Dit wetsvoorstel beoogt een wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in België, met name de bepalingen betreffende de minnelijke en gerechtelijke vereffening en verdeling. Het wetsvoorstel wil de toepassing van deze procedures uitbreiden tot situaties waarin geen sprake is van onverdeeldheid, maar wel van een noodzaak tot liquidatie van rechten, zoals bij huwelijksvermogens of erfenissen. Dit omvat ook aanpassingen aan de regels rond boedelbeschrijvingen en de bevoegdheidsverdeling tussen de vrederechter en de familierechtbank bij geschillen hierover, waarbij een gedeelde bevoegdheid wordt bevestigd. Verschillende wetsartikelen worden specifiek gewijzigd om het onderscheid tussen vereffening en verdeling te benadrukken en de procedures te stroomlijnen. Tenslotte worden ook de rechten van schuldeisers van erfgenamen, inclusief gereserveerde erfgenamen wier rechten tot een waardecompensatie beperkt zijn, aangepast.
Hieronder volgt een gedetailleerde briefing over de
belangrijkste thema's en ideeën uit de verstrekte bronnen, met citaten waar
relevant.
Briefing Document: wetsvoorstel vereffening verdeling.pdf
Datum: 2023-2024 (gebaseerd op sessie-informatie) Bron:
Uittreksels uit "wetsvoorstel vereffening verdeling.pdf" (Kamer, 6e
Zitting 55e Zittingsperiode)
Kernboodschap:
Dit wetsvoorstel heeft als primair doel de bepalingen van
het Gerechtelijk Wetboek inzake minnelijke en gerechtelijke verdeling aan te
passen. De belangrijkste wijziging is het uitbreiden van de toepasbaarheid van
deze procedures naar situaties waarin er geen onverdeeldheid van goederen is,
maar waar wel een vereffening van rechten noodzakelijk is op grond van het
huwelijksvermogensrecht of erfrecht.
Belangrijkste Thema's en Ideeën:
- Uitbreiding
van Toepassingsgebied van Vereffenings-/Verdelingsprocedures:
- Het
wetsvoorstel beoogt de toepassing van de procedures voor minnelijke en
gerechtelijke verdeling, zoals opgenomen in het Gerechtelijk Wetboek, uit
te breiden naar gevallen waar geen sprake is van onverdeeldheid tussen
partijen, maar waar een vereffening niettemin vereist is om hun rechten
vast te stellen.
- Dit
is relevant in situaties die voortvloeien uit het huwelijksvermogensrecht
(Titel 3 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) of het erfrecht (Boek 4
van het Burgerlijk Wetboek).
- Citaat:
"Dit wetsvoorstel wijzigt de bepalingen betreffende de minnelijke
verdeling en de gerechtelijke verdeling opgenomen in het Gerechtelijk
Wetboek, met name om de toepassing van de vermelde bepalingen toe te laten
indien, bij gebrek aan onverdeeldheid tussen de partijen, een verdeling
niet kan worden verantwoord, maar een vereffening niettemin vereist is met
het oog op de vaststelling van hun rechten, krachtens de bepalingen
betreffende het huwelijksvermogensrecht of het erfrecht zoals voorzien in
het Burgerlijk Wetboek."
- Nieuwe
Benadering van de Reservataire Reserve (Reserve in Waarde):
- De
reserve, voorheen een pars hereditatis (een minimumdeel van de
nalatenschap in goederen), wordt nu – in principe – uitgekeerd als een
vergoeding betaald door de begunstigde(n) van wie de gift(en) moet(en)
worden ingekort.
- Dit
betekent dat de onterfde reservataire erfgenaam geen zakelijk recht meer
heeft op het nalatenschapsvermogen, maar titularis is van een vordering
tegen de begunstigde, tenzij in uitzonderlijke gevallen waarin de reserve
in natura behouden blijft.
- Citaat:
"Daar waar de reserve voordien opgevat werd als een pars
hereditatis (een minimumdeel van de nalatenschap dat aan de reservataire
erfgenamen moest toekomen door middel van goederen uit de nalatenschap),
krijgen de reservataire erfgenamen van wie het erfdeel wordt beperkt tot
de reserve, deze voortaan – in principe – uitgekeerd in de vorm van een
vergoeding, betaald door de begunstigde(n) van wie de gift(en) moet(en)
worden ingekort."
- Een
concreet voorbeeld wordt gegeven: bij twee kinderen waarbij één algemene
legataris is en de ander beperkt is tot zijn reserve in waarde, bestaat er
geen onverdeeldheid over de nalatenschapsgoederen. De algemene legataris
heeft als enige aanspraak op de eigendom van alle goederen en moet de
onterfde reservataire erfgenaam een vergoeding betalen die overeenkomt met
zijn reserve in waarde.
