dinsdag 26 augustus 2025

Wet van 18 juli 2025 - Gezinshereniging: diverse wijzigingen

Wet

Bron

Hieronder vindt u een overzichtelijke toelichting van de wetswijziging gezinshereniging 2025 in vraag- en antwoordvorm:


Algemeen Overzicht van de Wet van 18 juli 2025

V: Wat houdt de "Wetswijziging Gezinshereniging 2025" in? A: De wet van 18 juli 2025, die in werking trad op 18 augustus 2025, wijzigt de Verblijfswet met betrekking tot gezinshereniging. Deze wet brengt aanzienlijke hervormingen en beperkingen met zich mee, met name voor begunstigden van subsidiaire bescherming. De wet verstrengt de inkomstenvoorwaarde, introduceert of verlengt wachttermijnen, en verhoogt de leeftijdsgrens voor partners tot 21 jaar in principe. Ook wordt een nieuwe indeling ingevoerd voor het recht op gezinshereniging, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen erkende vluchtelingen (EV), subsidiair beschermden (SB), staatlozen (SL) en tijdelijk beschermden (TB), en tussen 'meereizende' en 'nareizende' familieleden.


V: Wanneer is de wet in werking getreden? A: De wet trad in werking op 18 augustus 2025.

V: Zijn er overgangsperiodes voorzien voor de nieuwe regels? A: Ja, er is een overgangsperiode van 2 jaar voor bepaalde categorieën.

  • Voor aanvragen gezinshereniging met Belgen en met vreemdelingen die vóór 18-8-2025 al een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden hadden, blijven de oude regels gelden indien de aanvraag vóór 18-8-2027 wordt ingediend.
  • Voor verlengingen van een verblijfsrecht dat is toegekend vóór 18-8-2025, blijven de oude regels van toepassing. Als de gezinshereniging tussen 18-8-2025 en 18-8-2027 werd toegestaan op basis van de oude regels, gelden die ook voor de verlenging, maar vanaf 18-8-2027 gelden de nieuwe voorwaarden voor verlengingen bij alle categorieën. Vanaf 18-8-2027 gelden de nieuwe regels voor alle verlengingen.

Specifieke Wijzigingen per Categorie

V: Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor begunstigden van subsidiaire bescherming? A: Voor begunstigden van subsidiaire bescherming zijn er veel hervormingen en beperkingen.

  • Gezinsvorming (als de gezinsband na aankomst in België is ontstaan) is niet langer mogelijk voor subsidiair beschermden met een beperkt verblijf, tenzij ze wachten op een onbeperkt verblijfsrecht of een statuutswijziging. De gezinsbanden moeten reeds vóór aankomst van de subsidiair beschermde in België bestaan voor gezinshereniging met beperkt verblijf.
  • De mogelijkheid tot gezinshereniging van nareizende ouders met niet-begeleide begunstigden van subsidiaire bescherming wordt afgeschaft.
  • De 'grace period' van 1 jaar, waarin men vrijgesteld was van materiële voorwaarden (zoals bestaansmiddelen), wordt afgeschaft voor familieleden die komen samenleven met de begunstigde van subsidiaire bescherming. Zij moeten nu bestaansmiddelen, huisvesting en ziekteverzekering aantonen.
  • Er wordt een wachttermijn van 2 jaar ingevoerd voor aanvragen ingediend door nareizende familieleden van subsidiair beschermden. Deze termijn vervalt alleen wanneer de subsidiair beschermde zich enkel laat vervoegen door minderjarige of meerderjarige gehandicapte kinderen, op voorwaarde dat de familiebanden reeds vóór aankomst bestonden.
  • De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) is niet langer verplicht af te wijken van de eis om officiële documenten voor te leggen die de bloed- of aanverwantschapsband aantonen bij nareizende familieleden van subsidiair beschermden, al kan de DVZ dit nog wel doen.
  • Meereizende gezinsleden van de subsidiair beschermde kunnen voortaan allen een aanvraag gezinshereniging indienen in België, zonder buitengewone omstandigheden te moeten aantonen.
  • De leeftijdsgrens voor gezinshereniging met een partner (echtgenoot of wettelijk geregistreerde partner) wordt in principe 21 jaar voor subsidiair beschermden, behalve voor meereizende partners waar de grens 18 jaar is.
  • Retributie moet voortaan betaald worden door nareizende familieleden die gezinshereniging aanvragen met subsidiair beschermden, en door familieleden van subsidiair beschermden met onbeperkt verblijf indien de gezinsbanden nog niet bestonden voor aankomst in België.
  • Het verblijfsrecht van het familielid van een subsidiair beschermde kan worden beëindigd, bijvoorbeeld wanneer een wettelijk geregistreerde partner huwt met een andere persoon.

