Samenvatting vragen en antwoorden 56K0019 – 16 juli
2025
Overzicht van de Vragen
- Vraag 322: Controle op werking proefbank voor vuurwapens te Luik
- Vraag 323: Werking proefbank voor vuurwapens te Luik
- Vraag 324: Regionale werking proefbank voor vuurwapens
- Vraag 326: De grondwet- en kernwetgevingscultuur
- Vraag 327: Maatregelen naar aanleiding van antisemitische moorden in Washington
- Vraag 328: Omkadering van de plaatsing van minderjarigen
- Vraag 329: De toepassing van buitenlands recht in Belgische rechtbanken
- Vraag 330: Jacht op mini-gsm's in de gevangenis
- Vraag 331: Toepassing van levenslang rijverbod bij verstekvonnissen
- Vraag 332: Terugvordering onterechte juridische tweedelijnsbijstand
- Vraag 333: Protestacties van de magistraten en de impact ervan
- Vraag 334: Daadwerkelijk functioneren van de tuchtraad voor gerechtsdeurwaarders
- Vraag 335: Vervrouwelijking van de magistratuur
- Vraag 336: Agressie tegen hulpdiensten en het gerechtelijke antwoord erop
- Vraag 337: Reactie van de justitie op verkeersongevallen
- Vraag 338: Gecoördineerde openbrievenactie van de magistratuur
- Vraag 339: Plannen voor een Belgische gevangenis in Kosovo
- Vraag 340: Aantal voogden voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
- Vraag 341: Database voor oude wetgeving in voege van voor 1830
- Vraag 342: Pilootproject AI van het Belgisch Staatsblad
- Vraag 343: Omgangsrecht grootouders
- Vraag 344: Parentale ontvoering
- Vraag 345: Woon- en onderhoudskosten
- Vraag 346: Dossier Aalter - Transparantie, communicatie en beleidsopvolging
- Vraag 347: Krantenkoppen in verband met omkoping van parlementsleden
- Vraag 348: Verzoek van de Franse Gemeenschap aan het federale niveau om het elektronisch toezicht te prefinancieren
- Vraag 349: Strijd tegen internationale drugshandel
- Vraag 350: Minderjarige daders bij zedenfeiten en seksueel geweld
- Vraag 351: Financiering van terrorisme
- Vraag 352: Vervallenverklaring Belgische nationaliteit
- Vraag 353: Het juridisch vacuüm tussen uithandengeving en internering
- Vraag 354: Niet-indexering van subsidies voor begeleiding bij alternatieve straffen
- Vraag 355: Transparantie en belangenvermenging bij medewerkers van ministeriële kabinetten
- Vraag 356: Steekincidenten en messendracht
- Vraag 357: Aantal uitleveringen VAE
- Vraag 358: Wantoestanden in Het Huis vzw
- Vraag 359: Dossiers rond cocaïnewasserijen, kelderlabo's en drugsafvaldumpingen
- Vraag 360: Inzet inbeslaggenomen voertuigen
- Vraag 361: Agressie tegen vuilnisophalers
- Vraag 362: Analyse rechtshulpverzoeken aan Marokko
Vraag 322: Controle op werking proefbank voor vuurwapens te Luik
Samenvatting van de vraag: De vraag gaat over het bestuur en de controle op de proefbank voor vuurwapens in Luik. Deze instelling test alle vuurwapens die in België worden gemaakt of ingevoerd voordat ze op de markt mogen komen. Sinds een hervorming in 2018 heeft de proefbank een raad van bestuur en een directeur. De vraagsteller wil weten hoe de minister het nieuwe wettelijke kader van 2018 evalueert, welke vooruitgang is geboekt in het professioneel beheer en hoe de controle op deze instelling wordt uitgevoerd.
Samenvatting van het antwoord: De minister van Justitie antwoordt dat deze vraag niet onder haar bevoegdheid valt. De vraag moet gesteld worden aan de minister van Werk, Economie en Landbouw.
Vraag 323: Werking proefbank voor vuurwapens te Luik
Samenvatting van de vraag: Deze vraag gaat ook over de proefbank die vuurwapens test. De vragensteller wil weten hoe de minister de werking van de proefbank en het wettelijke kader uit 2018 evalueert, met name op het gebied van transparantie en dienstverlening. Er wordt ook gevraagd naar een overzicht van de prestaties van de laatste vijf jaar, zoals het aantal aanvragen en de doorlooptijden. Tot slot wordt gevraagd of er plannen zijn om de werking transparanter te maken, bijvoorbeeld door een jaarverslag te publiceren.
Samenvatting van het antwoord: Ook op deze vraag antwoordt de minister van Justitie dat dit niet haar bevoegdheid is. De vraag moet worden gericht aan de minister van Werk, Economie en Landbouw.
Vraag 324: Regionale werking proefbank voor vuurwapens
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller merkt op dat de wet van 2018 het mogelijk maakt om naast de locatie in Luik ook elders in België "antennes" of vestigingen van de proefbank op te richten. Er wordt gevraagd naar de regionale spreiding van de klanten (Vlaanderen, Brussel, Wallonië) en of er plannen zijn om nieuwe antennes op te richten. Ook wordt geïnformeerd naar andere maatregelen om de proefbank toegankelijker te maken.
