zaterdag 7 juni 2025

Voorontwerp kaderwet - MEMORIE VAN TOELICHTING Hoofdstuk 1 - Wijzigingen van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994

Bron

Het voorgestelde wetsontwerp introduceert een reeks belangrijke wijzigingen in de Belgische gezondheidszorgwetgeving, voornamelijk gericht op het begrotingsproces en de overeenkomsten met zorgverleners. Het stroomlijnt de procedure voor het opstellen en goedkeuren van het gezondheidszorgbudget, inclusief striktere termijnen voor het indienen van basisdocumenten en beleidsprioriteiten door de Ministerraad. Een belangrijke hervorming is de harmonisatie en vereenvoudiging van akkoorden met alle zorgverleners, waarbij uniforme terminologie wordt ingevoerd en nationale adherentiepercentages worden gehandhaafd. Daarnaast worden digitale overdracht van documenten en de verplichting voor zorgverleners om over een actief RIZIV-nummer te beschikken wettelijk verankerd, terwijl ook de bevoegdheden van controleorganen worden uitgebreid en een financieringsmechanisme voor beroepsorganisaties wordt gekoppeld aan het aantal geconventioneerde leden. Ten slotte worden er maatregelen geïntroduceerd om fraude tegen te gaan en wordt een maximumsupplement voor honoraria ingevoerd om de betaalbaarheid voor patiënten te waarborgen.


Deze briefing analyseert de belangrijkste hervormingen en bepalingen met betrekking tot de begrotingsprocedure, de regels voor zorgverleners (inclusief honoraria en praktijkvoering), en de digitalisering binnen de Belgische gezondheidszorg, zoals uiteengezet in de "hervormingswet_memorie-loi_de_re__formes_motifs (1).pdf".

1. Begrotingsprocedure en Verantwoordingsmechanismen

De voorgestelde wijzigingen streven naar een gestroomlijnder, sneller en meer gecontroleerd begrotingsproces voor de gezondheidszorg, met een sterker accent op het beheersen van uitgaven en het bevorderen van doelmatig gebruik van middelen.

  • Opdrachtbrief van de Ministerraad:
  • De Ministerraad kan uiterlijk 20 juli een opdrachtbrief opstellen met beleidsprioriteiten voor het aankomende begrotingsjaar. Dit document moet rekening houden met het budgettaire kader.
  • Een voorbeeld hiervan is "dat een bepaald percentage van de begrotingsdoelstelling gereserveerd wordt voor gezondheidszorgdoelstellingen" en dat specifieke sectoren de opdracht krijgen om middelen hiervoor aan te wenden. Dit dient om te voorkomen dat de wettelijke groeinorm "louter dient om volumestijgingen op te vangen en/of volledig verdeeld wordt over de sectoren zonder rekening te houden met prioritaire gezondheidszorgdoelstellingen."
  • De Minister van Sociale Zaken stuurt deze opdrachtbrief naar het Verzekeringscomité (en de Algemene Raad) bij het RIZIV. Indien de brief niet of niet tijdig wordt ingediend, hoeft er geen rekening mee te worden gehouden in het begrotingsproces.
  • De deadline voor het indienen van voorstellen voor besparingsmaatregelen is vervroegd naar 30 juni (voorheen 1 september), om de Ministerraad tijdig van relevante informatie te voorzien voor de opdrachtbrief.
  • Rol van het Verzekeringscomité en Adviesorganen:
  • Het Verzekeringscomité blijft bevoegd om uiterlijk de eerste maandag van oktober een voorstel voor de globale begrotingsdoelstelling (onderverdeeld in partiële doelstellingen) op te maken.
  • De Minister van Sociale Zaken kan dit voorstel, samen met adviezen van de Commissie voor Begrotingscontrole en de Commissie voor Gezondheidszorgdoelstellingen (uiterlijk de tweede maandag van oktober te ontvangen), en herziene technische ramingen, ter goedkeuring voorleggen aan de Ministerraad. Deze stap is een mogelijkheid, geen verplichting.
  • Indien de Algemene Raad de goedkeuring niet voor de derde maandag van oktober verleent, wordt het volledige begrotingsdossier alsnog ter beslissing overgemaakt aan de Ministerraad.
  • Responsabiliseringsmechanismen (Overheidsuitgaven):
  • De bestaande responsabiliseringsmechanismen in de GVU-wet zullen "te allen tijde gedurende het begrotingsjaar" worden geactiveerd indien blijkt dat de globale begrotingsdoelstelling overschreden dreigt te worden.
  • Dit omvat concrete maatregelen om "elke dreigende globale niet-verantwoorde overschrijding" sneller aan te pakken.
  • Bij vaststelling van een onverantwoorde overschrijding van een partiële begrotingsdoelstelling die de globale begrotingsdoelstelling dreigt te ondermijnen (wanneer onderlinge compensaties niet mogelijk zijn), moeten maatregelen en mechanismen worden geactiveerd om het begrotingskader te waarborgen. Hierbij moet worden onderzocht welke sectoren en partiële doelstellingen inspanningen moeten leveren, ter bevordering van het doelmatig gebruik van middelen.

