zondag 24 augustus 2025

Circulaire 2025/C/49 betreffende de wijzigingen doorgevoerd aan art. 444, WIB 92 door de programmawet van 18.07.2025

Bron

Hieronder vindt u een volledige, overzichtelijke en eenvoudige uitleg van de omzendbrief in de vorm van veelgestelde vragen en antwoorden. De belangrijkste punten zijn vetgedrukt voor de duidelijkheid.


V1: Waarover gaat deze omzendbrief precies? A1: Deze omzendbrief bespreekt de wijzigingen die zijn aangebracht aan artikel 444 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) door de programmawet van 18.07.2025. Dit artikel regelt de belastingverhogingen (ook wel fiscale boetes genoemd) die de belastingadministratie kan opleggen wanneer u problemen heeft met uw inkomstenbelasting. Het doel is om de procedure voor het opleggen van deze verhogingen duidelijker en eerlijker te maken.


V2: Wanneer kunt u zo'n belastingverhoging krijgen? A2: Een belastingverhoging kan in principe worden opgelegd in de volgende situaties:

  • Als u geen belastingaangifte indient.
  • Als u uw aangifte te laat indient.
  • Als u een onvolledige of onjuiste aangifte indient.

De hoogte van deze verhoging hangt af van de aard en de ernst van de overtreding. De verhogingen kunnen variëren van 10% tot 200% van de belastingen die verschuldigd zijn op de niet-aangegeven of te laat aangegeven inkomsten. De grondslag voor de berekening van de belastingverhoging in de inkomstenbelastingen is de belasting die verschuldigd is op het niet-aangegeven of laattijdig aangegeven inkomstengedeelte, vóór enige verrekening van voorheffingen, belastingkredieten of voorafbetalingen. Niet-aangegeven inkomsten omvatten bijvoorbeeld verhogingen van bruto-inkomsten of verworpen kosten. Een verwerping van een aftrekbare besteding van het totale netto-inkomen (TNI) wordt ook gelijkgesteld met een inkomstenverhoging, aangezien dit het Globaal Belastbaar Inkomen (GBI) verhoogt. Als een belastingvermindering wordt verworpen, veroorzaakt dit meestal wel een hogere belasting, maar dit komt niet door een inkomstenverhoging. In dat geval zal de toegepaste verhoging geen financieel effect hebben (0 euro), maar de overtreding telt wel altijd mee voor de rangorde.

V3: Wat is de belangrijkste verandering die de nieuwe wet introduceert? A3: De belangrijkste verandering is dat er wordt afgezien van een belastingverhoging als het uw eerste overtreding is én deze te goeder trouw is begaan. Dit betekent dat als u voor het eerst een fout maakt in uw aangifte, zonder de bedoeling om belasting te ontduiken, u in principe geen boete krijgt. Bovendien wordt bij zo'n eerste overtreding verondersteld dat u te goeder trouw handelde, tenzij de belastingadministratie kan bewijzen dat dit niet het geval was. Dit vermoeden van goede trouw is echter niet van toepassing in geval van een aanslag van ambtswege (zie V12).

V4: Zijn er situaties waarin u sowieso geen belastingverhoging krijgt? A4: Ja, in de volgende gevallen wordt er geen belastingverhoging toegepast:

  • Als de niet-aangegeven of te laat aangegeven inkomsten minder dan 2.500 euro bedragen. Hoewel u geen boete krijgt, wordt de overtreding wel geregistreerd en telt deze mee voor een eventuele toekomstige rangorde van overtredingen. Dit geldt ook voor roerende voorheffing (RV) en bedrijfsvoorheffing (BV).
  • Als de overtreding komt door omstandigheden die onafhankelijk zijn van uw wil (overmacht). Dit zijn gebeurtenissen die u niet heeft kunnen voorzien of voorkomen, zoals een ernstige ziekte of langdurige afwezigheid die u redelijkerwijs verhinderde om uw verplichtingen te vervullen. Een fout van uw boekhouder wordt daarentegen meestal niet als overmacht gezien, omdat u als opdrachtgever verantwoordelijk bent voor de keuze van uw vertegenwoordiger. Een overtreding door overmacht telt geen rang in voor toekomstige overtredingen.
  • Als u de roerende voorheffing (RV) of bedrijfsvoorheffing (BV) weliswaar niet of onjuist aangeeft, maar de verschuldigde voorheffing wel volledig en tijdig heeft betaald. Ook in dit geval telt de overtreding geen rang in.

V5: Wat betekent "goede trouw" in fiscale termen? A5: "Goede trouw" betekent dat u er oprecht van overtuigd bent dat u handelt zoals de wet voorschrijft en dat u de rechten van anderen niet schendt. Het is een oordeel dat altijd wordt gebaseerd op de specifieke feiten en omstandigheden van uw situatie.

