Company en Rocoluc
Datum van het arrest: 19 februari 2025 Rechtbank:
Cour du travail de Bruxelles (Arbeidshof Brussel) Betrokken partijen:
- Appellanten
(werkgevers):S.A. EUROPEAN AMUSEMENT COMPANY (BCE n°0447.682.813),
maatschappelijke zetel te 1050 IXELLES, Avenue des Saisons 92A.
- S.A.
ROCOLUC (BCE n°0460.292.516), maatschappelijke zetel te 1050 IXELLES,
Avenue des Saisons 92C (enkel betrokken in zaak 2023/AB/532).
- Vertegenwoordigd
door Meester L. T., advocaat.
- Geïntimeerden
(werknemers):Meneer A. S. (zaak 2023/AB/530), vertegenwoordigd door
mevrouw S. H., syndicale afgevaardigde.
- Meneer
N. C. (zaak 2023/AB/531), vertegenwoordigd door mevrouw S. T., syndicale
afgevaardigde.
- Meneer C. C. (zaak 2023/AB/532), niet verschenen. Oorspronkelijke beslissing: Tribunal du travail francophone de Bruxelles (Franstalige Arbeidsrechtbank Brussel) op 29 september 2022 (RG nrs. 19/1356/A – 19/1355/A – 19/920/A).
I. Hoofdthema's en Belangrijke Feiten:
De zaken betreffen beroepsprocedures tegen een beslissing
van de arbeidsrechtbank met betrekking tot arbeidsovereenkomsten voor
arbeiders. De kern van het geschil draait om:
- Niet-aangegeven
arbeid en loonachterstanden: De werknemers beweren dat hun loonfiches
de werkelijkheid van hun prestaties niet weerspiegelden. Zij stellen dat
een deel van hun loon "net" en "contant" werd
uitbetaald, terwijl loonfiches "onrechtmatig afwezigheidsdagen"
en "onbestaande kosten (zoals kleding- en transportkosten)"
vermeldden om zo sociale zekerheidsbijdragen en belastingen te ontduiken.
- Meneer
A. S.: Beweerde sinds zijn indiensttreding (11 april 2015) volgens een
vast schema te werken (19u00 tot 05u30) met slechts twee werknemers per
dag (één overdag, één 's nachts). Hij eist 25.500 € netto voor loontekort,
kleding- en transportkosten, en 250 € netto voor ecocheques 2018.
- Meneer
N. C.: Beweerde een minimum van 9,5 uur per dag te werken
(ingediensttreding 27 december 2015), en dat maandelijkse bedragen,
bijvoorbeeld 500 € netto, door de werkgever werden ontdoken. Hij eist
18.000 € netto voor loontekort, 250 € netto voor ecocheques 2018, en
9.603,44 € bruto voor kennelijk onredelijk ontslag. De controle van de
Sociale Wetten bevestigde onregelmatigheden met betrekking tot ecocheques
en vermoedde niet-aangegeven arbeid.
- Meneer
C. C.: Werknemer van zowel Rocoluc (31 augustus 2016) als European
Amusement Company (tijdelijke contracten vanaf 7 december 2016). Hij eist
1.500 € netto van Rocoluc en 7.500 € netto van European Amusement Company
voor loontekort, en 1.020,37 € voor opzegvergoeding. Hij betwist de
vermelde "gemotiveerde afwezigheid" dagen op zijn loonfiches.
- Toelaatbaarheid
van bewijs (geluidsopnamen): De werkgevers vroegen om uitsluiting van
geluidsopnamen die door meneer C. (N. C.) waren gemaakt zonder medeweten
van zijn gesprekspartners (de heren F. S. en F. V.), op grond van
schending van het privéleven en onrechtmatig verkregen bewijs.
- De
rechtbank oordeelde dat het opnemen van een gesprek waaraan de persoon die
opneemt deelneemt, niet valt onder artikel 314bis van het Strafwetboek.
- Verwijzend
naar de "Antigone-jurisprudentie" in burgerlijke zaken, stelde
het hof dat onrechtmatig verkregen bewijs niet automatisch wordt
uitgesloten, tenzij de betrouwbaarheid ervan wordt aangetast of het recht
op een eerlijk proces in gevaar komt. Hierbij moet rekening worden
gehouden met alle omstandigheden, zoals de wijze van verkrijging, de ernst
van de onrechtmatigheid, de aantasting van het recht van de tegenpartij,
en de bewijsbehoefte van de partij die de onrechtmatigheid beging.