- Citaat:
"Hieruit zou meer bepaald volgen dat wanneer er (bij-voorbeeld)
twee kinderen zijn waarvan het ene wordt aangesteld als algemene legataris
en het andere zijn erfdeel (daarmee samenhangend) beperkt ziet tot zijn
reserve in waarde, er geen onverdeeldheid bestaat tussen de twee kinderen,
met betrekking tot de goederen uit de nalatenschap die worden nagelaten
door de erflater. Het kind dat wordt aangesteld als algemene legataris kan
als enige aanspraak maken op de eigendom van alle goederen uit de nalatenschap
en moet aan de uitgesloten reservataire erfgenaam een vergoeding betalen
die overeenkomt met zijn reserve in waarde..."
- De
Problematiek van Vereffening Zonder Onverdeeldheid en Gerechtelijke
Verdelingsprocedures:
- De
toepassing van de gerechtelijke verdelingsprocedure (artikelen 1207 en
volgende van het Gerechtelijk Wetboek) veronderstelt in principe het
bestaan van een onverdeeldheid tussen de partijen.
- Dit
heeft geleid tot discussie in de rechtsleer over de mogelijkheid om de
gerechtelijke verdelingsprocedure toe te passen wanneer er geen
onverdeeldheid is, bijvoorbeeld in het hierboven geschetste scenario van
reserve in waarde.
- Citaat:
"De toepassing van de procedure van gerechtelijke verdeling
voorzien in de artikelen 1207 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek
veronderstelt, in principe, echter het bestaan (of ten minste de
waarschijnlijkheid) van een onverdeeldheid tussen de partijen..."
- Citaat:
"Bij gebrek aan onverdeeldheid kan de procedure van gerechtelijke
verdeling bijgevolg – volgens de meerderheidsrechtsleer – niet worden
toegepast..."
- Verschillende
standpunten binnen de rechtsleer worden belicht:
- Sommige
auteurs menen dat in de huidige stand van het recht, bij gebrek aan
onverdeeldheid, de gerechtelijke verdelingsprocedure niet mogelijk is,
hoewel ze erkennen dat dit wel de meest geschikte procedurele weg is.
- Andere
auteurs argumenteren dat een vordering tot vereffening van de nalatenschap
zonder verdeling gebaseerd zou kunnen worden op artikel 1207 e.v. Ger.
Wb., onder andere met het argument "qui potest plus, potest
minus" (wie meer kan, kan ook minder).
- Nog
andere auteurs stellen dat de nalatenschapsboedel, inclusief bedragen
verschuldigd ten titel van inbreng en/of inkorting, een onverdeelde boedel
vormt die in aanmerking komt voor vereffening en verdeling.
- De
vraag wordt ook gesteld of de uitgesloten reservataire erfgenaam als
"deelgenoot" zou kunnen worden beschouwd gezien de noodzaak om
bij de berekening van de reserve rekening te houden met inbrengplichtige
giften aan andere erfgenamen.
- Het
wetsvoorstel erkent expliciet deze controverse en benadrukt de noodzaak
van wetgevend optreden om rechtszekerheid te bieden.
- Citaat:
"Hoewel het niet toekomt aan de auteurs van dit voorstel om zich
uit te spreken over de gegrondheid van de bestaande stellingen de lege
lata, rechtvaardigt de loutere vaststelling van het bestaan van een
controverse met betrekking tot de mogelijkheid om de procedure van
gerechtelijke vereffening-verdeling aan te wenden in de hier beoogde
gevallen ongetwijfeld een wetgevend optreden, om een einde te stellen aan
de huidige twijfel en de rechtszekerheid te herstellen."
- Oplossing
Voorgesteld in het Wetsvoorstel:
- Het
wetsvoorstel beoogt de onzekerheid weg te nemen door de bepalingen inzake
gerechtelijke verdeling in het Gerechtelijk Wetboek aan te passen, zodat
deze ook van toepassing zijn wanneer bij gebrek aan onverdeeldheid tussen
partijen, enkel een vereffening nodig is om hun rechten te bepalen.
- Citaat:
"In dit kader, beoogt dit wetsvoorstel om een einde te stellen aan
de huidige onzekerheid door de bepalingen met betrekking tot de
gerechtelijke verdeling opgenomen in het Gerechtelijk Wetboek punctueel
aan te passen, zodat deze ook van toepassing zijn wanneer er, bij gebrek
aan onverdeeldheid tussen de partijen, geen verdeling vereist is, maar een
vereffening zich toch opdringt met het oog op het bepalen van de rechten
van de partijen."
- Onder
"vereffening" wordt begrepen: "het geheel aan verrichtingen
(in de ruime zin) die toelaten om de rechten van elk van de partijen in
waarde, zijnde cijfermatig, te bepalen."
- Citaat:
"Er wordt verduidelijkt dat onder “vereffening”, in de zin van
huidig voorstel, moet worden verstaan: het geheel aan verrichtingen (in de
ruime zin) die toelaten om de rechten van elk van de partijen in waarde,
zijnde cijfermatig, te bepalen."
