donderdag 29 mei 2025

Uitspraak federale rechter in verband met handelstarieven

Bron - uitspraak federale rechter

 De tekst bespreekt twee rechtszaken bij het Amerikaanse Hof voor Internationale Handel. Verschillende bedrijven en staten hebben de Amerikaanse regering aangeklaagd vanwege presidentiële tarieven die zijn opgelegd krachtens de International Emergency Economic Powers Act (IEEPA). De klagers stellen dat de tarieven onwettig zijn, waarbij de bedrijven zich richten op bredere, vergeldende tarieven en de staten zowel die als tarieven gericht op verkeer van drugs en personen aanvechten. Het Hof oordeelt dat de tarieven onwettig zijn, omdat de IEEPA de President geen onbegrensde bevoegdheid geeft om tarieven op te leggen en de specifieke verkeerstarieven niet direct "aanpakken" wat ze beogen te bestrijden. Het Hof verleent de verzoeken om een ​​samenvattend oordeel van de klagers, acht de verzoeken om een ​​voorlopige voorziening overbodig en vernietigt en verbiedt permanent de werking van de betwiste tarieven.


Briefing Document: V.O.S. Selections, Inc. e.a. versus Verenigde Staten van Amerika e.a. (Hofzaken 25-00066 & 25-00077)

Datum: 28 mei 2025

Relevante Partijen:

  • Eisers (Zaken 25-00066): V.O.S. Selections, Inc.; Plastic Services and Products, LLC d/b/a Genova Pipe; MicroKits, LLC; FishUSA Inc.; en Terry Precision Cycling LLC.
  • Eisers (Zaak 25-00077): De Staten Oregon, Arizona, Colorado, Connecticut, Delaware, Illinois, Maine, Minnesota, Nevada, New Mexico, New York, en Vermont.
  • Verweerders: De Verenigde Staten van Amerika, United States Customs and Border Protection (CBP), de Waarnemend Commissaris van CBP, de United States Trade Representative (USTR), Office of the USTR, en de Secretaris van Handel.

Rechterlijke Instantie: United States Court of International Trade

Rechters: Gary S. Katzmann, Timothy M. Reif, Jane A. Restani

Belangrijkste Thema: De geldigheid van door de President opgelegde tarieven onder de International Emergency Economic Powers Act (IEEPA).

Centrale Vraag: De centrale vraag in deze twee zaken is "whether the International Emergency Economic Powers Act of 1977 (“IEEPA”) delegates these powers [om belastingen, heffingen, invoerrechten en accijnzen te heffen en handel met buitenlandse naties te reguleren] to the President in the form of authority to impose unlimited tariffs on goods from nearly every country in the world." Het Hof concludeert: "The court does not read IEEPA to confer such unbounded authority and sets aside the challenged tariffs imposed thereunder."

Belangrijkste Ideeën en Feiten:

