1. De Feiten (Wat waren de feiten?)
De zaak betreft een klacht van de aanvrager, de heer Peeter
Helme, over vermeende online uitlokking (online entrapment) door een
undercover politieagent in Estland.
Aanleiding en Onderzoek:
- Oorsprong
van het onderzoek: Op 19 september 2019 werd een strafzaak gestart op
basis van informatie dat diverse personen internetsites (waaronder
www.facebook.com en www.armastusesaal.org) gebruikten om seksuele chats te
voeren met minderjarigen onder de 14 jaar en hen bestanden met seksuele
inhoud stuurden.
- Geheime
operatie: Tussen 8 oktober 2019 en 8 december 2019 voerde de politie
een geheime surveillanceoperatie uit op de website www.armastusesaal.org
("hall of love").
- De
undercover agent: Een politieagent gebruikte de fictieve identiteit
van een 12-jarig meisje, genaamd Marleen Ilus, onder het pseudoniem
"Marleen12".
- Interactie
met de aanvrager: Tijdens deze operatie had een persoon met de
gebruikersnaam "m41tln" (later geïdentificeerd als de aanvrager)
expliciet seksuele gesprekken via privéberichten met
"Marleen12".
- Initiatief
van de aanvrager: De afschriften toonden aan dat de aanvrager de chats
initieerde en herhaaldelijk seksgerelateerde onderwerpen ter sprake
bracht. Bijvoorbeeld vroeg hij "Marleen12" of ze al
"borsten" had, of ze had gehoord dat sommige mensen seks hadden
met zeer jonge kinderen, en of ze geïnteresseerd was in seks. Hij deed dit
nadat "Marleen12" op 8 oktober 2019 al had gezegd dat ze 12 jaar
oud was.
- Vervolging:
Op basis van deze gesprekken werden op 17 november 2019 afzonderlijke
strafprocedures gestart om de mogelijke overtreding door de gebruiker
"m41tln" te onderzoeken. De transcripten van de gesprekken
werden als bewijs gebruikt.
- Veroordeling:
De Harju County Court veroordeelde de aanvrager op 30 november 2020 wegens
poging tot seksuele verleiding van een minderjarige.
Verweer van de Aanvrager: De aanvrager betoogde dat
hij onwettig online was uitgelokt, omdat er geen voorafgaande informatie over
zijn mogelijke criminele gedrag bestond. Hij beweerde dat de gebruikersnaam
"Marleen12" opzettelijk was gekozen om mensen tot een misdrijf aan te
zetten, en dat de politie de chatroom was binnengegaan met het specifieke doel
om "seksuele verleiders" te lokken.
2. De Middelen (Wat waren de middelen?)
De middelen betroffen de autorisatie en het gebruik van een
undercover politieagent.
Autorisatie en Wettelijk Kader:
- De
procureur-generaal autoriseerde op 27 september 2019 het gebruik van een
undercover politieagent om informatie te verzamelen op de website
www.armastusesaal.org. Deze autorisatie was gebaseerd op Artikel 1269 van
het Estse Wetboek van Strafvordering.
- Overtreding:
Het gebruik van undercover agenten is toegestaan als de zaak een strafbaar
feit betreft dat onder meer genoemd wordt in Artikel 179 van het Estse
Wetboek van Strafrecht, wat gaat over het willens en wetens seksueel
verleiden van personen onder de 14 jaar.
- Nationale
Rechtmatigheid: De Harju County Court analyseerde de rechtmatigheid
van de geheime surveillanceoperatie. De rechtbank concludeerde dat er een
redelijk vermoeden bestond dat een misdrijf was gepleegd op het moment van
autorisatie. Gezien de verborgen aard van de misdaad en het feit dat het
om misdrijven tegen minderjarigen ging, was het gebruik van de undercover
agent gerechtvaardigd en proportioneel. De rechtbank oordeelde dat het
verkregen bewijs toelaatbaar was.
Gedrag van de Agent:
- De
rechtbanken (inclusief de Tallinn Court of Appeal) stelden vast dat de
politieagent de aanvrager op geen enkele manier had uitgelokt of
geprovoceerd tot gesprekken over seksuele onderwerpen.
- De
undercover agent bleef grotendeels passief en gaf meestal korte
antwoorden, terwijl de aanvrager degene was die de gesprekken initieerde
en aandringde op seksuele onderwerpen.
3. De Principes van het Hof (Welke principes gebruikt het
hof?)