V6: Wat is het verschil tussen "goede trouw" en "geen opzet de belasting te ontduiken"? A6: Dit is een belangrijk verschil. U kunt wel degelijk te kwader trouw handelen, zonder dat u de bedoeling heeft om belasting te ontduiken. Iemand die bijvoorbeeld opzettelijk zijn aangiften niet indient om de administratie te vertragen, terwijl deze aangiften bedragen zouden opleveren in zijn voordeel, handelt te kwader trouw maar niet met het opzet belasting te ontduiken.

V7: Kunt u voorbeelden geven van situaties die als "goede trouw" worden gezien? A7: Over het algemeen worden de volgende situaties, in principe, als goede trouw beschouwd:

  • U dient een aangifte in met een foutief bedrag omdat u een kinderopvangattest verkeerd heeft gelezen.
  • U gebruikt 20% van uw woning beroepsmatig, maar schat dit in uw aangifte op 30%, zonder dat er andere aanwijzingen zijn voor kwade trouw.
  • U dient een onjuiste of onvolledige aangifte in binnen de wettelijke termijn, omdat u niet alle benodigde fiscale fiches op tijd heeft ontvangen om uw aangifte correct en tijdig in te vullen.

V8: Kunt u voorbeelden geven van situaties die als "kwade trouw" worden gezien? A8: Situaties die kunnen duiden op kwade trouw (en meer dan waarschijnlijk ook opzet om belasting te ontduiken) zijn:

  • U trekt bewust en opzettelijk kosten af die duidelijk niet beroepsmatig zijn.
  • U gebruikt slechts 20% van uw woning beroepsmatig, maar claimt in uw aangifte dat dit 80% is.
  • Een vennootschap ontvangt een groepsbijdrage maar neemt deze opzettelijk niet op in haar winst voor hetzelfde aanslagjaar.
  • Een multinationale onderneming die via een complexe internationale constructie (bijvoorbeeld met leningen tegen onrealistisch hoge rentes) probeert belasting in België te verminderen, terwijl deze rentes in laag belaste entiteiten worden belast. De fiscus kan hier argumenteren dat er geen goede trouw is, gezien de deskundigheid van de groep en de belangrijke fiscale gevolgen.

V9: Hoe weet de fiscus of het een "eerste overtreding" is? A9: De fiscus kijkt naar de laatste vier voorafgaande aanslagjaren (of vier opeenvolgende vervaldata voor voorheffingen). Een overtreding wordt als 'eerste' beschouwd als er in die periode geen eerdere overtreding van dezelfde aard en dezelfde ernst (bijvoorbeeld: onjuiste aangifte zonder opzet, of onjuiste aangifte met opzet) is gesanctioneerd. Een overtreding is "gesanctioneerd" wanneer u kennis heeft gekregen van de belastingverhoging via het aanslagbiljet of een bijgevoegde berekeningsnota. Het maakt daarbij niet uit of die sanctie financiële gevolgen heeft gehad.

V10: Wat gebeurt er als de belastingadministratie bewijst dat u niet te goeder trouw was? A10: Het vermoeden van goede trouw is weerlegbaar. Dit betekent dat de administratie kan proberen aan te tonen dat u:

  1. Niet te goeder trouw handelde; of
  2. Wel het opzet had de belasting te ontduiken.
  • Als de administratie bewijst dat u niet te goeder trouw was bij een eerste overtreding zonder opzet (en geen aanslag van ambtswege), dan krijgt u alsnog een belastingverhoging van 10%. De bewijslast hiervoor ligt bij de administratie.
  • Als de administratie bewijst dat u met opzet de belasting wilde ontduiken bij een eerste overtreding, dan krijgt u een verhoging van 50%. De bewijslast van het opzet de belasting te ontduiken rust altijd bij de administratie.

V11: Telt een overtreding waarbij de boete is kwijtgescholden toch mee voor de rangorde van toekomstige overtredingen? A11: Ja, absoluut. Hoewel u bij een eerste overtreding te goeder trouw geen belastingverhoging hoeft te betalen (omdat er van wordt afgezien), telt deze overtreding wel degelijk mee voor de bepaling van de rangorde van toekomstige overtredingen. Dit komt omdat u kennis heeft gekregen van de "sanctionering" via het aanslagbiljet of de berekeningsnota. Dit betekent dat als u later opnieuw een soortgelijke fout maakt (van dezelfde aard en ernst, zonder opzet), deze als een tweede overtreding zal worden gezien en dan wél een verhoging van 20% zal worden opgelegd.