Samenvatting van het antwoord: De minister van Justitie stelt dat deze parlementaire vraag buiten haar bevoegdheid valt. De vraag is voor de minister van Werk, Economie en Landbouw.
Vraag 326: De grondwet- en kernwetgevingscultuur
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller merkt op dat belangrijke historische juridische documenten in België, zoals de Grondwet van 1830, weinig bekend zijn bij het grote publiek. De vraag is of de minister bereid is om in overleg met andere instanties deze documenten zichtbaarder te maken, bijvoorbeeld via tentoonstellingen, en welke stappen ze wil nemen om een bredere "grondwetcultuur" te bevorderen.
Samenvatting van het antwoord: De minister antwoordt dat dit onderwerp eerder onder de bevoegdheid van de ministers van Federale Culturele Instellingen en Wetenschapsbeleid valt. De FOD Justitie is echter bereid om een inhoudelijke bijdrage te leveren als er een tentoonstelling zou worden georganiseerd.
Vraag 327: Maatregelen naar aanleiding van antisemitische moorden in Washington
Samenvatting van de vraag: Naar aanleiding van een antisemitische aanslag in Washington maakt de vraagsteller zich zorgen over de toenemende vijandigheid jegens de Joodse gemeenschap in België. De vragen zijn: hebben de parketten instructies gekregen voor een snelle reactie op haat en dreigementen?, Heeft de waakzaamheidscel antisemitisme genoeg middelen?, Is er coördinatie tussen Justitie, Binnenlandse Zaken en Joodse verenigingen?, en overweegt de minister strengere wetten of straffen voor antisemitische daden, ook online?.
Samenvatting van het antwoord: De minister geeft aan dat België al uitgebreide wetgeving heeft tegen racisme en haatmisdrijven, waaronder antisemitisme. Er is een nultolerantiebeleid van kracht voor de parketten. De "waakzaamheidscel antisemitisme" is in 2022 vervangen door een nationaal coördinatiemechanisme, waarin overheden en Joodse organisaties samenwerken. De regering werkt aan een interfederaal actieplan tegen racisme, waarvoor de minister van Gelijke Kansen verantwoordelijk is. Het huidige wettelijke kader wordt als voldoende beschouwd, ook voor haatmisdrijven via het internet.
Vraag 328: Omkadering van de plaatsing van minderjarigen
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller uit zorgen over de plaatsing van minderjarigen door een rechterlijke beslissing, waarbij soms sprake zou zijn van ondoorzichtigheid of wantoestanden. Als voorbeeld wordt de zaak van een geadopteerde tiener genoemd, die onterecht van zijn ouders gescheiden zou zijn. De vragen gaan over de wettelijke waarborgen, de controle op de beslissingen, de rol van onafhankelijke experts, en of de FOD Justitie van plan is de transparantie en de opleiding van jeugdrechters te verbeteren.
Samenvatting van het antwoord: Het antwoord op deze vraag is vanwege de omvang rechtstreeks naar het Kamerlid gestuurd en is niet in het openbare verslag opgenomen.
Vraag 329: De toepassing van buitenlands recht in Belgische rechtbanken
Samenvatting van de vraag: Belgische rechtbanken moeten soms buitenlands recht toepassen, bijvoorbeeld in familiezaken of handelsgeschillen met een internationaal karakter. Hoewel de FOD Justitie een gespecialiseerde cel heeft om magistraten te ondersteunen, blijft dit in de praktijk een uitdaging. De vraag is of de FOD Justitie cijfers heeft over hoe vaak dit gebeurt en of het wenselijk is om dit in de toekomst systematisch te registreren.
Samenvatting van het antwoord: De minister antwoordt dat het College van hoven en rechtbanken niet beschikt over volledige en betrouwbare cijfers over het aantal dossiers waarin buitenlands recht is toegepast. De codes die gebruikt worden om dossiers te categoriseren, specificeren zelden dat het om buitenlands recht gaat, op enkele uitzonderingen na.
Vraag 330: Jacht op mini-gsm's in de gevangenis
Samenvatting van de vraag: In Frankrijk is een grote actie ("Prison Break") gehouden om miniatuur-gsm's in gevangenissen op te sporen, die gebruikt worden om misdrijven te plegen. De vraag is welke lessen België hieruit trekt, of dergelijke gsm's ook in Belgische gevangenissen worden gevonden en hoe de minister de maatregelen tegen cybercriminaliteit door gedetineerden beoordeelt.
Samenvatting van het antwoord: De minister stelt dat het opsporen van gsm's een standaard controlemaatregel is in Belgische gevangenissen, via onder andere metaaldetectie, fouilles en speciale "sweepingequipes". Er wordt ook geïnvesteerd in nieuwe technologieën, zoals signaalverstoorders (jammers) en speurhonden die ICT-materiaal kunnen opsporen. Er zijn cijfers over inbeslagnames, maar het type gsm wordt niet geregistreerd. Er zijn geen signalen dat de specifieke miniatuur-gsm's een opvallende trend zijn in België. Wanneer nieuwe strafbare feiten worden vastgesteld, wordt het parket op de hoogte gebracht. Het "overgooien" van voorwerpen in de gevangenis is sinds kort ook strafbaar gesteld.