V: Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor begunstigden van tijdelijke bescherming? A: Ook voor begunstigden van tijdelijke bescherming zijn er belangrijke wijzigingen.

  • Art. 57/34/1 Vw wordt geschrapt, en familieleden die zich hierop baseerden, moeten hun aanvraag nu indienen op basis van art. 10bis, §2/1 Vw.
  • Er wordt een wachttermijn van 2 jaar ingevoerd bij aanvragen gezinshereniging met tijdelijk beschermden op basis van art. 10bis, §2/1 Vw. Deze wachttermijn vervalt wanneer de tijdelijk beschermde zich enkel laat vervoegen door minderjarige of meerderjarige gehandicapte kinderen.
  • De wet voorziet geen mogelijkheid tot gezinsvorming; de gezinsbanden moeten reeds bestaan voordat de tijdelijk beschermde in België aankwam.
  • De nieuwe bestaansmiddelenvereiste is van toepassing voor gezinshereniging met tijdelijk beschermden die onder art. 10bis, §2/1 Vw vallen.
  • Het verblijfsrecht van het familielid van een tijdelijk beschermde kan worden beëindigd, bijvoorbeeld wanneer een wettelijk geregistreerde partner huwt met een andere persoon.
  • De leeftijdsgrens voor gezinshereniging met een partner wordt in principe 21 jaar.

V: Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor erkende vluchtelingen en staatlozen? A: De wet maakt nu een duidelijk onderscheid tussen gezinshereniging met erkende vluchtelingen (EV) en subsidiair beschermden (SB), wat voorheen niet het geval was.

  • Meereizende familieleden kunnen de aanvraag gezinshereniging indienen in België zonder bijzondere omstandigheden te moeten aantonen.
  • De 'grace period' (vrijstelling van materiële voorwaarden) wordt ingekort van 12 maanden naar 6 maanden. Binnen deze 6 maanden moet een begin van bewijs van identiteit en verwantschap worden voorgelegd, en uiterlijk 10 maanden na toekenning van de status moet het dossier volledig zijn.
  • Er moet voortaan een retributie betaald worden bij aanvragen tot gezinsvorming (als de verwantschap nog niet bestond voor aankomst van de referentiepersoon) met erkende vluchtelingen en staatlozen. Dit geldt voor aanvragen gezinsvorming vanaf 18-8-2025, en vanaf 18-8-2027 voor gevallen vóór 18-8-2025.
  • De leeftijdsgrens voor gezinshereniging met een partner is 21 jaar.

V: Wat verandert er voor ouders van niet-begeleide minderjarigen? A: De ouders van niet-begeleide subsidiair beschermden zullen geen recht meer hebben op gezinshereniging. Ook de nareizende (andere) ouder van een begeleide minderjarige begunstigde van internationale bescherming zal geen recht meer hebben op gezinshereniging. Deze personen kunnen wel nog steeds een humanitair visum aanvragen.

V: Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor derdelanders met onbeperkt verblijf? A: Voor familieleden van derdelanders met onbeperkt verblijf gelden de volgende veranderingen:

  • Een aanpassing aan de wachttermijn voor gezinshereniging en gezinsvorming. Deze stijgt naar 2 jaar, maar wordt teruggebracht tot 1 jaar als de gezinsbanden reeds bestonden vóór aankomst van de referentiepersoon in België. De termijn vervalt volledig wanneer enkel minderjarige of gehandicapte kinderen gezinshereniging aanvragen.
  • De bestaansmiddelenvereiste wordt verstrengd.
  • De huisvestingsvoorwaarde wordt hervormd.
  • Familieleden van begunstigden van internationale bescherming en staatlozen die samenleven met de begunstigde/staatloze, krijgen voortaan op hetzelfde moment een verblijfsrecht van onbeperkte duur als de referentiepersoon, mits zij aan de voorwaarden voldoen en geen gevaar vormen.

V: Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor arbeidsmigranten? A: De wijzigingen voor gezinshereniging met arbeidsmigranten zijn relatief beperkt, maar het referentiebedrag brengt een bijkomende werklast met zich mee. De wijzigingen gelden voor aanvragen met arbeidsmigranten die lang verblijf kregen na 18-8-2025 en bij verlengingen na die datum.

  • De bestaansmiddelenvereiste.
  • De leeftijdsgrens bij gezinshereniging tussen partners.
  • De huisvestingsvoorwaarde.