- Dit
wordt concreet gemaakt door aanpassingen aan diverse artikelen van het
Gerechtelijk Wetboek (o.a. 1205, 1206, 1207, 1214, 1217, 1218, 1223).
- Termen
zoals "medeëigenaars" en "deelgenoten" worden
vervangen door het meer algemene woord "partijen" in situaties
waar ook vereffening zonder onverdeeldheid wordt beoogd.
- Citaat:
"in het eerste en het tweede lid wordt het woord “medeëigenaars”
vervangen door het woord “partijen”, dat algemener is, aangezien dit
toelaat ook de gevallen te beogen waarin de partijen niet in
onverdeeldheid zijn, maar waarbij een vereffening van hun rechten evenwel
vereist is;"
- De
noodzaak van "verdeling" (het vormen en toewijzen van kavels)
wordt "in voorkomend geval" toegevoegd, wat impliceert dat
vereffening ook zonder verdeling kan plaatsvinden.
- Citaat:
"worden in het eerste en het zesde lid wijzigingen aangebracht om
voortaan de vereffening en, in voorkomend geval, de verdeling te voorzien,
d.i. in zoverre een verdeling zich opdringt wegens het bestaan van een
onverdeeldheid tussen de partijen;"
- Bevoegdheidsverdeling
tussen Vrederechter en Familierechtbank inzake Boedelbeschrijving:
- Er
bestaat momenteel onzekerheid en discussie in de rechtsleer en rechtspraak
over de bevoegdheid van de vrederechter en de familierechtbank inzake
moeilijkheden die zich voordoen bij het opstellen van een
boedelbeschrijving in het kader van een gerechtelijke verdelingsprocedure
(of vereffening).
- Citaat:
"De gecombineerde lezing van deze twee bepalingen roept in de
praktijk vragen op over de verdeling van de bevoegdheden tussen de
vrederechter en de familierechtbank met betrekking tot de
boedelbeschrijving: welke van deze twee rechterlijke instanties is bevoegd
om kennis te nemen van de moeilijkheden die zich voordoen bij het
opstellen van de boedelbeschrijving in het kader van een procedure van
gerechtelijke verdeling (of voortaan vereffening)..."
- Het
wetsvoorstel beoogt dit probleem op te lossen door de gedeelde bevoegdheid
van beide rechtbanken te bevestigen.
- Citaat:
"In dit kader, beoogt dit wetsvoorstel het probleem op te lossen
door de gedeelde bevoegdheid van de twee rechterlijke instanties om kennis
te nemen van de moeilijkheden met betrekking tot de boedelbeschrijving
opgesteld in het kader van een procedure van gerechtelijke
vereffening-verdeling, te bevestigen."
- Artikel
1184 van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld om de notaris de keuze
te geven om moeilijkheden neer te leggen bij de vrederechter of, in het
kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling, bij de familierechtbank
die hem heeft aangesteld. De notaris maakt de keuze op basis van het
dossier en de aard van de moeilijkheid.
- Citaat:
"Wanneer er wordt overgegaan tot de boedelbeschrijving krachtens
artikel 1214, kan de notaris als alternatief de moeilijkheden neerleggen
bij de familierechtbank die hem heeft aangesteld, overeenkomstig artikel
1216.” Deze toevoeging bevestigt de mogelijkheid waarover de notaris
beschikt om zich, naar zijn keuze, ofwel te richten tot de vrederechter,
ofwel, wanneer de boedelbeschrijving wordt opgesteld in het kader van een
procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, tot de familierechtbank
die hem heeft aangesteld in de hoedanigheid van notaris-vereffenaar. De
keuze inzake de rechterlijke instantie die wordt gevat, komt enkel aan de
notaris toe."
- Aanpassing
van Termijnen in Licht van Uitvoerbaarheid bij Voorraad:
- De
huidige formulering van artikel 1218, § 3, 3° Ger. Wb. vereist dat een
beslissing in kracht van gewijsde is gegaan om de termijn voor de
notaris-vereffenaar te laten lopen.
- Dit
is problematisch sinds de wetten van 2015 en 2017 de voorlopige
tenuitvoerlegging van eindvonnissen als principe hebben ingesteld (tenzij
anders beslist door de rechter).
- Het
wetsvoorstel stelt voor artikel 1218, § 3, 3° aan te passen om rekening te
houden met zowel beslissingen die uitvoerbaar bij voorraad zijn (waarbij
de termijn begint te lopen op schriftelijk verzoek van een partij) als
beslissingen die niet uitvoerbaar bij voorraad zijn (waarbij de termijn
begint te lopen wanneer de beslissing in kracht van gewijsde is gegaan).