Vraag 331: Toepassing van levenslang rijverbod bij verstekvonnissen
Samenvatting van de vraag: De vraag gaat over het "levenslang rijverbod" dat kan worden opgelegd bij lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid, vaak wanneer de beklaagde niet op de zitting verschijnt (verstekvonnis). Artikel 43 van de wegverkeerswet stelt dat het rijverbod ingaat "bij betekening" van het vonnis. De vraagsteller wil weten wat "betekening" precies betekent (aan de persoon zelf, op het laatst bekende adres?) en of dit uniform wordt geïnterpreteerd door parketten en politiediensten. Er wordt gevraagd om meer duidelijkheid hierover te scheppen.
Samenvatting van het antwoord: De minister legt uit dat het rijverbod wegens ongeschiktheid, uitgesproken bij verstek, inderdaad ingaat bij de betekening van het vonnis. De betekening kan op verschillende manieren gebeuren (elektronisch, in persoon, aan de woonplaats). In tegenstelling tot een rijverbod als straf, hoeft men bij deze veiligheidsmaatregel niet te wachten tot de verzetstermijn is verstreken; het rijverbod gaat onmiddellijk in na betekening, ook als de veroordeelde verzet aantekent. De minister stelt dat de wet duidelijk is en dat een extra omzendbrief of wetswijziging niet nodig is. Over de uniforme interpretatie in de praktijk kon geen informatie worden verkregen van het openbaar ministerie.
Vraag 332: Terugvordering onterechte juridische tweedelijnsbijstand
Samenvatting van de vraag: Volgens de wet kan juridische bijstand (pro-Deoadvocaat) worden stopgezet als iemand niet meer aan de voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld omdat diegene toch genoeg geld heeft of niet meewerkt. De vraagsteller wil weten in hoeveel dossiers de onterecht betaalde vergoedingen de afgelopen drie jaar zijn teruggevorderd, om welke bedragen het ging en hoeveel daarvan effectief is terugbetaald.
Samenvatting van het antwoord: De minister verduidelijkt dat het stopzetten van de bijstand (artikel 508/18) iets anders is dan het terugvorderen van de vergoedingen (artikel 508/20). De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie is verantwoordelijk voor de terugvordering van deze bedragen, niet de FOD Justitie. De minister heeft hierover dus geen statistieken en verwijst de vraagsteller door naar de minister van Financiën.
Vraag 333: Protestacties van de magistraten en de impact ervan
Samenvatting van de vraag: De vraag gaat over de protestacties van magistraten tegen de pensioenhervorming en de onderfinanciering van Justitie, wat leidt tot het uitstellen van rechtszaken. Ook heeft het federaal parket aangekondigd geen antwoord meer te geven op parlementaire vragen. De vraagsteller wil weten hoe het recht op een proces binnen een redelijke termijn wordt gegarandeerd, of de magistraten betrokken zullen worden bij de uitwerking van hervormingen, en wat de minister vindt van de beslissing van het parket om vragen niet meer te beantwoorden.
Samenvatting van het antwoord: De minister is op de hoogte van de acties en betreurt de negatieve impact op de dienstverlening. Om aan de noden tegemoet te komen, zijn er vier werkgroepen opgericht met vertegenwoordigers van de rechterlijke macht, wat heeft geleid tot een hefboomplan voor de rechterlijke orde op het vlak van gebouwen, veiligheid, budget en de aantrekkelijkheid van het beroep. De beslissing van het parket om geen vragen meer te beantwoorden, maakt deel uit van de protestactie en de minister vindt dit geen wenselijke situatie.
Vraag 334: Daadwerkelijk functioneren van de tuchtraad voor gerechtsdeurwaarders
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller merkt op dat de nieuwe tuchtraad voor gerechtsdeurwaarders, die begin 2024 werd opgericht om wanpraktijken tegen te gaan, eind april 2025 nog steeds niet operationeel was. Er wordt gevraagd waarom dit zo lang duurt, of de raad inmiddels volledig operationeel is en, zo niet, wat er nog moet gebeuren.
Samenvatting van het antwoord: De vertraging wordt veroorzaakt door de procedure voor het huishoudelijk reglement, dat na goedkeuring en opmerkingen van de administratie, ter advies moest worden voorgelegd aan de Nationale Kamers van notarissen en gerechtsdeurwaarders. Daarnaast heeft de tuchtraad specifieke IT-noden omdat het een autonoom orgaan is. De tuchtraad is reeds gedeeltelijk operationeel en heeft al enkele dringende dossiers behandeld om verjaring te voorkomen. De minister geeft aan dat de werking van de tuchtraad deze legislatuur geëvalueerd zal worden.
Vraag 335: Vervrouwelijking van de magistratuur
Samenvatting van de vraag: De Hoge Raad voor de Justitie meldt dat een grote meerderheid van de deelnemers en geslaagden voor de examens voor magistraat vrouw is. Ook uit andere cijfers blijkt dat het beroep sterk vervrouwelijkt, met 60% vrouwelijke rechters en procureurs in België. De vraagsteller wil weten wat de oorzaken zijn van deze trend en hoe de minister kijkt naar de mogelijkheid dat de magistratuur een niet-gemengde beroepsgroep wordt.