2. Akkoorden en Overeenkomsten met Zorgverleners

Er worden aanzienlijke wijzigingen doorgevoerd in het systeem van akkoorden en overeenkomsten tussen zorgverleners en verzekeringsinstellingen, met als doel harmonisatie, vereenvoudiging en verduidelijking.

  • Harmonisatie en Vereenvoudiging:
  • De regels voor akkoorden met artsen en tandartsen enerzijds, en overeenkomsten met andere zorgverleners anderzijds, worden geharmoniseerd en vereenvoudigd.
  • De terminologie wordt geüniformeerd: voortaan zullen voor alle sectoren de termen "akkoorden" en "akkoordencommissies" worden gebruikt.
  • Bepalingen van artikel 50, § 2 (samenstelling en werking van akkoordencommissies met artsen en tandartsen), en artikel 51, § 10 (huishoudelijk reglement van elke commissie), worden toegevoegd aan artikel 26 van de gecoördineerde wet, waardoor ze van toepassing worden op alle sectoren.
  • De bepalingen betreffende de inhoud van de akkoorden met artsen en tandheelkundigen worden geïntegreerd in artikel 44 van de gecoördineerde wet, dat "van toepassing zal zijn voor alle sectoren."
  • Tijdschema en Geldigheid van Akkoorden:
  • Er wordt voorzien in een strikt tijdsschema voor het sluiten en goedkeuren van akkoorden.
  • Akkoorden moeten in principe voor twee kalenderjaren worden gesloten. Een stilzwijgende verlenging is niet meer mogelijk.
  • Als een akkoord verlengd moet worden, moet de bevoegde commissie dit "expliciet melden uiterlijk op 30 september van het jaar waarin het akkoord ten einde loopt."
  • Als er op 31 december geen akkoord is goedgekeurd door het Verzekeringscomité en de Algemene Raad, kan het Verzekeringscomité een document vaststellen vóór 1 februari.
  • Indien dit ook niet gebeurt, kan de Minister een document vaststellen vóór 1 maart, dat ook aan de Algemene Raad wordt voorgelegd voor goedkeuring op conformiteit met de begroting. Dit document kan alle maatregelen bevatten die normaal in een akkoord worden voorzien (richttarieven, bijzondere eisen, alternatieve aanwending van de index, etc.).
  • De vereiste dat akkoorden en overeenkomsten na goedkeuring voor akkoord aan de Ministerraad worden voorgelegd, wordt geschrapt. De Algemene Raad moet de akkoorden goedkeuren, waarbij instemming van alle regeringsvertegenwoordigende leden vereist is.
  • Toetredingspercentages en Tarieven:
  • Toetredingspercentages zullen voortaan "voor alle sectoren uitsluitend op nationaal niveau worden berekend en niet meer op het niveau van de streken."
  • Als geen nieuw akkoord kan worden gesloten of goedgekeurd, blijven zorgverleners die waren toegetreden tot het verstreken akkoord of document, "er tijdens het proces van toetreding tot een document vastgesteld door het Verzekeringscomité of de Minister toe gehouden de tarieven te respecteren."
  • Indien de Minister geen document vaststelt of dit niet wordt goedgekeurd, blijven deze zorgverleners "er toe gehouden de tarieven te respecteren tot de laatste dag van februari."
  • Honorariumoverschrijdingen en Richttarieven:
  • De mogelijkheid om maximale overschrijdingen van honoraria (richttarieven) toe te staan, die voorheen enkel in tandheelkundige akkoorden konden worden vastgesteld, wordt nu "mogelijk in alle sectoren en worden opgenomen in de maximumfactuur."
  • De definitie van "richttarieven" wordt ingevoegd als "de in het kader van de akkoorden of documenten toegestane maximale overschrijdingen van de honoraria en de prijzen voor de zorgverleners die tot die akkoorden of documenten zijn toegetreden."