V: Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor derdelanders met beperkt verblijf (inclusief medisch geregulariseerden)? A: Op aanvragen gezinshereniging met medisch geregulariseerden zijn de regels van toepassing die gelden voor derdelanders met beperkt verblijf.

  • De huisvestingsvoorwaarde.
  • De bestaansmiddelenvereiste.
  • Er is een aparte regeling voor begunstigden van subsidiaire en tijdelijke bescherming, en een wachttermijn voor gezinshereniging met humanitair geregulariseerden, wat niet het geval is bij gezinshereniging met andere personen met beperkt verblijf.

V: Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor personen met humanitaire regularisatie (artikel 9bis)? A: In principe zijn dezelfde regels van toepassing als voor derdelanders met beperkt verblijf, maar er is een belangrijke hervorming.

  • Er wordt een wachttermijn van 2 jaar voorzien voor gezinshereniging met personen met een verblijfsstatuut op basis van art. 9bis Vw.
  • De bestaansmiddelenvereiste en de huisvestingsvereiste worden gewijzigd.

V: Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor Belgen en wanneer treden ze in werking? A: Voor Belgen treden de wijzigingen pas in werking vanaf 18 augustus 2027.

  • De verhoging van het referentiebedrag, de invoering van een bijkomende verhoging per gezinslid ten laste, en een hervorming van de behoefteanalyse.
  • De leeftijdsgrens voor gezinshereniging met een partner wordt in principe 21 jaar.
  • De huisvestingsvoorwaarde wordt hervormd, maar voor Belgen blijft vooralsnog de vrije bewijsvoering van toepassing.

V: Wat is de impact van deze wet op Unieburgers? A: De wet heeft een beperkte impact op familieleden van Unieburgers. De enige wijziging is de verschuiving van de bewijslast in het kader van een behoefteanalyse wanneer de economisch niet-actieve Unieburger riskeert niet voldoende bestaansmiddelen te hebben om te voorkomen dat hij of zijn familie ten laste valt van de Belgische sociale bijstand. Deze wijziging geldt pas voor aanvragen vanaf 18-8-2027 als de Unieburger vóór 18-8-2025 al verblijfsrecht had.

Algemene Thematische Wijzigingen

V: Wat is er veranderd aan de bestaansmiddelenvereiste? A: De wet van 18 juli 2025 hervormt de bestaansmiddelenvereiste voor zowel derdelanders als Belgen.

  • Het nieuwe referentiebedrag is niet langer gebaseerd op 120% van het leefloon, maar op 110% van het gemiddeld gewaarborgde minimum maandinkomen (GGMMI). Dit komt neer op ongeveer 2323,079 euro netto voor één gezinslid.
  • Dit bedrag wordt verhoogd met 10% per gezinslid ten laste, zowel in België als in het buitenland.
  • De bewijslast voor de behoefteanalyse verschuift volledig naar de aanvrager als deze het referentiebedrag niet kan aantonen. De DVZ is niet meer verplicht stukken op te vragen.
  • De doelstelling is om zelfredzaamheid te garanderen en te voorkomen dat men afhankelijk wordt van openbare overheden.

V: Wie krijgt te maken met een wachttermijn voor gezinshereniging en hoe lang duurt deze? A: De wet voorziet wachttermijnen voor verschillende categorieën derdelanders.

  • Derdelanders met onbeperkt verblijfsrecht: De wachttermijn stijgt naar 2 jaar. Deze wordt teruggebracht tot 1 jaar als de gezinsbanden reeds bestonden vóór aankomst in België. De termijn vervalt volledig wanneer enkel minderjarige of gehandicapte kinderen gezinshereniging aanvragen.
  • Subsidiair of tijdelijk beschermden: Een wachttermijn van 2 jaar wordt ingevoerd, wanneer de aanvraag ingediend wordt op basis van art. 10bis, §2/1 Vw. Deze vervalt wanneer de referentiepersoon zich enkel laat vervoegen door minderjarige of gehandicapte kinderen, mits de familiebanden reeds bestonden vóór aankomst.
  • Humanitair geregulariseerden (art. 9bis Vw): Een wachttermijn van 2 jaar wordt ingevoerd.

V: Wat zijn de nieuwe leeftijdsgrenzen voor gezinshereniging met een partner? A: Voor gezinshereniging met een echtgenoot of wettelijk geregistreerde partner van een Belg of een derdelander zullen beide partners voortaan in principe 21 jaar moeten zijn. Een uitzondering geldt voor partners die samenleven met de begunstigde van internationale bescherming, en indien de gezinsband reeds bestond vóór aankomst van de referentiepersoon in België; zij moeten minstens 18 jaar zijn. Deze wijziging geldt niet voor Unieburgers en hun partners. De wetgever wil hiermee het risico op gedwongen huwelijken inperken.