Samenvatting van het antwoord: De minister bevestigt de cijfers en de trend; bij jonge magistraten is het aandeel vrouwen nog hoger. Deze evolutie volgt de algemene maatschappelijke trend van de vervrouwelijking van de arbeidsmarkt en het feit dat er meer vrouwen afstuderen in het hoger onderwijs, met name aan de rechtenfaculteiten. Ook de toenemende aandacht voor het evenwicht tussen werk en privéleven speelt een rol. De minister is ervan overtuigd dat de magistratuur een afspiegeling van de samenleving moet zijn en volgt de man/vrouw-verhouding jaarlijks op.
Vraag 336: Agressie tegen hulpdiensten en het gerechtelijke antwoord erop
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller maakt zich zorgen over de toename van agressie tegen hulpverleners, zoals ambulanciers. Een voorbeeld wordt gegeven van een ambulancier die werd aangevallen met een mes, waarbij de dader een werkstraf kreeg. De vraag is of de minister van plan is om de minimale straffen voor geweld tegen hulpverleners te verzwaren, zodat de straf in verhouding staat tot de ernst van de feiten.
Samenvatting van het antwoord: De minister deelt mee dat er met de wet van 18 januari 2024 al een belangrijke vooruitgang is geboekt. Gezondheidszorgberoepen, waaronder ambulanciers, vallen nu onder artikel 410bis van het Strafwetboek, wat betekent dat de straffen worden verzwaard bij opzettelijk lichamelijk letsel. Deze strafverzwaringen zijn ook overgenomen in het nieuwe Strafwetboek dat op 29 februari 2024 werd aangenomen.
Vraag 337: Reactie van de justitie op verkeersongevallen
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller geeft enkele schrijnende voorbeelden van ernstige verkeersongevallen, vaak met vluchtmisdrijf en/of onder invloed, waarbij de straffen als te licht en de procedures als te traag worden ervaren. De minister heeft aangekondigd een nieuw misdrijf \'verkeersdoodslag\' te willen introduceren. De vraag is wat dit precies zal inhouden, welke straffen eraan gekoppeld worden en wat de planning is. Ook wordt gevraagd naar maatregelen om procedures te versnellen.
Samenvatting van het antwoord: De minister is erg begaan met de problematiek en de strafbaarstelling van doding in het verkeer is opgenomen in een wetsontwerp dat momenteel binnen de regering wordt besproken. De bedoeling is om de ernst van de feiten beter weer te geven en het lijden van slachtoffers te erkennen. Dit ontwerp zal zo snel mogelijk aan het Parlement worden voorgelegd. Vluchtmisdrijf is een prioriteit voor de parketten, en het nieuwe Strafwetboek zou door vereenvoudiging en harmonisering het risico op verjaring moeten helpen beperken.
Vraag 338: Gecoördineerde openbrievenactie van de magistratuur
Samenvatting van de vraag: Magistraten hebben open brieven gestuurd naar Kamerleden om de chronische onderfinanciering van justitie en de dalende aantrekkelijkheid van het beroep aan te klagen. Er wordt gevraagd naar de analyse van de minister, hoe de extra 141 miljoen euro voor Justitie in 2025 zal worden besteed, welke maatregelen er komen om het beroep aantrekkelijker te maken en wat haar mening is over het feit dat het Belgische justitiebudget lager is dan het Europese gemiddelde.
Samenvatting van het antwoord: De minister neemt de signalen ernstig en is in overleg met de rechterlijke orde via thematische taskforces over gebouwen, veiligheid, middelen en de aantrekkelijkheid van het beroep. De extra budgettaire middelen voor 2025 zullen in overleg met de rechterlijke macht worden toegekend voor een gerichte versterking. Om het beroep aantrekkelijker te maken, zullen de salarisvoorwaarden tijdens de gerechtelijke stage worden verbeterd en wordt er een employer branding-campagne gelanceerd.
Vraag 339: Plannen voor een Belgische gevangenis in Kosovo
Samenvatting van de vraag: Uit berichtgeving blijkt dat België, net als Denemarken, gesprekken voert met Kosovo over het oprichten van een Belgische gevangenis daar. De vraagsteller wil weten met welke landen gesprekken zijn gevoerd, wat er concreet met Kosovo is besproken, over welk type gedetineerden het zou gaan, wat de kosten zijn, en hoe de juridische bescherming en mensenrechten van de gedetineerden gegarandeerd zullen worden.
Samenvatting van het antwoord: De minister bevestigt de ambitie om penitentiaire capaciteit in het buitenland te huren of creëren en is van plan verkennende missies uit te voeren naar Europese rechtsstaten, maar noemt geen specifieke landen om de onderhandelingen niet te bemoeilijken. Het gaat specifiek om capaciteit voor veroordeelde gedetineerden zonder verblijfsrecht, met het oog op terugkeer naar hun land van herkomst. De mensenrechten van gedetineerden staan centraal en alle beslissingen zullen worden getoetst aan het EVRM. Er zijn momenteel nog geen formele onderhandelingen en er is een juridische analyse opgestart naar de haalbaarheid.
Vraag 340: Aantal voogden voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller verwijst naar een eerder tekort aan voogden voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) en wil recente cijfers. Er wordt gevraagd naar het huidige aantal voogden (vrijwillig, zelfstandig, etc.), de evolutie van dit aantal, het gemiddeld aantal voogdijen per voogd, hoeveel NBMV\'s wachten op een voogd, wat de wachttijd is en welke aanwervingsrondes er gepland zijn.
