woensdag 10 september 2025

Arrest Hof van Justitie - Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 september 2025. GB tegen Minister van Asiel en Migratie.

Bron

Podcast

Wat is de kern van deze zaak?

Stel je voor dat iemand illegaal in Nederland verblijft en het land moet verlaten. Deze persoon wordt vastgezet (in bewaring gesteld) zodat de autoriteiten de terugkeer kunnen regelen. Maar wat als die persoon zegt dat terugkeer gevaarlijk is, of dat hij een jong kind heeft hier in Europa? De Nederlandse rechter die de opsluiting moet controleren, vroeg aan het Europese Hof: "Moet ik, als rechter, dan ook controleren of die terugkeer wel echt mag volgens de Europese regels, zelfs als er al eerder is besloten dat die persoon terug moet?"


Het Europese Hof heeft hierop geantwoord met belangrijke regels die de bescherming van mensenrechten van die persoon versterken. Dit ging over de zaak van GB, een Algerijnse staatsburger die in Nederland was vastgezet met het oog op zijn verwijdering naar Algerije.

De Belangrijkste Europese Wetten en Principes in deze Zaak:

  1. Terugkeerrichtlijn (Richtlijn 2008/115/EG): Dit is een Europese wet die gemeenschappelijke regels opstelt voor hoe EU-landen mensen die illegaal verblijven, moeten terugsturen. Het doel is een effectief, maar ook humaan terugkeerbeleid, waarbij altijd de grondrechten en waardigheid van de betrokkenen worden gerespecteerd.
  2. Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het "Handvest"): Dit is een document met alle belangrijke mensenrechten die binnen de EU gelden. Belangrijke rechten die hier ter sprake komen zijn:
    • Recht op vrijheid (Artikel 6 Handvest). Vastzetten (in bewaring stellen) is een ernstige inbreuk op dit recht.
    • Verbod op foltering en onmenselijke behandeling (non-refoulement) (Artikel 4 en 19, lid 2 Handvest, in combinatie met Artikel 33 van het Vluchtelingenverdrag). Dit betekent dat je iemand nooit mag terugsturen naar een land waar hij een reëel risico loopt op de doodstraf, foltering, of onmenselijke/vernederende behandelingen of bestraffingen. Dit is een absoluut verbod.
    • Recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven (Artikel 7 Handvest).
    • Rechten van het kind (Artikel 24, lid 2 Handvest). Het belang van het kind moet altijd voorop staan.
    • Recht op een effectief rechtsmiddel (Artikel 47 Handvest). Dit betekent dat je de mogelijkheid moet hebben om je te verdedigen voor een rechter.
  3. Artikel 5 van de Terugkeerrichtlijn ("Non-refoulement, belang van het kind, familie- en gezinsleven en gezondheidstoestand"): Dit artikel verplicht lidstaten om rekening te houden met het belang van het kind, familie- en gezinsleven, de gezondheidstoestand en vooral het beginsel van non-refoulement bij het uitvoeren van de richtlijn.

De Specifieke Situatie van GB:

GB had een verzoek om internationale bescherming (asiel) ingediend, maar verscheen niet op de zitting. Zijn verzoek werd afgewezen en dit besluit werd een definitief terugkeerbesluit (hij moest terug). Later werd hij in bewaring gesteld om zijn terugkeer naar Algerije te regelen. Voordat hij werd vastgezet, gaf GB aan dat hij vreesde voor onmenselijke behandelingen in Algerije en dat hij vader was geworden van een kind in Frankrijk waarvoor hij wilde zorgen.

De Nederlandse rechter merkte op dat deze belangrijke punten (het risico op onmenselijke behandeling en zijn gezinsleven) nog nooit goed waren onderzocht in de procedure. Volgens de Nederlandse wet mocht die rechter dit niet zelf beoordelen, maar hij vroeg zich af of Europees recht dit wel eiste.

Wat Heeft het Europese Hof Beslist? (De Antwoorden op de Vragen):

Het Hof benadrukt dat de opsluiting van GB ernstig ingrijpt op zijn recht op vrijheid. Daarom moet een rechter die de rechtmatigheid van zo'n opsluiting toetst, heel goed controleren of aan alle voorwaarden is voldaan.

  1. Over het non-refoulement-principe (niet terugsturen naar gevaar):

    • Het Hof zegt dat de rechter die de opsluiting toetst, verplicht is om te controleren of het non-refoulement-principe zich verzet tegen de verwijdering van GB naar Algerije.
    • Dit moet de rechter zo nodig zelfs uit zichzelf doen (ambtshalve toetsen), ook al heeft de persoon het zelf niet expliciet zo geformuleerd.
    • Het is een absoluut verbod. Als er een reëel risico is op foltering of onmenselijke behandeling in het land van bestemming, mag de persoon niet worden teruggestuurd, ongeacht wat zijn gedrag is geweest en zelfs als het terugkeerbesluit al definitief is.
    • Als de rechter constateert dat het non-refoulement-principe zich tegen de verwijdering verzet, dan is de opsluiting niet langer gerechtvaardigd en moet de persoon onmiddellijk worden vrijgelaten.
    • Het is niet voldoende om te zeggen dat iemand maar een nieuw asielverzoek moet indienen om zich hierop te beroepen. Deze bescherming moet in alle stadia van de procedure worden gegarandeerd.
  2. Over het belang van het kind en het familie- en gezinsleven:

    • Ook hier beslist het Hof dat de rechter die de opsluiting toetst, verplicht is om te controleren of het belang van het kind en het familie- en gezinsleven zich verzetten tegen de verwijdering.
    • Deze belangen moeten eveneens zo nodig ambtshalve door de rechter worden meegenomen.
    • Hoewel deze rechten niet zo absoluut zijn als het verbod op foltering (ze kunnen soms worden beperkt onder strikte voorwaarden), moeten ze wel op alle momenten van de procedure goed worden meegewogen, inclusief tijdens de detentie voor verwijdering.
    • Ook hier geldt: als de rechter oordeelt dat deze belangen zich verzetten tegen de verwijdering, is de opsluiting niet langer gerechtvaardigd en moet de persoon onmiddellijk worden vrijgelaten.

Waarom is dit Belangrijk?

Dit arrest verduidelijkt dat nationale rechters een cruciale rol hebben bij de bescherming van mensenrechten, zelfs wanneer iemand al definitief is vastgesteld om te worden teruggestuurd. Het zorgt ervoor dat fundamentele rechten, zoals het recht op leven, vrijheid, en bescherming tegen foltering, maar ook het belang van kinderen en gezinnen, op elk moment van de terugkeerprocedure opnieuw kunnen en moeten worden beoordeeld, vooral als iemand wordt vastgehouden voor die terugkeer. Dit is een belangrijke waarborg om te voorkomen dat mensen onterecht aan gevaar worden blootgesteld of hun families onnodig uiteenvallen.