V: Wat verandert er aan de huisvestingsvoorwaarde? A: De voorwaarde van huisvesting wordt hervormd voor zowel derdelanders als Belgen. Deze hervorming treedt echter pas in werking wanneer een koninklijk besluit (KB) de maatregel concretiseert, en dit besluit is er nog niet. De nieuwe bepaling stelt dat men moet aantonen te beschikken over 'behoorlijke huisvesting die als normaal beschouwd wordt voor een vergelijkbaar gezin en welke voldoet aan de wettelijk geldende criteria inzake veiligheid en hygiëne'. Zolang het KB ontbreekt, blijven de oude regels van toepassing.

V: Wordt er nog onderscheid gemaakt tussen 'gewone' geregistreerde partnerschappen en partnerschappen gelijkgesteld aan het huwelijk? A: Nee, de nieuwe artikelen 10, 10bis en 40ter Vw bevatten geen gelijkstelling meer inzake de voorwaarden voor gezinshereniging tussen echtgenoten en partners met partnerschappen gelijkgesteld aan het huwelijk. Geregistreerde partnerschappen (uit andere landen) zullen voortaan ook moeten aantonen dat zij een duurzame en stabiele partnerrelatie hebben, blijkend uit bijvoorbeeld minstens 1 jaar onafgebroken samenwonen, elkaar minstens 2 jaar kennen met regelmatig contact en minstens drie ontmoetingen van in totaal 45 dagen, of een gemeenschappelijk kind.

Kritiek en Openstaande Vragen

V: Welke kritiek is er geuit op deze wet, met name wat betreft de overeenstemming met het Unierecht en grondrechten? A: Op verschillende punten rijzen vragen over de interpretatie en de overeenstemming met het Unierecht en de grondrechten.

  • De Raad van State (RvS) heeft kritiek geuit op het grote verschil tussen erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden. De rechtvaardiging dat het verblijf van subsidiair beschermden tijdelijk is, wordt niet aanvaard door de RvS, omdat subsidiaire bescherming verlengbaar is en vluchtelingenstatus ook kan eindigen. De RvS stelt dat de voorwaarden voor gezinshereniging voor beide groepen gelijkgetrokken moeten worden als er geen andere rechtvaardiging is, en dat de wachttermijn voor subsidiair beschermden moet worden afgeschaft.
  • Er zijn vragen over de legitimiteit van de ongelijke behandeling van wachttermijnen tussen subsidiair/tijdelijk beschermden en de meeste andere derdelanders met beperkt verblijf.
  • De RvS stelde ook dat de bepalingen over de bestaansmiddelenvereiste herzien moesten worden omdat ze dreigen te discrimineren, met name het onderscheid tussen partners en minderjarige kinderen die de referentiepersoon vervoegen.
  • De hoogte van het nieuwe referentiebedrag (110% van het GGMMI) en de daaraan gekoppelde verschuiving van de bewijslast bij de behoefteanalyse roept vragen op, omdat het leefloon al bedoeld is voor een menswaardig bestaan en een nog hoger bedrag mogelijk buitensporig is. Het is ook onduidelijk waarom een netto referentiebedrag gebaseerd is op 110% van een brutominimumloon.
  • Het onderscheid dat wordt gemaakt naargelang het tijdstip waarop de gezinsbanden ontstonden (gezinsvorming versus gezinshereniging) kan strijdig zijn met de EHRM-rechtspraak die dit onderscheid veroordeelt.
  • Er zijn bedenkingen of de kortere grace period voor erkende vluchtelingen en staatlozen effectief de zelfredzaamheid zal stimuleren, gezien de moeilijke omstandigheden waarin veel familieleden aanvragen doen.

V: Zijn er nog onduidelijkheden of delen van de wet die verdere regelgeving vereisen? A: Ja, er zijn nog heel wat onduidelijkheden en delen die verdere uitvoering behoeven.

  • De concrete uitwerking van de hervormde huisvestingsvoorwaarde moet nog worden bepaald bij een in ministerraad overlegd KB, dat nog niet is gepubliceerd.
  • De nieuwe bepaling over de nieuwkomersverklaring is nog niet van toepassing, omdat hiervoor een samenwerkingsakkoord tussen de gemeenschappen nodig is, dat op dit moment ontbreekt.
  • De manier waarop aanvragen gezinshereniging met een erkende vluchteling of staatloze kunnen worden ingediend en hoe het bewijs van de voorwaarden moet gebeuren, moet nog worden verfijnd.