Samenvatting van het antwoord: Momenteel zijn er 715 actieve voogden (557 vrijwillig, 88 zelfstandig, 19 met vennootschap, 51 als werknemer). Dit is een stijging ten opzichte van 683 in januari 2025 en 669 in januari 2024. Het gemiddeld aantal pupillen varieert sterk per type voogd (van 2,2 voor vrijwilligers tot 23,6 voor voogden met een vennootschap). Er staan 3.550 jongeren onder voogdij. Belangrijk is dat er momenteel geen wachttijd meer is; jongeren die naar een privéadres of de tweede opvangfase verhuizen, krijgen direct een voogd toegewezen. Er zijn aanwervingen gepland.
Vraag 341: Database voor oude wetgeving in voege van voor 1830
Samenvatting van de vraag: In België is nog steeds wetgeving van voor 1830 van kracht, maar de officiële teksten zijn moeilijk te vinden. Een eenvoudige database zou niet alleen historisch onderzoek, maar ook de vereenvoudiging en actualisering van de wetgeving helpen. De vraag is of hier al initiatieven voor zijn genomen en of de minister bereid is een opdracht te geven aan de Koninklijke commissie voor de uitgave van oude wetten en verordeningen.
Samenvatting van het antwoord: De minister antwoordt dat er al rechtshistorische teksten beschikbaar zijn in de databank van geconsolideerde wetgeving (Justel). Het gaat vooral om Nederlandse en Franse regels die van kracht bleven na de onafhankelijkheid. Een volledig overzicht ontbreekt echter. Zolang deze oude regels van toepassing zijn, zullen ze in Justel geconsolideerd worden, al is dit een officieuze versie. De Koninklijke Commissie staat open voor een samenwerking om haar expertise ter beschikking te stellen voor een dergelijke opdracht.
Vraag 342: Pilootproject AI van het Belgisch Staatsblad
Samenvatting van de vraag: Bij de vernieuwing van de website van het Belgisch Staatsblad in 2024 werd aangekondigd dat er een AI-tool zou worden geïntegreerd om de zoekfunctie te verbeteren. De vraagsteller wil weten wat de stand van zaken is van dit project en of er ook wordt gekeken naar een bredere inzet van AI, bijvoorbeeld om kruisverwijzingen te visualiseren of conflicterende definities op te sporen.
Samenvatting van het antwoord: De minister legt uit dat er vorig jaar een proefproject rond generatieve AI is opgezet binnen de FOD Justitie, waarbij het Belgisch Staatsblad als proefcorpus werd gebruikt omdat het geen persoonsgevoelige data bevat. Het doel was vooral om te testen of de IT-infrastructuur klaar is voor AI-toepassingen. Het proefproject werd technisch afgerond begin 2025. Gezien andere prioriteiten zijn er op korte termijn geen concrete verdere ontwikkelingen gepland rond AI binnen het Belgisch Staatsblad. Er wordt wel een transversale groep opgezet binnen de FOD Justitie om de mogelijkheden van AI te bespreken.
Vraag 343: Omgangsrecht grootouders
Samenvatting van de vraag: Grootouders hebben sinds 1995 het wettelijke recht om naar de familierechtbank te stappen om een omgangsrecht met hun kleinkinderen af te dwingen, als dit in het belang van het kind is. De vraagsteller wil weten hoeveel vorderingen hiervoor zijn ingediend in de laatste vier jaar en wat het percentage van toekenning of afwijzing is, opgesplitst per jaar en per gerechtelijk arrondissement.
Samenvatting van het antwoord: Het antwoord op deze vraag is door de omvang ervan rechtstreeks naar het Kamerlid gestuurd en niet in het openbare Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen.
Vraag 344: Parentale ontvoering
Samenvatting van de vraag: De vraag gaat over ouderontvoering, waarbij een ouder een kind zonder toestemming naar het buitenland meeneemt. De FOD Justitie kan tussenkomen via de Centrale Autoriteit voor Internationale Kinderontvoeringen wanneer het kind naar een land wordt gebracht waarmee een verdrag is gesloten. De vraagsteller vraagt naar statistieken sinds 2021 over het aantal dossiers, procedures en veroordelingen, het aantal vrijwillige versus gedwongen oplossingen, de landen waar kinderen het vaakst terechtkomen, en het aantal kinderen dat uiteindelijk terugkeert.
Samenvatting van het antwoord: De minister geeft gedetailleerde statistieken. Sinds 2021 zijn er in 174 dossiers gerechtelijke procedures opgestart. Het Kinderontvoeringsverdrag is een burgerrechtelijk verdrag en leidt niet tot een strafrechtelijke veroordeling. De meeste dossiers worden afgesloten met een vrijwillige oplossing; zo waren er in 2022 bijvoorbeeld 61 vrijwillige oplossingen tegenover 5 gedwongen uitvoeringen. Tussen 2021 en nu had de ontvoerende ouder in 119 dossiers de Belgische nationaliteit. Sinds 2021 zijn 198 dossiers afgesloten waarbij de kinderen zijn teruggekeerd. Voor een gedetailleerd overzicht per land wordt verwezen naar de website van de FOD Justitie.