  • Deze richttarieven moeten "een tijdelijk karakter hebben en de opname van de richttarieven moet worden geëvalueerd." Ze mogen "in geen geval worden gegeneraliseerd tot alle prestaties." Ze kunnen alleen worden voorzien in specifieke situaties, zoals "innovatieve vormen van zorg" of wanneer de nomenclatuur voor bepaalde prestaties al zo lang niet is geherijkt dat de terugbetaling "achterhaald" is geworden.
  • Tarieven die aan de rechthebbende worden aangerekend voor bijzondere eisen (bijv. na bepaalde uren, weekend, feestdag) worden als supplementen beschouwd en vallen onder het maximumsupplement.
  • Beperking van Supplementen en Maximumbedrag:
  • Er wordt een maximumsupplement ingevoerd, wat een "beperking van het bedrag dat als supplement mag aangerekend worden" betekent. De Koning krijgt de bevoegdheid dit te beperken voor alle, groepen van of specifieke geneeskundige verstrekkingen.
  • Een verbod op supplementen, indien elders in de wet voorzien, heeft voorrang op een beperking van supplementen.
  • Vanaf 1 januari 2028 wordt het maximumsupplement door de wet zelf bepaald: 125% voor prestaties verleend aan gehospitaliseerde patiënten (inclusief daghospitalisatie) en 25% voor niet-gehospitaliseerde patiënten.
  • De Koning kan afwijken van deze wettelijke percentages (hoger, lager of uitsluiting) voor één of meerdere prestaties.
  • Het maximumsupplement wordt berekend op het bedrag of honorarium dat de basis vormt voor de verzekeringstegemoetkoming (inclusief verzekeringstegemoetkoming en persoonlijk aandeel). Richttarieven (toegestane maximale overschrijdingen in akkoorden) zijn expliciet uitgesloten van deze berekeningsbasis en worden niet als supplement beschouwd.
  • Er wordt ook een "maximumbedrag" voorzien, dat te onderscheiden is van de maximumtarieven van honoraria en prijzen die door de Koning worden vastgesteld bij afwezigheid van een akkoord. Dit maximale bedrag geldt voor prestaties verstrekt in België, zelfs buiten de verplichte ziekteverzekering, indien een georganiseerd overheidsstelsel minstens gedeeltelijk tussenkomt in de kosten.
  • De Koning kan de inwerkingtreding van deze maatregelen (maximumsupplement en maximumbedrag) vervroegen en dit eventueel per artikel verschillend. De bepalingen gelden vanaf de datum van uitvoering van de prestatie, niet de facturatiedatum.
  • Andere Wijzigingen in Akkoorden:
  • De mogelijkheid om in akkoorden te voorzien in voorkeurshonorariumbedragen voor rechthebbenden van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming wordt geschrapt. Dit "verandert niets aan de bestaande bescherming van rechthebbenden van de verhoogde" tegemoetkoming.
  • De mogelijkheid voor artsen en tandartsen om partieel toe te treden tot akkoorden wordt geschrapt.
  • De huidige bepaling die conventiecommissies toelaat om eenzijdig een conventie te beëindigen bij misbruik, wordt geschrapt omdat deze nooit is toegepast.
  • Akkoorden kunnen geen andere opzeggingsgronden voorzien dan die door of krachtens de wet zijn bepaald. Zorgverleners kunnen een akkoord zonder motivering opzeggen vóór 1 december, van toepassing vanaf 1 januari van het volgende kalenderjaar.

3. Digitalisering en Gebruik van RIZIV-nummers

De wet voorziet in een verdere digitalisering van administratieve processen en verankert het belang van een actief RIZIV-nummer voor zorgverleners.