- Citaat:
"In deze context roept de huidige bewoording van artikel 1218, §
3, 3° – die, daterend van vóór de voornoemde wetten van 19 oktober 2015 en
6 juli 2017 – (nog steeds) vereist dat, om de termijn die hierin is
voorzien te doen lopen, de beslissing in kracht van gewijsde is getreden,
terwijl de voorlopige tenuitvoerlegging inmiddels wettelijk is aangenomen
(behoudens andersluidende beslissing van de rechter), thans enkele
vraagtekens op in de rechtsleer en in de rechtspraak..."
- Citaat:
"Er wordt bijgevolg voorgesteld, omwille van de coherentie met
artikel 1397 van het Gerechtelijk Wetboek (zoals dit voortvloeit uit
voornoemde wetten van 19 oktober 2015 en 6 juli 2017) om de bewoording van
artikel 1218, § 3, 3°, van datzelfde Wetboek aan te passen om vanaf nu
twee gevallen te voorzien: — ofwel is de beslissing ingevolge de
neerlegging van het tussentijds proces-verbaal, overeenkomstig het gemeen
recht, uitvoerbaar bij voorraad: in dat geval, veronderstelt zijn
tenuitvoerlegging (en dus de start van de termijn toegekend aan de
notaris-vereffenaar) het schriftelijk verzoek van één van de partijen die,
overeenkomstig artikel 1398 van het Gerechtelijk Wetboek, de uitvoering
ervan vervolgt op zijn risico;" (Het tweede geval wordt ook
beschreven).
- Aanpassing
van Terminologie in Diverse Artikelen:
- Verschillende
artikelen in het Gerechtelijk Wetboek (o.a. 1214, 1217, 1218, 1223) worden
aangepast om consistent de mogelijkheid van vereffening zonder verdeling
te weerspiegelen.
- Dit
omvat het vervangen van "te verdelen boedel" door "te
vereffenen of te verdelen boedel", het vervangen van
"deelgenoten" door "partijen", en het toevoegen van
"in voorkomend geval" waar het vormen en toewijzen van kavels
enkel noodzakelijk is bij onverdeeldheid.
- Citaat:
"— wordt in § 2 en § 3 voortaan verwezen naar “de te vereffenen of
te verdelen” boedel (en niet meer uitsluitend naar de “te verdelen”
boedel);"
- Citaat:
"— wordt in § 5 voortaan verduidelijkt dat de notaris “in
voorkomend geval” de kavels samenstelt en de afrekening doet die met elk
van de partijen moet worden gedaan: het samenstellen van de kavels is
immers alleen vereist in geval van verdeling en niet wanneer de procedure
louter beperkt is tot de vereffening;"
- Citaat:
"— wordt in § 7 voortaan verduidelijkt dat de notaris, in een
staat van vereffening, het “ontwerp van vereffening en, in voorkomend
geval, van verdeling” opmaakt: deze nieuwe formulering laat toe om ook
rekening te houden met gevallen waarin moet worden overgegaan tot de
vereffening zonder dat deze moet worden gevolgd door een verdeling."
- Aanpassing
van het Burgerlijk Wetboek inzake Verzet door Schuldeisers:
- Artikel
4.101 van het Burgerlijk Wetboek, dat schuldeisers van een erfgenaam
toelaat zich te verzetten tegen een verdeling buiten hun aanwezigheid,
wordt aangepast.
- Deze
aanpassing zorgt ervoor dat schuldeisers van een reservataire erfgenaam
wiens rechten beperkt zijn tot een vergoeding in waarde, zich ook kunnen
verzetten tegen de vereffening (en niet enkel de verdeling) buiten hun
aanwezigheid.
- Citaat:
"Artikel 4.101 van het Burgerlijk Wetboek – met betrekking tot het
verzet tegen de verdeling dat kan worden geformuleerd door een/de
schuldeiser(s) van een erfgenaam – wordt punctueel aangepast, in
overeenstemming met de wijzigingen aangebracht aan de bepalingen inzake de
procedure van vereffening-verdeling opgenomen in de artikelen 1206 en
volgende van het Gerechtelijk Wetboek en met als doel het eveneens
toelaten van de uitoefening van deze bepalingen wanneer enkel de
vereffening zich opdringt, met uitsluiting van de verdeling."
- Citaat:
"Bijgevolg hebben de aanpassingen aangebracht aan artikel 4.101
van het Burgerlijk Wetboek tot doel om toe te laten aan de schuldeiser(s)
van de reservataire erfgenaam waarvan de rechten beperkt worden tot een
vergoeding in waarde zich te verzetten dat er buiten hun aanwezigheid
wordt overgegaan tot de vereffening (en niet de verdeling) of om deze
vereffening (en niet de verdeling) in twijfel te trekken onder de
voorwaarden die worden uiteengezet door de bepaling."
