:

  • De klager diende op 18 mei 2022 een klacht in bij de GBA tegen de onderwijsinstellingen Y (de verweerder).
  • De klacht betrof een online bevraging via Smartschool van minderjarige leerlingen over drug- en alcoholgebruik, gamen en gokken, met als doel het ontwikkelen van een gezondheidsbeleid op school.
  • De klager argumenteerde dat de gegevensverwerking niet anoniem was, wat het principe van minimale gegevensverwerking zou schenden. Tevens werd aangevoerd dat de gegevens van zijn dochter werden verwerkt zonder de vereiste vrije, geïnformeerde toestemming, wat des te belangrijker is gezien de verwerking van gezondheidsgegevens waarvoor uitdrukkelijke toestemming vereist is.
  • De klacht werd ontvankelijk verklaard en overgemaakt aan de Geschillenkamer.
  • De Geschillenkamer voerde een procedure met schriftelijke conclusies van beide partijen en een hoorzitting op 5 juli 2024.
  • De verweerder voerde aan niet de verwerkingsverantwoordelijke te zijn, maar expertisecentrum Z. Daarnaast stelde de verweerder dat het om anonieme gegevens ging waarop de AVG niet van toepassing zou zijn en dat aan het principe van minimale gegevensverwerking was voldaan. Ook werd gesteld dat artikel 8 AVG (toestemming van kinderen m.b.t. diensten van de informatiemaatschappij) niet van toepassing was.
  • De klager betwistte de anonimiteit van de gegevens en stelde dat de verweerder wel degelijk de verwerkingsverantwoordelijke is. Hij benadrukte dat toestemming de rechtsgrond dient te zijn en dat deze geïnformeerd, duidelijk en ondubbelzinnig moet zijn.

3. Kernpunten van de Beslissing:

a) Verwerkingsverantwoordelijke en Gegevensverwerking:

  • De Geschillenkamer stelt dat de school (de verweerder) de verwerkingsverantwoordelijke is voor de bevraging, en niet het expertisecentrum Z dat de bevraging faciliteerde.
  • De GBA baseert zich hierbij op artikel 123/22 van de Codex Secundair Onderwijs, dat de school verplicht een beleid inzake leerlingenbegeleiding te ontwikkelen, afgestemd op de noden van de leerlingen. De ontwikkeling van een alcohol- en drugsbeleid valt hieronder.
  • De GBA argumenteert dat het doeleinde (ontwikkelen van leerlingenbegeleidingsbeleid) wettelijk is vastgelegd en aan de school is toegeschreven. Ook de middelen om dit doel te bereiken (het betrekken van partners en externe ondersteuning) worden door de Codex bepaald.
  • Hoewel het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming expertisecentrum Z aanbeveelt, is het een vrije keuze van de school om hierop beroep te doen. Het contract tussen de school en expertisecentrum Z bevestigt de vrijwillige deelname van de school.
  • De school bepaalt op welke wijze de persoonsgegevens van haar leerlingen worden verwerkt om het doel te bereiken en beslist om een beroep te doen op expertisecentrum Z als verwerker (artikel 4, 8e AVG).
  • De school is verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van de gegevensverwerking en dient zelf de toestemming te verkrijgen (indien nodig) en de vereiste informatie te verstrekken. Het contract tussen de school en expertisecentrum Z stipuleert dat de school instaat voor de naleving van de rechtsgrond.
  • De GBA benadrukt dat het niet noodzakelijk is dat de verwerkingsverantwoordelijke daadwerkelijk toegang heeft tot de gegevens. Beslissende invloed op doel en middelen volstaat. De anonieme rapportering door expertisecentrum Z doet hieraan niets af. ("Iemand die een verwerkingsactiviteit uitbesteedt en daarbij een beslissende invloed heeft op het doel en de middelen van de verwerking, dient als verwerkingsverantwoordelijke te worden beschouwd, ook al heeft hij of zij nooit daadwerkelijk toegang tot de gegevens.")
  • De GBA oordeelt dat de bevraging wel degelijk de verwerking van persoonsgegevens impliceert op het moment van de afname, aangezien informatie wordt ingezameld die specifiek en eigen is aan een bepaalde persoon. Het genereren van unieke codes per leerling en het bezorgen van een excellijst met namen en klascodes aan expertisecentrum Z wijzen hierop. De bewering van de school dat de deelname enkel via één IP-adres gebeurde, werd niet gestaafd.
  • De GBA acht het niet aannemelijk gemaakt dat de anonimiteit van de verwerkte gegevens is verzekerd. De school had zich ervan moeten vergewissen dat expertisecentrum Z de nodige technische en organisatorische maatregelen had getroffen om de gegevens daadwerkelijk anoniem te verwerken (artikel 5.2 AVG - verantwoordingsplicht).
  • De verweerder heeft nagelaten te toetsen of de nodige technische en organisatorische maatregelen waren voorzien (artikel 5.1 e) en f) AVG juncto artikel 24.1 en 28.1 AVG) en of het principe van minimale gegevensverwerking werd gerespecteerd (artikel 5.1 c AVG). Het is onduidelijk of een combinatie van antwoorden tot heridentificatie kan leiden en hoe de anonimiteit wordt verzekerd met de verstrekte leerlingengegevens aan expertisecentrum Z.
  • Een beroep op expertisecentrum Z voor ondersteuning maakt van hen geen (gezamenlijke) verwerkingsverantwoordelijke.