  • Digitalisering van Attestering en Facturatie:
  • Vanaf 1 juli 2026 moeten kinesitherapeuten verplicht digitale diensten gebruiken voor attestering en facturatie.
  • Meer algemeen wordt gesteld dat alle zorgverleners uiterlijk 1 januari 2029 de mogelijkheid moeten hebben om medische prestaties digitaal te attesteren (gegevensoverdracht buiten derdebetalersregeling) en/of te factureren (gegevensoverdracht binnen derdebetalersregeling).
  • Vanaf 1 januari 2030 wordt het voor "alle beroepsgroepen verplicht" om ook andere elektronische diensten te gebruiken voor het consulteren en mededelen van gegevens aan verzekeringsinstellingen in het kader van de verplichte verzekering.
  • Er wordt een uitzondering voorzien op de regel van originele documenten voor de overdracht door de sociaal verzekerde van documenten die nodig zijn voor het beheer van zijn dossier inzake verzekerbaarheid en financiële toegankelijkheid in strikte zin (niet voor terugbetalingen van prestaties).
  • RIZIV-nummers en Controle:
  • Het basisbeginsel wordt verankerd dat zorgverleners over "een actief RIZIV-nummer, uitgereikt door het RIZIV," moeten beschikken om prestaties te kunnen aanrekenen aan de verplichte ziekteverzekering of te attesteren voor tegemoetkomingen.
  • "Actief" betekent dat het nummer niet geschorst mag zijn door de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) van het RIZIV, noch tijdens een tijdelijk of definitief beroepsverbod.
  • Een zorgverlener met een geschorst RIZIV-nummer moet de verzekerde informeren over de schorsing.
  • Het uitvoeren of voorschrijven van prestaties tijdens een schorsing van het RIZIV-nummer wordt een inbreuk en de terugbetaling zal worden gevorderd door de DGEC.
  • De administratieve rechtscolleges kunnen een administratieve geldboete vervangen door een opschorting van het RIZIV-nummer voor minimaal één maand tot maximaal twee jaar. Dit is een alternatieve maatregel wanneer geldboetes niet worden betaald of geen gedragsverandering teweegbrengen.

4. Responsabilisering van Verzekeringsinstellingen

Het regeerakkoord 2025-2029 voorziet in een versterking van het systeem van administratiekosten, gericht op het behalen van budgettaire resultaten.

  • Financiële Responsabilisering:Vanaf 2026 wordt een jaarlijkse financiële responsabiliteitsbijdrage van verzekeringsinstellingen ingevoerd, beginnend bij €25.000.000 en oplopend tot €100.000.000 in 2029 en de daaropvolgende jaren.
  • Verzekeringsinstellingen zullen worden geëvalueerd op basis van hun resultaten met betrekking tot het beheersen van de uitgaven in de gezondheidszorgsector.
  • Deze responsabiliteitsbijdrage heeft betrekking op "de besparingen die moeten worden gerealiseerd in verband met de algemene jaarlijkse begrotingsdoelstelling voor de verzekering geneeskundige verzorging en de gedeeltelijke jaarlijkse begrotingsdoelstellingen van de in artikel 40 van de gecoördineerde wet bedoelde akkoordencommissies."
  • De betreffende bedragen worden niet direct uitgekeerd aan de verzekeringsinstellingen, maar worden gereserveerd op een rekening van het Instituut en worden pas toegekend na evaluatie van de behaalde resultaten. De Koning bepaalt de modaliteiten van deze evaluatie.

5. Overige Belangrijke Punten

  • Verbod op aanvullende kosten: Bovenop het maximumbedrag mogen geen bijkomende kosten aan de patiënt worden aangerekend, behoudens specifieke uitzonderingen (afronding, afleveringsmarge voor implantaten, veiligheidsgrens).
  • Controle en Evaluatie: Een nieuw artikel bepaalt dat leden niet benoemd kunnen worden in de organen van het Instituut als zij in de afgelopen vijf jaar veroordeeld zijn door de DGEC of de administratieve rechtscolleges.
  • Continuïteit van Dienstverlening: Wijzigingen zijn gericht op het verzekeren van de "continuïteit van de dienst" van de Kamers van eerste aanleg en beroep, door bijvoorbeeld mandaten sneller te kunnen vervangen of verlengen.
  • Opdrachten CNMC: De Koning kan het soort opdrachten voor het CNMC (Nationale Commissie Geneeskundige Controle) omschrijven. Ook het Comité van de DGEC, de Leidend ambtenaar van de DGEC, de Minister en de Hoge Raad van Artsen-Directeurs kunnen opdrachten geven aan het CNMC.