Conclusie:
Dit wetsvoorstel pakt een lacune
en onzekerheid aan in de Belgische wetgeving met betrekking tot de afhandeling
van nalatenschappen en andere vermogensrechtelijke situaties waarin, als gevolg
van recente erfrechtelijke hervormingen (met name de reserve in waarde), er
geen onverdeeldheid van goederen is, maar wel een behoefte aan een formele
vereffeningsprocedure om de rechten van de partijen vast te stellen. Door de
procedures voor gerechtelijke verdeling uit te breiden naar deze situaties,
beoogt het wetsvoorstel rechtszekerheid te herstellen en de efficiëntie van
deze processen te verbeteren, met inbegrip van het verduidelijken van
bevoegdheden van rechtbanken en het aanpassen van procedurele termijnen. Het
wetsvoorstel is hoofdzakelijk technisch van aard en beperkt zich tot situaties
die voortvloeien uit het huwelijksvermogensrecht of het erfrecht.
Herziening van de Wetswijziging betreffende Vereffening en
Verdeling
Quiz (korte antwoorden)
- Wat
is de voornaamste wijziging die dit wetsvoorstel aanbrengt in de regels
voor minnelijke en gerechtelijke verdeling?
- Hoe
wordt de reserve van reservataire erfgenamen, wiens erfdeel beperkt wordt
tot de reserve, voortaan in principe uitgekeerd?
- Welk
recht heeft de onterfde reservataire erfgenaam voortaan ten aanzien van de
nalatenschapsgoederen?
- Waarom
is het bestaan van onverdeeldheid in principe een voorwaarde voor de
toepassing van de procedure van gerechtelijke verdeling volgens de
meerderheidsrechtsleer?
- Waarom
wordt de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling beschouwd als
de meest adequate werkwijze om de reservataire vergoeding te berekenen?
- Welke
rechtbank was reeds bevoegd voor vorderingen die uitsluitend beperkt waren
tot de vereffening van rechten tussen echtgenoten, wettelijk samenwonenden
of vorderingen met betrekking tot een huwelijksstelsel of nalatenschap,
zelfs bij gebrek aan onverdeeldheid?
- Wat
is het doel van de wijziging van artikel 572bis, 10° van het Gerechtelijk
Wetboek?
- Waarover
bestaat er momenteel controverse in de rechtsleer en rechtspraak met
betrekking tot de bevoegdheid van de vrederechter en de familierechtbank
in het kader van de boedelbeschrijving?
- Wat
betekent "vereffening" in de zin van dit wetsvoorstel?
- Hoe
wordt artikel 4.101 van het Burgerlijk Wetboek aangepast en waarom?
Antwoord Sleutel Quiz
- Het
wetsvoorstel wijzigt de bepalingen om de toepassing van de minnelijke en
gerechtelijke vereffenings- en verdelingsprocedures mogelijk te maken,
zelfs als er geen onverdeeldheid is, maar wel een vereffening nodig is op
basis van huwelijksvermogensrecht of erfrecht.
- De
reserve wordt voortaan – in principe – uitgekeerd in de vorm van een
vergoeding betaald door de begunstigden van wie de gift(en) moet(en)
worden ingekort.
- De
onterfde reservataire erfgenaam is voortaan titularis van een vordering
tegen de begunstigde, behoudens uitzonderlijke gevallen waarin de reserve
in natura behouden blijft. Hij heeft geen zakelijk recht meer op het
nalatenschapsvermogen zelf.
- Volgens
de meerderheidsrechtsleer veronderstelt de toepassing van de procedure van
gerechtelijke verdeling, voorzien in de artikelen 1207 en volgende van het
Gerechtelijk Wetboek, het bestaan (of ten minste de waarschijnlijkheid)
van een onverdeeldheid tussen de partijen.
- De
gerechtelijke vereffening-verdelingsprocedure is het meest geschikt omdat
het bedrag van de vordering van de reservataire erfgenaam afhangt van de
activa en passiva van de nalatenschap (via boedelbeschrijving) en van
berekeningen in het kader van de vereffening, zelfs als er geen fysieke
verdeling van goederen plaatsvindt.
- De
familierechtbank was krachtens het huidige artikel 572bis, 3° of 9°, van
het Gerechtelijk Wetboek reeds bevoegd voor dergelijke vorderingen.
- Het
doel van de wijziging van artikel 572bis, 10° is om de familierechtbank
voortaan de bevoegdheid te verlenen om kennis te nemen van vorderingen tot
vereffening of tot verdeling bedoeld in artikel 1207 van het Gerechtelijk
Wetboek.
- De
controverse betreft de vraag welke van de twee rechterlijke instanties
(vrederechter of familierechtbank) bevoegd is voor moeilijkheden die zich
voordoen bij het opstellen van de boedelbeschrijving in het kader van een
gerechtelijke vereffening of verdeling.
- Onder
"vereffening" wordt verstaan: het geheel aan verrichtingen (in
ruime zin) die toelaten om de rechten van elk van de partijen in waarde,
zijnde cijfermatig, te bepalen. Het omvat de vaststelling van de te
verdelen massa en de waardering van de rechten.