b) Rechtmatigheid van de Verwerking:

  • De ontwikkeling van een beleid omtrent leerlingenbegeleiding is een wettelijke verplichting voor de school (artikel 123/22 Codex Secundair Onderwijs).
  • Hoewel de school autonoom beslist over de vorm van de gegevensinzameling, betekent de wettelijke verplichting tot beleidsontwikkeling niet dat leerlingen verplicht zijn deel te nemen aan de bevraging.
  • Het opmaken van een alcohol- en drugsbeleid wordt beschouwd als een taak van algemeen belang voor de school (artikel 6.1 e) AVG), verankerd in de Codex Secundair Onderwijs (artikel 6.3 AVG). Dit vormt de geldige rechtsgrond voor de organisatie van de leerlingenbevraging.
  • De inhoud van de vragenlijst betreft bijzondere categorieën van persoonsgegevens (gezondheidsgegevens) in de zin van artikel 9 AVG (middelengebruik, gokken, gamen en de impact hiervan op de gezondheid). Hierdoor is een uitzondering op het verwerkingsverbod vereist.
  • De GBA stelt dat de deelname aan de bevraging vrijwillig is en dat de gegevensinzameling (als onderdeel van de verdere verwerking) gebaseerd moet zijn op uitdrukkelijke toestemming (artikel 9.2 a) AVG), gezien de verzameling van gezondheidsgegevens. ("Deze uitdrukkelijke toestemming is vereist gelet op het feit dat middels de bevraging informatie over de gezondheidstoestand van de leerlingen, in dit geval ook van de dochter van de klager, wordt ingezameld.")
  • Voor leerlingen jonger dan 18 jaar dient deze uitdrukkelijke toestemming te worden verleend door de ouders of voogd (artikel 488 B.W.). De leeftijdsgrens van 13 jaar is enkel relevant voor artikel 8 AVG (diensten van de informatiemaatschappij), wat hier niet van toepassing is aangezien de bevraging zelf niet via Smartschool plaatsvond, enkel de informatieverstrekking. ("Aangezien artikel 9.2 a) AVG van toepassing is, dient de algemene regel (artikel 488 B.W.) te worden toegepast dat voor minderjarigen, waaronder dus leerlingen jonger dan 18 jaar, de toestemming van de ouders of voogd is vereist voor de verwerking van gezondheidsgegevens.")
  • Aangezien de verweerder niet de rol van verwerkingsverantwoordelijke heeft opgenomen en de rechtsgrond voor de verwerking niet correct heeft nagegaan, stelt de GBA vast dat er een inbreuk werd gepleegd op het rechtmatigheidsbeginsel (artikel 5.1 a) AVG), alsmede op artikel 6.1. e) AVG en artikel 9.2. a) AVG.

4. Corrigerende Maatregelen en Straffen:

  • De Geschillenkamer zal op basis van artikel 100, § 1 WOG de meest geschikte sanctie bepalen voor de vastgestelde inbreuken.
  • De GBA houdt hierbij rekening met de onduidelijkheid die er heerste tussen de verweerder en expertisecentrum Z over de aanwijzing van de verwerkingsverantwoordelijke.
  • De beslissing van de GBA beoogt verduidelijking te bieden, waardoor de verweerder de mogelijkheid krijgt zich aan te passen en te voorzien in de nodige transparantie over de correcte rechtsgronden (artikel 6.1 e) AVG en artikel 9.2 a) AVG).

5. Publicatie van de Beslissing:

  • De beslissing zal worden gepubliceerd op de website van de Gegevensbeschermingsautoriteit omwille van het belang van transparantie. De identificatiegegevens van de partijen zullen hierbij niet rechtstreeks worden bekendgemaakt.

6. Belangrijkste Ideeën en Feiten:

  • De school is de verwerkingsverantwoordelijke voor de bevraging, ook al besteedt ze de uitvoering uit aan een extern expertisecentrum.
  • De bevraging van minderjarige leerlingen over middelengebruik, gokken en gamen leidt tot de verwerking van persoonsgegevens, waaronder gezondheidsgegevens (bijzondere categorieën van persoonsgegevens).
  • De rechtsgrond voor de organisatie van de bevraging is de taak van algemeen belang van de school inzake leerlingenbegeleiding (artikel 6.1 e) AVG).
  • Voor de verwerking van gezondheidsgegevens van minderjarige leerlingen is uitdrukkelijke toestemming van de ouders of voogd vereist (artikel 9.2 a) AVG). Artikel 8 AVG is hier niet van toepassing.
  • De school heeft nagelaten haar verantwoordelijkheid als verwerkingsverantwoordelijke ten volle op te nemen door de rechtmatigheid van de verwerking en de anonimiteit van de gegevens onvoldoende te waarborgen.
  • De GBA zal een passende sanctie bepalen, rekening houdend met de onduidelijkheid rond de rol van verwerkingsverantwoordelijke.

Dit briefingdocument beoogt een helder overzicht te bieden van de belangrijkste aspecten van Beslissing 70/2025. De volledige beslissing dient geraadpleegd te worden voor een gedetailleerd begrip van de juridische argumentatie.