V12: Wat gebeurt er bij een "aanslag van ambtswege"? A12: Bij een aanslag van ambtswege (waarbij de fiscus zelf uw belastingaanslag vaststelt omdat u geen of een onvolledige/onjuiste aangifte indiende, vaak na het verstrijken van termijnen of na herinneringen) is het vermoeden van goede trouw niet van toepassing.

  • In dit geval zal de administratie bij een eerste overtreding zonder opzet al een verhoging van 10% opleggen.
  • U heeft dan wel de mogelijkheid om zelf uw goede trouw aan te tonen. Als dat lukt, wordt de verhoging kwijtgescholden, maar de overtreding telt wel mee voor de rangorde.
  • Het zal echter moeilijk zijn om goede trouw aan te tonen als de aanslag van ambtswege is voorafgegaan door herinneringsbrieven of als u een fiscaal onderzoek opzettelijk heeft belemmerd.
  • Als het een tweede overtreding zonder opzet betreft bij een aanslag van ambtswege, wordt een verhoging van 20% toegepast, ongeacht of u goede trouw kunt aantonen.
  • Als het een eerste overtreding met opzet betreft bij een aanslag van ambtswege, wordt een verhoging van 50% toegepast (want wie met opzet handelt, is per definitie te kwader trouw).

V13: Hoe zit het als meerdere overtredingen tegelijk worden vastgesteld bij één controle? A13: Als tijdens één en dezelfde controle meerdere nieuwe overtredingen (van dezelfde aard en ernst, zonder opzet en zonder eerdere sancties in de laatste vier jaar) voor verschillende aanslagjaren worden ontdekt, worden al deze overtredingen als eerste overtredingen beschouwd. Het vermoeden van goede trouw is dan op al deze overtredingen van toepassing.

  • Dit betekent dat er van een belastingverhoging wordt afgezien, tenzij de administratie kan aantonen dat u te kwader trouw handelde.
  • In dat laatste geval wordt op elk van deze overtredingen een verhoging van 10% toegepast (ze zijn dan allemaal rang 1).

Voorbeeld: Een uitzendkracht vergeet in zijn aangifte voor aanslagjaar 2023 inkomsten uit december 2022 te vermelden. Voor aanslagjaar 2024 vergeet hij onroerende inkomsten uit het buitenland aan te geven. Bij een controle in 2025 worden deze twee fouten ontdekt, er waren geen eerdere overtredingen en de belastingplichtige had geen opzet om te ontduiken. Aangezien deze overtredingen van dezelfde aard en ernst gelijktijdig zijn vastgesteld, worden ze beide als eerste overtredingen te goeder trouw beschouwd, en er wordt van de belastingverhoging afgezien. Tenzij de administratie kwade trouw kan bewijzen, dan krijgen beide een 10% verhoging.

V14: Gelden deze nieuwe regels ook voor roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing? A14: Ja, de nieuwe principes gelden ook voor de roerende voorheffing (RV) en de bedrijfsvoorheffing (BV).

  • Voor overtredingen inzake RV en BV die gepaard gaan met niet- of ontoereikende betaling van de voorheffingen, is het echter belangrijk te weten dat de bestaande regels voor een eerste overtreding zonder opzet reeds voorzien in een verhoging van 0% (nihil). De introductie van het vermoeden van goede trouw heeft in dit specifieke geval dus geen praktische invloed op de hoogte van de boete, maar de overtreding telt wel mee voor de rangorde.
    • Voorbeeld: Een werkgever vergeet voordelen van alle aard (bv. privégebruik laptops) aan te geven en houdt geen BV in. Bij een eerste overtreding zonder opzet is de verhoging nihil, maar de overtreding telt wel mee voor de rangorde.
  • Voor onjuiste aangiften die leiden tot een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing (zoals bedoeld in art. 228/1 KB/WIB 92), is het vermoeden van goede trouw wel relevant (behalve bij aanslag van ambtswege).

V15: Wanneer gaan deze nieuwe regels in? A15: De nieuwe regels zijn van toepassing op belastingaanslagen die worden ingekohierd vanaf 29 juli 2025. Dit is de datum waarop de programmawet officieel bekend is gemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Voorbeeld: U heeft in 2023 (aanslagjaar 2024) huurinkomsten niet aangegeven. Een controle in 2025 leidt tot een aanvullende aanslag die op 11 augustus 2025 wordt ingekohierd. Dit is na 29 juli 2025. Als dit uw eerste overtreding zonder opzet is, wordt u geacht te goeder trouw te hebben gehandeld en wordt er geen belastingverhoging toegepast, al telt de overtreding wel mee voor de rangorde.