Vraag 345: Woon- en onderhoudskosten
Samenvatting van de vraag: De vraag is of de minister van Justitie, naast haar ministerieel loon, ook een vergoeding krijgt voor woon- of huishoudkosten, en of ze de beschikking heeft over een woonruimte in Brussel of elders.
Samenvatting van het antwoord: De minister verwijst voor het antwoord naar een eerdere, reeds beantwoorde vraag (nr. 162 van 10 april). Ze voegt eraan toe dat ze niet beschikt over informatie van haar voorgangers.
Vraag 346: Dossier Aalter - Transparantie, communicatie en beleidsopvolging
Samenvatting van de vraag: Naar aanleiding van de "zaak Aalter" en een verklaring van de minister in de Kamer, vraagt het Kamerlid om volledige transparantie. Er worden zeer gedetailleerde vragen gesteld over de communicatie tussen de administratie, de gemeente Aalter en het kabinet. Er wordt gevraagd naar een tijdlijn van contacten, verslagen van vergaderingen, de inhoud van een specifieke ontwerpbrief, en wie wanneer op de hoogte was van het dossier. Ook wordt gevraagd naar een mogelijk wetgevend initiatief om de praktijk in Aalter onmogelijk te maken.
Samenvatting van het antwoord: De minister antwoordt dat zij en de minister van Binnenlandse Zaken op 18 juni 2025 alle gevraagde beschikbare informatie via een digitale drager aan de Kamer van volksvertegenwoordigers hebben bezorgd. Ze verwijst ook naar haar antwoorden op interpellaties en mondelinge vragen in de Kamer op 28 mei en 19 juni 2025.
Vraag 347: Krantenkoppen in verband met omkoping van parlementsleden
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller verwijst naar krantenkoppen waarin de minister de traagheid van het Parlement in de strijd tegen omkoping van volksvertegenwoordigers aan de kaak stelde. Hij vraagt de minister om de feiten van omkoping te specificeren die deze "felle verklaringen" onderbouwen.
Samenvatting van het antwoord: De minister verduidelijkt dat haar bezorgdheid ging over het gebrekkig omzetten van de aanbevelingen van GRECO (Group of States Against Corruption). Sinds 2014 zijn er 15 aanbevelingen voor het Parlement en justitie. Terwijl justitie er 6 van de 7 heeft omgezet, heeft het Parlement slechts 1 van de 8 aanbevelingen geïmplementeerd. De openstaande aanbevelingen gaan onder meer over een geschenken- en lobbyregister en uitgebreidere vermogensaangiftes. Als er niet snel actie wordt ondernomen, zal het Belgisch Parlement een slechte beoordeling krijgen, wat reputatieschade inhoudt.
Vraag 348: Verzoek van de Franse Gemeenschap aan het federale niveau om het elektronisch toezicht te prefinancieren
Samenvatting van de vraag: De Franse Gemeenschap heeft de federale overheid om prefinanciering gevraagd voor elektronisch toezicht (enkelbanden) en alternatieve straffen. De federale regering wil hier meer gebruik van maken om de overbevolking in gevangenissen tegen te gaan, maar de uitvoering en de kosten vallen onder de deelgebieden. De vraag is wat het antwoord van de minister is op dit verzoek, om welk bedrag het gaat en wat de totale geschatte kosten zijn.
Samenvatting van het antwoord: De minister bevestigt dat de federale regering en de deelstaten een akkoord hebben bereikt over de prefinanciering voor de periode 2025-2027. Voor de Franse gemeenschap gaat het om een bedrag van €16.757.479,20. Dit bedrag is een voorschot op een eventuele latere verhoging van de dotatie en wordt ten laste genomen op de algemene begroting, niet op die van Justitie. Voor de totale kosten verwijst de minister naar de bevoegde deelstaat.
Vraag 349: Strijd tegen internationale drugshandel
Samenvatting van de vraag: De vraag gaat over de versterkte samenwerking van België met Colombia, Panama, Costa Rica en de Verenigde Naties (UNODC) in de strijd tegen internationale drugshandel via zeehavens. Er worden vragen gesteld over het budget dat hieraan is besteed, de concrete resultaten van een werkbezoek, de gemaakte afspraken en de plannen om de ISPS-code (veiligheidscode voor schepen en havens) te hervormen.
Samenvatting van het antwoord: Het antwoord op deze vraag is door de omvang ervan rechtstreeks naar het Kamerlid gestuurd en is niet in het openbare Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen.
Vraag 350: Minderjarige daders bij zedenfeiten en seksueel geweld
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller wijst op de maatschappelijke aandacht voor het feit dat ook minderjarigen daders kunnen zijn van zedenfeiten. Om dit probleem goed aan te pakken, is er zicht nodig op de omvang ervan. Er worden cijfers gevraagd over de afgelopen vijf jaar: hoeveel minderjarigen als verdachte werden geregistreerd voor feiten als aanranding, verkrachting en sexting, in hoeveel gevallen dit leidde tot een zaak voor de jeugdrechter, en welke maatregelen er werden opgelegd.
Samenvatting van het antwoord: Het antwoord op deze vraag is vanwege de omvang rechtstreeks aan het Kamerlid bezorgd en is niet opgenomen in het openbare verslag.