  1. Constitutionele Scheiding der Machten:
  • De Grondwet kent de exclusieve bevoegdheid om belastingen, heffingen, invoerrechten en accijnzen te heffen en handel met buitenlandse naties te reguleren toe aan het Congres (U.S. Const. art. I, § 8, cls. 1, 3).
  • Hoewel het Congres bevoegdheden mag delegeren aan andere takken, moet het dit doen met een "intelligible principle" om te voorkomen dat strikt wetgevende bevoegdheden worden overgedragen (gebaseerd op Gundy v. United States en Mistretta v. United States).
  • Dit beginsel, samen met de nondelegation doctrine en de major questions doctrine, fungeert als een beperking op de mate van discretionaire bevoegdheid die aan de uitvoerende macht kan worden overgedragen, met name in zaken van "'vast economic and political significance.'"
  1. Interpretatie van IEEPA:
  • De kern van de zaak ligt in de interpretatie van de IEEPA (50 U.S.C. §§ 1701–10), met name de bepaling die de President toestaat om "regulate . . . importation . . . of . . . any property in which any foreign country or a national thereof has any interest by any person . . . subject to the jurisdiction of the United States . . . ." (50 U.S.C. § 1702(a)(1)(B)).
  • Het Hof stelt dat, hoewel soortgelijke taal in de oudere Trading with the Enemy Act (TWEA) in United States v. Yoshida Int’l. Inc. (Yoshida II) werd geïnterpreteerd als het verlenen van de bevoegdheid om tarieven op te leggen, deze interpretatie beperkt was tot tijdelijke en gelimiteerde heffingen en niet een onbeperkte tariefbevoegdheid omvatte. Het Hof citeert Yoshida II: "The declaration of a national emergency is not a talisman enabling the President to rewrite the tariff schedules."
  • Het Hof concludeert dat de woorden "regulate . . . importation" in de IEEPA, gelezen in het licht van de scheiding der machten en de wetgevingsgeschiedenis, geen onbeperkte tariefbevoegdheid verlenen aan de President. Een dergelijke interpretatie zou in strijd zijn met de nondelegation doctrine en de major questions doctrine.
  • De wetgevingsgeschiedenis van de IEEPA suggereert bovendien dat het Congres de presidentiële bevoegdheid wilde beperken ten opzichte van de TWEA, en dat meer gerichte tariefbevoegdheden in niet-noodwetgeving zijn opgenomen.
  1. Toepassing op de Betwiste Tarieven:
  • De betwiste tarieven vallen in twee categorieën: de "Worldwide and Retaliatory Tariffs" en de "Trafficking Tariffs".
  • Worldwide and Retaliatory Tariffs: Deze tarieven, die op goederen uit vrijwel elk land ter wereld zijn opgelegd, worden door het Hof als onbegrensd beschouwd en vallen daarom buiten de reikwijdte van § 1702. Het Hof stelt dat deze tarieven meer gerelateerd lijken te zijn aan een "balance-of-payments deficit" (zoals een handelstekort), waarvoor het Congres specifiekere en beperktere bevoegdheden heeft gedelegeerd in Section 122 van de Trade Act van 1974.
  • Trafficking Tariffs: Deze tarieven zijn opgelegd aan producten uit Canada, Mexico en de Volksrepubliek China, ogenschijnlijk om de landen onder druk te zetten om drugshandel en andere criminele activiteiten te bestrijden. Het Hof oordeelt dat deze tarieven niet "deal with" de specifieke bedreigingen (falen van deze landen om drugshandelaren en criminelen te onderscheppen) zoals vereist door 50 U.S.C. § 1701(b). Dit artikel stelt dat IEEPA-bevoegdheden "may only be exercised to deal with an unusual and extraordinary threat . . . and may not be exercised for any other purpose." Het Hof verwerpt het argument van de regering dat de tarieven gerechtvaardigd zijn als "leverage" of "pressure" om de landen te bewegen de crisis aan te pakken, omdat dit de betekenis van "deal with" zou uithollen en elk handelen onder IEEPA mogelijk zou maken.
  1. Rechterlijke Toetsing en de Political Question Doctrine:
  • Het Hof bevestigt dat het exclusieve jurisdictie heeft over deze zaak onder 28 U.S.C. § 1581(i), aangezien de actie voortvloeit uit wetten die voorzien in tarieven, invoerrechten of andere beperkingen op de import van goederen.
  • De Political Question Doctrine sluit rechterlijke toetsing van de naleving van de Trafficking Orders met 50 U.S.C. § 1701 niet uit. Het Hof stelt dat de vraag of de acties van de President "deal with an unusual and extraordinary threat" een justiciable question of statutory construction is waarvoor er "judicially discoverable and manageable standards" zijn (gebaseerd op Baker v. Carr). Het Hof is niet belast met het beoordelen van de wijsheid van de beleidsbeslissingen van de President, maar met het interpreteren en toepassen van de door het Congres vastgestelde wettelijke beperkingen.
  1. Schade en Standing:
  • De zakelijke eisers (V.O.S. Selections e.a.) hebben Article III standing aangetoond door te stellen en te verklaren dat zij economische schade hebben geleden (en zullen blijven lijden) als gevolg van de Worldwide en Retaliatory Tariffs, inclusief hogere kosten voor materialen en goederen en spanning op de kasstroom. Het Hof verwerpt het argument van de regering dat eisers direct tarieven moeten hebben betaald om standing te hebben, en stelt dat "fair traceability is more flexible than that."
  • De State Plaintiffs hebben ook Article III standing aangetoond door "direct financial harm" te claimen als gevolg van de impact van de tarieven op de kosten van geïmporteerde goederen die essentieel zijn voor openbare diensten, en op hun vermogen om goederen en diensten aan te schaffen en te budgetteren. De regering erkent impliciet de standing van ten minste enkele staten als "importers who have personally paid tariffs".
  1. Conclusie van het Hof:
  • De Plaintiffs' Motions for Summary Judgment worden toegekend.
  • De challenged Tariff Orders worden vernietigd en hun werking wordt permanent verboden.
  • Het Hof benadrukt dat de beslissing een kwestie van wettelijke interpretatie is en niet van beleid, en dat de uniformiteit van "Duties, Imposts and Excises" (U.S. Const. art. I, § 8, cl. 1) betekent dat de ongeldigheid van de tarieven voor de eisers geldt voor iedereen.

Citaten van Belang:

  • "The court does not read IEEPA to confer such unbounded authority and sets aside the challenged tariffs imposed thereunder." (Pagina 4)
  • "While Congress . . . may not transfer to another branch powers which are strictly and exclusively legislative . . . Congress . . . may confer substantial discretion . . . to implement and enforce the laws." (Pagina 4)
  • "The declaration of a national emergency is not a talisman enabling the President to rewrite the tariff schedules." (Pagina 29)
  • "IEEPA does not authorize the Trafficking Tariffs for the separate reason that they do not meet the condition that IEEPA authority 'may only be exercised to deal with an unusual and extraordinary threat . . . and may not be exercised for any other purpose.'" (Pagina 35)
  • "The court simply asks whether the President’s action 'deal[s] with an unusual and extraordinary threat.'" (Pagina 42)
  • "Rather, the Trafficking Orders’ 'clear misconstruction' of § 1701’s 'deal with' condition renders them 'action[s] outside delegated authority.'" (Pagina 47)

Samenvattend:

Het Hof heeft geoordeeld dat de President de International Emergency Economic Powers Act (IEEPA) te breed heeft geïnterpreteerd bij het opleggen van de betwiste tarieven. Het Hof stelt dat de IEEPA geen onbeperkte bevoegdheid verleent om tarieven op te leggen, en dat de opgelegde Worldwide en Retaliatory Tariffs te onbegrensd zijn en de Trafficking Tariffs niet voldoen aan de wettelijke eis om "deal with" de verklaarde noodsituatie. Het Hof bevestigt de rechterlijke bevoegdheid om deze wettelijke beperkingen te toetsen en vernietigt en verbiedt de betwiste tarieven permanent.