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
onderzocht de klacht van de aanvrager onder Artikel 6 § 1 van het Verdrag
(het recht op een eerlijk proces), met behulp van de criteria om uitlokking (entrapment)
te onderscheiden van legitieme undercovertechnieken.
Het Hof hanteerde een tweeledige toets (de inhoudelijke en
de procedurele toets):
A. De Inhoudelijke Toets (Substantive Test)
Deze toets bepaalt of het onderzoek "essentieel
passief" was, wat betekent dat het misdrijf zonder de tussenkomst van de
autoriteiten zou zijn begaan.
- Redenen
voor de Operatie: Het Hof beoordeelt of er goede redenen waren
voor de geheime operatie.
- Gebrek
aan individueel vermoeden: De aanvrager had vóór de operatie geen
strafblad en er was geen individueel vermoeden tegen hem specifiek. De
regering bevestigde dit.
- Vermoeden
in virtuele ruimte: Het Hof achtte het feit dat er geen objectief
vermoeden tegen de aanvrager persoonlijk bestond niet
doorslaggevend, gezien de specifieke context.
- Noodzaak
in online context: In de online omgeving, vooral bij misdaden tegen
minderjarigen, is het niet altijd mogelijk of haalbaar voor de
autoriteiten om potentiële verdachten te identificeren voordat een
undercoveroperatie wordt gestart.
- Rechtvaardiging:
De autoriteiten hadden goede redenen om de operatie te starten, omdat zij
informatie hadden ontvangen over de mogelijke seksuele verleiding van
minderjarigen op die specifieke, gedefinieerde en beperkte virtuele
ruimte (de chatroom op de website). Dit vermoeden betrof een misdaad
tegen kwetsbare minderjarigen .
- Gedrag
van de Autoriteiten: Het Hof beoordeelde of de politie invloed
uitoefende om een misdrijf uit te lokken.
- Passiviteit:
De acties van de politie (het aanmaken van een profiel en chatten) waren
op zichzelf niet onwettig en veronderstelden geen illegale acties van de
persoon met wie ze communiceerden.
- Geen
Uitlokking door Naam: Het Hof vond niet dat het gebruik van de
gebruikersnaam "Marleen12" onwettige uitlokking vormde. Hoewel
de naam verwees naar de leeftijd (12), nodigde deze op geen enkele manier
uit tot communicatie van een expliciet seksuele aard.
- Initiatief:
Het Hof bevestigde dat de aanvrager vrij was om te kiezen of hij al dan
niet communiceerde en welke onderwerpen hij besprak. De undercover
politieagent liet de vereiste passieve houding niet varen, en de
aanvrager stond niet onder expliciete of impliciete druk om het misdrijf
te plegen.
B. De Procedurele Toets (Procedural Test)
Deze toets beoordeelt of de nationale rechtbanken de klacht
van de aanvrager over uitlokking op een grondige, tegensprekelijke en
allesomvattende manier hebben behandeld.
- Het
Hof merkte op dat de Harju County Court de geheime surveillance
bestudeerde en de algehele rechtmatigheid ervan beoordeelde, inclusief het
redelijke vermoeden van een misdrijf (wat de verdediging kon aanvechten).
De nationale rechtbanken hadden de argumenten van de aanvrager behandeld
en de transcripten van de chats geanalyseerd.
4. De Beslissing (Wat werd er beslist?)
Het Hof kwam tot de volgende conclusies:
- Ontvankelijkheid:
De aanvraag werd unaniem ontvankelijk verklaard.
- Oordeel
over Uitlokking: Het Hof concludeerde dat het beschikbare materiaal
toeliet vast te stellen dat het gebruik van een undercover politieagent in
deze zaak niet neerkwam op uitlokking zoals gedefinieerd in de
jurisprudentie van het Hof .
- Schending
van Artikel 6 § 1: Het Hof oordeelde, met zes stemmen tegen één, dat
er geen schending was van Artikel 6 § 1 van het Verdrag.
Inzicht (Belangrijkste Afwijking van Eerdere
Jurisprudentie): De uitspraak is significant omdat het een nieuwe basis
verschaft voor undercoveroperaties in de online omgeving, die geen
voorafgaand geïndividualiseerd vermoeden vereist tegen een specifiek individu.
Het Hof accepteerde dat een "objectief vermoeden dat specifiek was voor
een gedefinieerde en beperkte virtuele ruimte" (de chatroom) voldoende was
om de operatie te rechtvaardigen, met name in de context van misdrijven tegen
minderjarigen.