Vraag 351: Financiering van terrorisme
Samenvatting van de vraag: Volgens het jaarverslag van het federaal parket is er een toename van verzoeken uit derde landen om rekeningen te bevriezen in het kader van terrorismefinanciering. Dit legt een grote druk op het parket. De vraag is hoeveel verzoeken er sinds 2020 zijn geweest, uit welke landen ze kwamen, of ze werden ingewilligd, en of het federaal parket problemen ondervindt om aan alle verzoeken te voldoen.
Samenvatting van het antwoord: De minister antwoordt dat het College van het openbaar ministerie op 16 april heeft aangekondigd geen antwoorden meer te zullen geven op parlementaire vragen. De gevraagde informatie is daarom momenteel niet beschikbaar.
Vraag 352: Vervallenverklaring Belgische nationaliteit
Samenvatting van de vraag: De wet biedt de mogelijkheid om de Belgische nationaliteit van iemand te ontnemen als die persoon bepaalde misdrijven heeft gepleegd. De vraagsteller wil weten in hoeveel gevallen het openbaar ministerie dit sinds 2020 heeft gevorderd en in hoeveel gevallen de rechter dit daadwerkelijk heeft uitgesproken, en voor welke feiten.
Samenvatting van het antwoord: Ook hier verwijst de minister naar het persbericht van 16 april waarin het College van het openbaar ministerie aankondigde geen elementen van antwoord meer te zullen verschaffen in het kader van parlementaire vragen. De informatie is dus niet beschikbaar.
Vraag 353: Het juridisch vacuüm tussen uithandengeving en internering
Samenvatting van de vraag: De Commissie van Toezicht voor Jeugdinstellingen beschrijft een geval van een minderjarige die werd geïnterneerd en in een detentiecentrum verbleef dat niet bevoegd is voor internering en dus niet de nodige zorg kan bieden. Volgens de commissie is er sprake van een "juridisch vacuüm". De vraag is of de minister dit probleem erkent, hoeveel gevallen er zijn en welke stappen ze zal nemen om te zorgen dat ook minderjarige geïnterneerden de juiste opvang en zorg krijgen.
Samenvatting van het antwoord: De minister bevestigt dat dit heel uitzonderlijk kan voorvallen. Volgens de wet moet een uit handen gegeven minderjarige die wordt opgesloten, in een gemeenschapscentrum voor minderjarigen verblijven om contact met volwassenen te vermijden. Volgens de minister is er eerder sprake van een botsing van regels dan van een juridisch vacuüm: de regel van gescheiden plaatsing versus de interneringswet die plaatsing in een zorginstelling voorschrijft. Ze geeft aan dat dit punt besproken kan worden in een taskforce over geïnterneerden en dat ze met haar collega van Volksgezondheid zal overleggen over de financiering van aangepaste zorg.
Vraag 354: Niet-indexering van subsidies voor begeleiding bij alternatieve straffen
Samenvatting van de vraag: De subsidies voor diensten die instaan voor de begeleiding bij alternatieve straffen (zoals werkstraffen) worden sinds 2015 niet meer geïndexeerd. Dit brengt de werking van deze diensten, die essentieel zijn voor de strafuitvoering, in gevaar en legt een zware last op de gemeenten die het tekort bijpassen. De vraag is welke financiële hefbomen de minister kan activeren om het werk van deze organisaties te ondersteunen.
Samenvatting van het antwoord: De minister erkent de essentiële rol van de lokale partners en begrijpt de problemen door de niet-indexering. Het subsidiemechanisme is in 2015 ontworpen met een "gesloten enveloppe", binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, en het koninklijk besluit verbiedt indexering niet expliciet. Het departement Justitie heeft jaarlijks verhogingen van de kredieten aangevraagd, maar die zijn niet altijd succesvol geweest. Voor dit jaar is opnieuw een verzoek ingediend.
Vraag 355: Transparantie en belangenvermenging bij medewerkers van ministeriële kabinetten
Samenvatting van de vraag: Naar aanleiding van een bericht in de media over een kabinetsmedewerker die ook als fiscaal advocaat werkt, worden vragen gesteld over mogelijke belangenvermenging. De vraagsteller wil een overzicht van alle medewerkers op het kabinet van de minister van Justitie, welke nevenactiviteiten zij uitoefenen, welke regels er gelden rond belangenconflicten, en of medewerkers financiële belangen moeten melden.
Samenvatting van het antwoord: De minister verwijst voor de samenstelling van haar kabinet naar de website van de regering, met inachtneming van de GDPR-wetgeving. Ze geeft wel details over de tewerkstellingspercentages en contractuele statuten van haar 40 medewerkers. Voor de nevenactiviteiten verwijst ze naar de wettelijke verplichting voor kabinetsmedewerkers om hun mandaten en beroepen jaarlijks aan te geven bij het Rekenhof, waar deze lijsten openbaar zijn. De medewerkers zijn op de hoogte gebracht van de deontologische code. Op basis van de beschikbare informatie is er geen sprake van belangenconflicten bij deelname aan werkgroepen.
Vraag 356: Steekincidenten en messendracht
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller merkt op dat het aantal incidenten met messen en steekwapens in België sterk is toegenomen. Er worden cijfers gevraagd over de jaren 2022-2024 en 2025: het aantal geregistreerde steekincidenten, het aantal vervolgingen en veroordelingen, het aantal in beslag genomen wapens, en het aantal minderjarige of niet-Belgische daders. Tot slot wordt gevraagd of een strengere aanpak nodig is.
