Bron (161 bladzijden)
Opmerkelijk, in de hoofding van de uitspraak wordt de afbeelding van een postcard gevoegd.
De Middelen van de Eisers
De eisers, voornamelijk academische organisaties zoals de American Association of University Professors (AAUP) en de Middle East Studies Association (MESA), hebben drie belangrijke claims ingediend tegen de overheidsfunctionarissen. Deze claims zijn gericht tegen wat zij omschrijven als een "ideologisch deportatiebeleid".
-
Schending van het Eerste Amendement (Vrijheid van Meningsuiting) door een discriminerend beleid (Middel I): De eisers stellen dat de overheid een beleid voert dat non-burgers selectief vervolgt op basis van hun politieke opvattingen, met name pro-Palestijnse en anti-Israëlische standpunten. Ze beweren dat dit beleid discriminerend is op basis van het gezichtspunt ("viewpoint-discriminatory") en daardoor een schending is van de vrijheid van meningsuiting die wordt beschermd door het Eerste Amendement van de Amerikaanse Grondwet.
-
Schending van het Eerste Amendement door een campagne van dwang en dreiging (Middel II): De eisers claimen dat de overheidsfunctionarissen een campagne van dwingende dreigementen voeren om beschermde meningsuiting te bestraffen. Dit verwijst naar de vele publieke verklaringen van de president, ministers en andere functionarissen, waarin werd gedreigd met deportatie en het intrekken van visa voor non-burgers die deelnamen aan protesten of bepaalde politieke meningen uitten.
-
Schending van de Administrative Procedure Act (APA) (Middel III): De eisers stellen dat het ideologische deportatiebeleid in strijd is met de APA. Ze voeren aan dat het beleid willekeurig en onvoorspelbaar ("arbitrary and capricious") is, een misbruik van discretionaire bevoegdheid vormt, in strijd is met het constitutionele recht op vrije meningsuiting, en de wettelijke bevoegdheid van de overheidsfunctionarissen overschrijdt.
Het Antwoord van de Rechter
De rechter heeft de eisers op bijna alle punten in het gelijk gesteld en komt tot een zeer scherpe veroordeling van het handelen van de overheid.
Fundamentele Vaststelling: Vrijheid van Meningsuiting voor Non-burgers De rechter begint met de fundamentele constitutionele vraag of non-burgers die legaal in de VS verblijven dezelfde rechten op vrijheid van meningsuiting hebben als burgers. Het antwoord van de rechtbank is een ondubbelzinnig "ja, dat hebben ze". De rechter benadrukt dat het Eerste Amendement stelt "Geen wet" ("No law") en geen onderscheid maakt op basis van burgerschap.
Beoordeling van de Middelen
-
Antwoord op Middel I (Discriminerend beleid):
- De rechter oordeelt dat er duidelijk en overtuigend bewijs is dat de ministers Kristi Noem (Homeland Security) en Marco Rubio (State) opzettelijk en gecoördineerd hebben gehandeld om de vrijheid van meningsuiting van de non-burgerleden van de eisers te onderdrukken ("chill").
- De rechter verwerpt de ontkenning van de overheid dat er een dergelijk beleid bestaat. Hij stelt dat het beleid er wel degelijk was, maar "meer verraderlijk" van aard: het was niet bedoeld om alle pro-Palestijnse non-burgers te deporteren, maar om enkelen eruit te pikken en publiekelijk te straffen om zo vele anderen angst aan te jagen en tot stilte te dwingen.
- Het beleid is volgens de rechter een schending van het Eerste Amendement omdat het opzettelijk gericht is op een specifieke politieke overtuiging.
-
Antwoord op Middel II (Dwang en dreiging):
- De rechter oordeelt dat deze claim als afzonderlijke schending niet slaagt, omdat de dreigementen niet specifiek gericht waren op de leden van de eisers, maar meer in het algemeen op non-burgers.
- Echter, de rechter beschouwt de campagne van dreigementen wel als sterk indirect bewijs dat de onderdrukking van meningsuiting (zoals vastgesteld onder Middel I) opzettelijk was. De publieke uitspraken en de manier van arresteren (bijvoorbeeld door gemaskerde agenten) worden gezien als bewijs voor de intentie om angst te zaaien.
-
Antwoord op Middel III (Schending van de APA):
- De rechter stelt vast dat het beleid een "definitieve overheidsmaatregel" ("final agency action") is en onwettig is onder de APA.
- Het beleid is "in strijd met het constitutionele recht" omdat het de vrijheid van meningsuiting schendt.
- Het is ook "willekeurig en onvoorspelbaar" omdat het een plotselinge en onverklaarde omkering is van een eerder DHS-beleid uit 2021, dat expliciet stelde dat de uitoefening van het Eerste Amendement nooit een factor mocht zijn bij immigratiehandhaving. Bovendien worden immigratiewetten op een nieuwe en constitutioneel verdachte manier gebruikt zonder duidelijke wettelijke basis.
Conclusie en Volgende Stappen De rechter concludeert dat ministers Noem en Rubio hun macht hebben misbruikt om non-burgers te vervolgen vanwege hun politieke meningsuiting. Hij stelt dat de schade die de eisers hebben geleden ruimschoots is vastgesteld.
De zaak gaat nu over naar de fase van de rechtsmiddelen ("remedy"), waarin de rechter zal bepalen welke maatregelen moeten worden genomen om de constitutionele schendingen te herstellen. De rechter geeft aan dat dit complex is, maar dat er een effectieve oplossing moet komen die verder gaat dan alleen een bevel om het gedrag te staken.