- Het
hof concludeerde dat er "onvoldoende elementen zijn om te concluderen
tot een gebrek aan betrouwbaarheid van de betwiste opnamen noch tot een
schending van het recht op een eerlijk proces van de sa European Amusement
Company en de sa Rocoluc." Het hof stelt dat de eventuele
illegaliteit gepleegd door meneer C. "duidelijk minder
belangrijk" is dan de beweerde illegaliteit van de werkgever die
meneer C. wilde aantonen.
- Het
hof benadrukt ook de moeilijkheid voor de werknemer om bewijs te leveren
van de werkelijk gepresteerde uren, gezien de afwezigheid van een
registratiesysteem door de werkgever en de onwaarschijnlijkheid dat
personen die mogelijk betrokken waren bij een frauduleus systeem, zouden
getuigen.
- Beslissing:
De opnamen moeten niet uit de debatten worden geweerd. Het oordeel van de
eerste rechter op dit punt wordt bevestigd. De bewijskracht van de opnamen
zal in de grond van de zaak worden onderzocht.
- Productie
van documenten en bewijslast: De werknemers eisten de productie van
werkroosters en prestatieoverzichten van alle werknemers. De werkgevers
beweerden aan de vraag te hebben voldaan door de documenten in hun bezit
te communiceren.
- De
eerste rechter had de European Amusement Company en Rocoluc veroordeeld
tot het neerleggen van aanvullende documenten (zoals de achterkant van
loonfiches, aanwezigheidsbladen doorgestuurd naar het sociaal
secretariaat, en individuele rekeningen) of het rechtvaardigen van de
onmogelijkheid tot communicatie via een erewoordverklaring.
- Beslissing:
Het hof bevestigt deze "avant dire droit" (voorafgaande)
maatregelen als "pertinent en gerechtvaardigd".
- Ontvankelijkheid
van het beroep tegen een "avant dire droit" beslissing: De
werkgevers voerden aan dat het eerste vonnis een "gemengd
vonnis" was (een combinatie van definitieve en voorafgaande
beslissingen), wat een onmiddellijk beroep rechtvaardigde.
- De
wet van 19 oktober 2015 beperkte de mogelijkheid van onmiddellijk beroep
tegen "avant dire droit" beslissingen om misbruik te bestrijden,
tenzij de rechter anders beslist.
- Het
hof volgt de recente rechtspraak van het Hof van Cassatie (vanaf 11 juni
2021) die stelt dat een voorafgaande beslissing, zelfs als deze het
onderwerp is van discussie tussen partijen, geen definitieve beslissing
wordt die onmiddellijk beroep toelaat, tenzij de rechter een definitieve
beslissing neemt over de ontvankelijkheid of de grond van de vordering.
- In
dit specifieke geval heeft het eerste vonnis de wettigheid van een
ingediend bewijs (de opnamen) definitief beslist, waardoor het beroep
alsnog onmiddellijk ontvankelijk is, ook al wordt tegelijkertijd de
productie van documenten bevolen.
- Beslissing:
De beroepen van European Amusement Company en Rocoluc worden ontvankelijk
verklaard.
II. Belangrijkste Uitkomsten van het Arrest:
- Voeging
van zaken: De drie zaken (2023/AB/530, 2023/AB/531, 2023/AB/532)
worden gevoegd wegens connexiteit.
- Ontvankelijkheid
van de beroepen: De beroepen van de werkgevers worden ontvankelijk
verklaard.
- Geluidsopnamen:
De vraag van de werkgevers om de geluidsopnamen uit de debatten te weren,
wordt afgewezen. Het oordeel van de eerste rechter op dit punt wordt
bevestigd.
- Productie
van documenten: De door de eerste rechter bevolen "avant dire
droit" maatregelen met betrekking tot de productie van aanvullende
documenten worden bevestigd.
- Verwijzing
naar de eerste rechter: De zaak wordt terugverwezen naar de
Franstalige Arbeidsrechtbank Brussel (conform art. 1068, lid 2 Ger.W.),
aangezien een instructiemaatregel (productie van documenten) deels is
bevestigd.
- Kosten:
European Amusement Company en Rocoluc worden veroordeeld tot betaling van
de beroepskosten aan de heren S., C. en C., en tot een bijdrage van 3 x 24
euro aan het Begrotingsfonds voor juridische tweedelijnsbijstand.
Dit arrest behandelt procedurele kwesties en de
toelaatbaarheid van bewijs, maar spreekt zich nog niet uit over de grond van de
zaak, die nu opnieuw door de arbeidsrechtbank zal worden behandeld.
NotebookLM kan onnauwkeurig zijn. Dubbelcheck de reacties.