- Artikel
4.101 wordt aangepast om de schuldeisers van een erfgenaam toe te laten
zich te verzetten tegen de vereffening (en niet alleen de verdeling)
buiten hun aanwezigheid, en om deze vereffening (en niet alleen de
verdeling) in twijfel te trekken, ook wanneer de rechten van de erfgenaam
beperkt zijn tot een vergoeding in waarde.
Mogelijke Essay Vragen
- Analyseer
de redenen waarom het wetsvoorstel noodzakelijk werd geacht om
rechtszekerheid te herstellen met betrekking tot de procedurele aanpak in
situaties waar geen onverdeeldheid bestaat, maar wel een vereffening
vereist is krachtens het huwelijksvermogensrecht of erfrecht.
- Vergelijk
de positie van de reservataire erfgenaam onder de oude wetgeving (pars
hereditatis) en de nieuwe wetgeving (vordering in waarde). Bespreek de
juridische en praktische implicaties van deze verschuiving.
- Bespreken
de verschillende doctrine opvattingen met betrekking tot de
toepasselijkheid van de procedure van gerechtelijke verdeling (artikelen
1207 e.v. Ger. W.) in gevallen zonder onverdeeldheid. Evalueer de
argumenten die worden aangehaald, zoals "qui potest plus, potest
minus" en het argument van onverdeeldheid van de passiva.
- Analyseer
de problematiek van de bevoegdheidsverdeling tussen de vrederechter en de
familierechtbank bij moeilijkheden met de boedelbeschrijving in het kader
van een gerechtelijke vereffening-verdeling. Evalueer de voorgestelde
oplossing in het wetsvoorstel en de argumenten voor de keuzevrijheid van
de notaris-vereffenaar.
- Verklaar
hoe de wijziging van artikel 1207 van het Gerechtelijk Wetboek de
procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling aanpast om rekening te
houden met gevallen waarin enkel vereffening plaatsvindt zonder verdeling.
Bespreek welke specifieke bepalingen enkel van toepassing blijven op
partijen-deelgenoten in gevallen van gedeeltelijke onverdeeldheid.
Glossarium van Kerntermen
- Minnelijke
verdeling (vereffening en, in voorkomend geval, verdeling): Een proces
waarbij partijen, wanneer zij meerderjarig en vertegenwoordigd zijn, in
onderlinge overeenstemming besluiten tot de vereffening en, indien van
toepassing, de verdeling van goederen.
- Gerechtelijke
verdeling (vereffening en, in voorkomend geval, verdeling): Een
gerechtelijke procedure, geregeld in het Gerechtelijk Wetboek (artikelen
1207 e.v.), die wordt aangewend om tot vereffening en, indien van
toepassing, verdeling van goederen te komen, vaak met tussenkomst van een
notaris-vereffenaar.
- Vereffening:
Het geheel van handelingen die noodzakelijk zijn om de rechten van
partijen in waarde (cijfermatig) vast te stellen, inclusief het bepalen
van de te vereffenen massa en de waardering van rechten.
- Verdeling:
Het proces waarbij de goederen in een onverdeeldheid fysiek worden
verdeeld onder de partijen, vaak door de vorming en toewijzing van kavels.
- Onverdeeldheid:
De situatie waarin meerdere personen gezamenlijk eigenaar zijn van
dezelfde goederen.
- Reservataire
erfgenaam: Een erfgenaam (zoals kinderen of de langstlevende
echtgenoot) die recht heeft op een wettelijk minimumdeel van de
nalatenschap (de reserve), zelfs als de overledene dit in een testament
anders heeft bepaald.
- Reserve
(pars hereditatis): Het minimumdeel van de nalatenschap dat voorheen
in goederen aan de reservataire erfgenamen moest toekomen.
- Reserve
in waarde: De huidige invulling van de reserve, waarbij de
reservataire erfgenaam wiens erfdeel beperkt wordt tot de reserve, deze in
principe ontvangt in de vorm van een vergoeding in geld, betaald door de
begunstigde(n).
- Vordering
(tegen de begunstigde): Het recht van de reservataire erfgenaam op een
geldelijke vergoeding van de begunstigde(n) in geval van inkorting van
giften die de reserve aantasten. Dit vervangt in principe het zakelijk
recht op de goederen.
- Inkorting:
Een juridische actie waarbij giften of legaten die de reserve van
reservataire erfgenamen aantasten, worden verminderd om de reserve te
herstellen.
- Boedelbeschrijving:
Een gedetailleerde lijst van de activa en passiva van een nalatenschap of
een ander te vereffenen vermogen.
- Rekenboedel:
De massa van goederen en schulden die wordt samengesteld om het
beschikbaar deel van de nalatenschap te berekenen en de rechten van de
reservataire erfgenamen vast te stellen.