Samenvatting van het antwoord: De omvangrijke reactie op deze vraag is rechtstreeks aan het Kamerlid verzonden en niet in het openbare verslag opgenomen.
Vraag 357: Aantal uitleveringen VAE
Samenvatting van de vraag: In december 2021 sloot België een uitleveringsverdrag met de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), een bekend schuiloord voor criminelen. De vraagsteller wil weten hoeveel verzoeken tot uitlevering er sindsdien zijn gedaan, wat de stand van zaken is in deze dossiers en hoeveel criminelen er effectief zijn uitgeleverd.
Samenvatting van het antwoord: Tot nu toe zijn er 41 uitleveringsverzoeken aan de VAE gericht (5 in 2022, 14 in 2023, 10 in 2024 en 12 in 2025). De meeste dossiers (23) bevinden zich nog in de beginfase van de procedure in de VAE. Recent werden drie uitleveringen officieel goedgekeurd op het hoogste niveau. Er hebben tot nu toe zes effectieve uitleveringen plaatsgevonden: één eind 2023, twee in 2024, en drie op 13 juli. Daarnaast waren er vier uitzettingen. Het aantal beslissingen in de VAE over Belgische verzoeken zit in stijgende lijn.
Vraag 358: Wantoestanden in Het Huis vzw
Samenvatting van de vraag: De vraagsteller maakt zich, na nieuwe getuigenissen, opnieuw zorgen over de werking van organisaties zoals Het Huis vzw, die in opdracht van de familierechtbank begeleide contacten tussen ouders en kinderen organiseren. Omdat deze organisaties optreden als een verlengstuk van de rechterlijke macht, is federaal toezicht een verplichting. Er worden vragen gesteld over het aantal verwijzingen, het aantal klachten, de controlemechanismen en of de minister een wettelijk erkennings- en toezichtskader overweegt.
Samenvatting van het antwoord: Het antwoord op deze omvangrijke vraag is rechtstreeks aan de indiener bezorgd en werd niet in het publieke verslag opgenomen.
Vraag 359: Dossiers rond cocaïnewasserijen, kelderlabo's en drugsafvaldumpingen
Samenvatting van de vraag: Het aantal dossiers rond cocaïnewasserijen, drugslabo's en het dumpen van drugsafval neemt fors toe. De vraagsteller vraagt om een overzicht van het aantal geopende dossiers sinds 2020 en in hoeveel van die gevallen dit heeft geleid tot een vervolging en veroordeling, per jaar en per gerechtelijk arrondissement.
Samenvatting van het antwoord: Voor het aantal geopende dossiers verwijst de minister naar de aankondiging van het openbaar ministerie dat het geen antwoord meer zal geven op parlementaire vragen. Wat de veroordelingen betreft, kunnen de gevraagde statistieken niet worden geleverd. Het centraal strafregister registreert individuele veroordelingen op basis van de wettelijke kwalificatie van het misdrijf, zonder contextuele elementen zoals de link met een specifiek fenomeen (bv. drugslabo's).
Vraag 360: Inzet inbeslaggenomen voertuigen
Samenvatting van de vraag: Voertuigen die in beslag worden genomen in strafonderzoeken kunnen door de politie worden gebruikt. Dit brengt risico's met zich mee als de verdachte wordt vrijgesproken en het voertuig moet worden teruggegeven. De vraag is hoeveel voertuigen op deze manier worden ingezet, hoeveel er moesten worden teruggegeven en in hoeveel gevallen dit leidde tot een schadevergoeding.
Samenvatting van het antwoord: De minister stelt dat het College van het openbaar ministerie heeft aangekondigd geen antwoord meer te zullen geven op parlementaire vragen. De gevraagde informatie is daarom niet beschikbaar.
Vraag 361: Agressie tegen vuilnisophalers
Samenvatting van de vraag: Agressie tegen vuilnisophalers en medewerkers van recyclageparken blijft een groot probleem. De vraag is in hoeveel dossiers de daders van dergelijke agressie sinds 2020 zijn vervolgd en in hoeveel gevallen ze ook effectief zijn veroordeeld, per jaar en per gerechtelijk arrondissement.
Samenvatting van het antwoord: Informatie over het aantal vervolgingen is niet beschikbaar, omdat het openbaar ministerie geen antwoord meer geeft op parlementaire vragen. Statistieken over veroordelingen kunnen ook niet worden geleverd. Het centraal strafregister houdt geen gegevens bij over de context van een misdrijf, zoals het beroep van het slachtoffer.
Vraag 362: Analyse rechtshulpverzoeken aan Marokko
Samenvatting van de vraag: Het jaarverslag 2024 van het federaal parket stelt dat een aanzienlijk deel van de rechtshulpverzoeken aan Marokko betrekking heeft op drugshandel. De vraagsteller wil een overzicht van het aantal verzoeken sinds 2020 en op welke soort misdrijven deze betrekking hebben.
Samenvatting van het antwoord: Het antwoord op deze vraag werd rechtstreeks naar het Kamerlid gestuurd en is, gezien de omvang, niet opgenomen in het openbare Bulletin van Vragen en Antwoorden.
```