- Inbreng:
De verplichting voor bepaalde erfgenamen die giften van de overledene
hebben ontvangen, om de waarde van deze giften terug te brengen in de te
vereffenen massa, zodat de gelijke behandeling van erfgenamen wordt
gerespecteerd.
- Algemene
legataris: Iemand die via testament wordt aangesteld om de gehele
nalatenschap of een evenredig deel daarvan te ontvangen.
- Familierechtbank:
De rechtbank die bevoegd is voor familiale zaken, waaronder die met
betrekking tot huwelijksvermogensrecht en nalatenschappen.
- Vrederechter:
Een rechter die bevoegd is voor kleinere geschillen, waaronder bepaalde
aspecten van nalatenschappen en onverdeeldheden, zoals de
boedelbeschrijving in bepaalde gevallen.
- Notaris-vereffenaar:
Een notaris die door de rechtbank wordt aangesteld om de vereffening en,
indien van toepassing, de verdeling van een vermogen uit te voeren.
- Staat
van vereffening (met ontwerp van vereffening en, in voorkomend geval, van
verdeling): Een document opgesteld door de notaris-vereffenaar waarin
de berekening van de rechten van de partijen wordt uiteengezet.
- Homologatie:
De gerechtelijke goedkeuring van de staat van vereffening of van
verdeling.
- Kracht
van gewijsde: De situatie waarin een gerechtelijke beslissing
definitief is en niet langer vatbaar is voor gewone rechtsmiddelen (zoals
hoger beroep).
- Uitvoerbaar
bij voorraad: Een gerechtelijke beslissing die onmiddellijk kan worden
uitgevoerd, zelfs als er nog hoger beroep mogelijk is, tenzij de rechter
anders beslist.
- Contradictie
(bezwaren): Schriftelijke opmerkingen of betwistingen van partijen met
betrekking tot de staat van vereffening of het ontwerp van verdeling
opgesteld door de notaris-vereffenaar.
- Artikel 4.101 Burgerlijk
Wetboek: Een bepaling die schuldeisers van een erfgenaam toelaat zich
te verzetten tegen de vereffening en/of verdeling buiten hun aanwezigheid.
Wat is het hoofddoel van dit wetsvoorstel met betrekking tot
gerechtelijke vereffening en verdeling?
·
Het hoofddoel van dit
wetsvoorstel is om de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende
gerechtelijke verdeling aan te passen, zodat deze ook van toepassing zijn in
gevallen waar er geen onverdeeldheid tussen partijen is, maar een vereffening
van hun rechten wel noodzakelijk is. Dit is met name relevant in situaties die
voortvloeien uit het huwelijksvermogensrecht of het erfrecht, zoals vastgelegd
in het Burgerlijk Wetboek.
Waarom is deze wetswijziging nodig, met name in het erfrecht?
·
De noodzaak van deze wijziging
vloeit voort uit recente ontwikkelingen in het erfrecht. Vroeger hadden
reservataire erfgenamen een recht op een minimumdeel van de nalatenschap in
goederen (een pars hereditatis). Met de nieuwe regeling krijgen zij hun
reserve in principe uitgekeerd als een vergoeding in waarde, betaald door de
begunstigden van inkortbare giften. Dit betekent dat de onterfde of tot zijn
reserve beperkte reservataire erfgenaam geen zakelijk recht meer heeft op de
nalatenschapsgoederen zelf, maar een vordering heeft op de begunstigde.
Bijvoorbeeld, als één kind enig legataris is en het andere kind tot zijn
reserve in waarde wordt beperkt, is er geen onverdeeldheid over de
nalatenschapsgoederen tussen hen. De bestaande procedure voor gerechtelijke
verdeling (artikel 1207 e.v. Gerechtelijk Wetboek) vereist echter in principe
het bestaan van een onverdeeldheid. Omdat er bij een reserve in waarde geen
onverdeeldheid over de goederen van de nalatenschap bestaat, is de toepassing
van de gerechtelijke verdelingsprocedure in deze gevallen controversieel. Dit
wetsvoorstel beoogt deze onzekerheid weg te nemen en rechtszekerheid te
herstellen door de toepassing van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling
expliciet mogelijk te maken, ook bij gebrek aan onverdeeldheid, wanneer enkel
vereffening noodzakelijk is.
Wat wordt verstaan onder "vereffening" in de context van dit
wetsvoorstel?
·
Onder "vereffening" in
de zin van dit voorstel wordt verstaan het geheel aan handelingen die toelaten
om de rechten van elke partij in waarde, dus cijfermatig, te bepalen. De
vereffening omvat hoofdzakelijk twee aspecten: de vaststelling van de te
verdelen massa en de waardering van de rechten van de partijen. Dit laatste
houdt in dat de rechten van ieder worden becijferd. Het omvat onder meer het
opstellen van een boedelbeschrijving, het in aanmerking nemen van activa en
passiva van de nalatenschap, en het uitvoeren van berekeningen om het bedrag
van de rechten vast te stellen, zoals de samenstelling van de rekenboedel voor
de berekening van het beschikbaar deel, de aanrekening van giften, en het in
aanmerking nemen van in te brengen giften.
Hoe lost het wetsvoorstel het probleem van de bevoegdheid tussen de
vrederechter en de familierechtbank bij de boedelbeschrijving op?
·
Momenteel bestaat er in de
rechtspraak en rechtsleer onzekerheid over de bevoegdheid van de vrederechter
en de familierechtbank bij moeilijkheden die zich voordoen tijdens het
opstellen van een boedelbeschrijving in het kader van een gerechtelijke verdeling
(of vereffening). Hoewel de heersende leer een gedeelde bevoegdheid aanneemt,
wijzen rechters in de praktijk soms hun bevoegdheid af, wat leidt tot
vertragingen. Dit wetsvoorstel beoogt dit probleem op te lossen door de
gedeelde bevoegdheid expliciet te bevestigen. De notaris-vereffenaar krijgt
hierdoor de keuze om moeilijkheden bij de boedelbeschrijving voor te leggen aan
ofwel de vrederechter (vanwege zijn nabijheid en geschiktheid voor praktische
problemen) ofwel de familierechtbank die hem heeft aangesteld (met name bij
complexere juridische kwesties of wanneer er reeds andere geschillen lopen voor
de familierechtbank).
Op welke specifieke situaties is de uitbreiding van de procedure van
gerechtelijke vereffening-verdeling van toepassing?
·
De uitbreiding van de toepassing
van de artikelen 1207 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek is beperkt tot
gevallen waarin de vereffening juridisch vereist is krachtens titel 3 van boek
2 van het Burgerlijk Wetboek (relatievermogensrecht) of boek 4 van het
Burgerlijk Wetboek (nalatenschappen, schenkingen en testamenten). Het
wetsvoorstel beoogt geen algemene uitbreiding van de bevoegdheid van de
familierechtbank tot alle gevallen van vereffening. Het richt zich voornamelijk
op situaties die ontstaan binnen het kader van huwelijksvermogensstelsels en
erfopvolging.
Wat gebeurt er met de stappen in de gerechtelijke procedure als er
alleen sprake is van vereffening en niet van verdeling?
·
Wanneer de procedure beperkt is
tot vereffening bij gebrek aan onverdeeldheid, zullen de stappen die nodig zijn
voor de vereffening van de rechten van de partijen wel worden gevolgd (zoals
het opstellen van de boedel, het bepalen van het bedrag van de rechten, etc.).
De stappen die specifiek betrekking hebben op de vorming en toewijzing van
kavels zullen echter niet van toepassing zijn. Het wetsvoorstel voorziet in
aanpassingen van de wettelijke bepalingen om dit te weerspiegelen, waarbij
bijvoorbeeld het opstellen van kavels als een "in voorkomend geval"
vereiste wordt aangeduid.
Hoe beïnvloedt deze wetswijziging de positie van schuldeisers van
erfgenamen?
·
De wijzigingen aan artikel 4.101
van het Burgerlijk Wetboek passen de bepalingen met betrekking tot het verzet
van schuldeisers aan. Momenteel kunnen schuldeisers van een erfgenaam zich
verzetten tegen een verdeling buiten hun aanwezigheid. De aanpassingen beogen
te bevestigen dat dit recht ook toekomt aan de schuldeisers van een
reservataire erfgenaam wiens rechten beperkt zijn tot een vergoeding in waarde.
Deze schuldeisers kunnen zich verzetten tegen de vereffening (en niet de
verdeling) buiten hun aanwezigheid, binnen de grenzen van de rechten van hun
schuldenaar.
Hoe wordt omgegaan met de uitvoerbaarheid van rechterlijke beslissingen
binnen de gerechtelijke vereffening-verdeling?
·
Het wetsvoorstel adresseert de
discrepantie tussen de huidige formulering van artikel 1218, § 3, 3° van het
Gerechtelijk Wetboek (dat vereist dat een beslissing in kracht van gewijsde is
gegaan om een termijn te laten lopen) en de wettelijke aanname van uitvoerbaarheid
bij voorraad van eindvonnissen sinds de wetten van 2015 en 2017. Om coherentie
te bereiken, wordt artikel 1218, § 3, 3° aangepast. Vanaf nu worden twee
gevallen voorzien: indien de beslissing uitvoerbaar bij voorraad is, begint de
termijn voor de notaris-vereffenaar te lopen op schriftelijk verzoek van een
partij die de uitvoering ervan nastreeft; indien de beslissing niet uitvoerbaar
bij voorraad is, begint de termijn te lopen wanneer de beslissing in kracht van
gewijsde is gegaan. Een gelijkaardige aanpassing wordt doorgevoerd in artikel
1223, § 5.