TITEL 1. - Omzetting van de Uitvoeringsbesluiten
Artikel 1
- Wat
regelt dit artikel?
- Dit
artikel legt uit dat dit Koninklijk Besluit ervoor zorgt dat Europese
besluiten over nieuwe psychoactieve stoffen (NPS) in de Belgische
wet worden opgenomen. Deze stoffen vallen dan onder strenge
controlemaatregelen en strafbepalingen.
- Welke
stoffen worden hier specifiek genoemd?
- Het
besluit omvat een lijst van specifieke stoffen die onder deze controle
vallen, zoals:
- 1-benzylpiperazine
(BZP)
- 4-methylmethcathinone
(mephedrone)
- 4-methylamfetamine
- 5-(2-aminopropyl)indool
- 4-jood-2,5-dimethoxy-N-(2-methoxybenzyl)fenethylamine
(25I-NBOMe)
- 3,4-dichloor-N-[[1-(dimethylamino)cyclohexyl]methyl]benzamide
(AH-7921)
- 3,4-methyleendioxypyrovaleron
(MDPV)
- 2-(3-methoxyfenyl)-2-(ethylamino)cyclohexanon
(methoxetamine)
- 4-methyl-5-(4-methylfenyl)-4,5-dihydrooxazol-2-amine
(4,4'-DMAR)
- 1-cyclohexyl-4-(1,2-difenylethyl)piperazine
(MT-45)
- 1-fenyl-2-(pyrrolidine-1-yl)pentaan-1-on
(alpha-PVP)
- methyl
2-[[1-(cyclohexylmethyl)-1H-indool-3-carbonyl]amino]3,3-dimethylbutanoaat
(MDMB-CHMICA)
- N-(1-fenethylpiperidine-4-yl)-N-fenylacrylamide
(acryloylfentanyl)
- N-fenyl-N-[1-(2-fenylethyl)piperidine-4-yl]furaan-2-carboxamide
(furanylfentanyl)
- N-(1-amino-3,3-dimethyl-1-oxobutaan-2-yl)-1-(cyclohexylmethyl)-1H-indazol-3-carboxamide
(ADB-CHMINACA)
- 1-(4-cyanobutyl)-N-(2-fenylpropaan-2-yl)-1H-indazol-3-carboxamide
(CUMYL-4CN-BINACA)
- N-fenyl-N-[1-(2-fenylethyl)piperidine-4-yl]cyclopropaancarboxamide
(cyclopropylfentanyl)
- 2-methoxy-N-fenyl-N-[1-(2-fenylethyl)piperidine-4-yl]acetamide
(methoxyacetylfentanyl)
- N,N-diethyl-2-[[4-(1-methylethoxy)fenyl]methyl]5-nitro-1H-benzimidazool-1-ethanamine
(isotonitazeen)
- methyl
3,3-dimethyl-2-[[1-(pent-4-een-1-yl)-1H-indazool-3-carbonyl]amino]butanoaat
(MDMB-4en-PINACA)
- methyl
2-[[1-(4-fluorbutyl)-1H-indool-3-carbonyl]amino]3,3-dimethylbutanoaat
(4F-MDMB-BICA)
- Daarnaast
regelt het ook de omzetting van richtlijnen die nieuwe psychoactieve
stoffen toevoegen aan de definitie van "drug".
TITEL 2. - Definities en toepassingsgebied
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 2
- Wat
is het FAGG?
- Het
FAGG staat voor het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en
Gezondheidsproducten. Zij zijn de autoriteit die toezicht houdt en
dit besluit uitvoert.
- Wat
wordt bedoeld met 'middelen'?
- 'Middelen'
verwijst naar de stoffen (verdovende middelen en psychotrope
stoffen die opgelijst zijn in Bijlagen I, II, III, IV en V van dit
besluit) en preparaten (mengsels of gedoseerde vormen van die
stoffen).
- Wat
is 'productie' en 'vervaardiging'?
- Productie
is het oogsten van planten zoals opium, cocabladeren, cannabis en
cannabishars.
- Vervaardiging
omvat alle andere bewerkingen om middelen te verkrijgen, zoals zuivering,
omzetting naar andere middelen, en zelfs verpakking of herverpakking als
daarbij middelen verloren kunnen gaan.
- Wat
is een 'verdachte transactie'?
- Een
verdachte transactie is een transactie met middelen uit de bijlagen
waarbij er redelijke vermoedens zijn dat de middelen in het
illegale circuit terecht zullen komen of misbruikt zullen worden. Hierbij
wordt onder andere gekeken naar de hoeveelheid en de economische
activiteit of het statutaire doel van de afnemer.
- Wat
is een 'vergunning'?
- Een
vergunning is zowel een activiteitenvergunning (om middelen te
importeren, produceren, verkopen, enz.) als een eindgebruikersvergunning
(voor beperkt bezit voor beroepswerkzaamheden).
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied
Artikel 3
- Op
welke middelen is dit besluit van toepassing?
- Dit
besluit is van toepassing op alle middelen die in de bijlagen van het
besluit worden opgesomd.
- Zijn
er uitzonderingen of specifieke regels voor bepaalde titels?
- Titel
4 (Activiteiten- en eindgebruikersvergunning) is bijvoorbeeld alleen
van toepassing op middelen in bepaalde bijlagen (Ia, Ib, II, III, IV, en
preparaten in Ic en IVc), met enkele uitzonderingen voor specifieke
artikelen.
- Titel
5 (Particulierenvergunning) is enkel van toepassing op de stoffen in
bijlage V.
- Welke
middelen vallen NIET onder dit besluit?
- Het
besluit is niet van toepassing op:
- Vervoer
van middelen die worden gebruikt als geneesmiddelen voor medische hulp
op schepen, volgens specifieke koninklijke besluiten of internationale
verdragen.
- Homeopathische
geneesmiddelen in bepaalde verdunningsgraden.
- Radioactief
gemerkte reagentia waarvoor het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Controle (FANC) een vergunning heeft afgeleverd.
- Vervoer
door reizigers van geneesmiddelen voor persoonlijk gebruik in het
internationale verkeer (maximaal voor 3 maanden behandeling), mits ze
die legaal hebben verkregen en een attest van hun overheid of
zorgverlener kunnen voorleggen. Deze uitzondering geldt niet voor
middelen uit Bijlage IIA.
Artikel 4
- Wie
is de afgevaardigde van de Minister?
- De
administrateur-generaal van het FAGG is de afgevaardigde van de
Minister voor dit besluit. De Minister kan ook andere
FAGG-personeelsleden aanwijzen met specifieke bevoegdheden.
TITEL 3. - Internationale verplichtingen
Artikel 5
- Wat
is de rol van het FAGG in internationale handel?
- Het
FAGG is de nationale bevoegde autoriteit en zorgt ervoor dat
België voldoet aan zijn internationale verplichtingen voor de controle op
de legale internationale handel. Dit gebeurt op basis van het Verdrag
inzake psychotrope stoffen (Wenen, 1971) en het Enkelvoudig Verdrag
inzake verdovende middelen (New York, 1961).
TITEL 4. - Activiteiten- en eindgebruikersvergunning
HOOFDSTUK 1. - Vergunningplicht
Artikel 6
- Wanneer
heb je een activiteitenvergunning nodig?
- Niemand
mag middelen importeren, exporteren, vervoeren, vervaardigen, produceren,
bezitten, verkopen, aanbieden, leveren of aanschaffen (betaald of
gratis) zonder een voorafgaande activiteitenvergunning van de
Minister of zijn afgevaardigde, voor de plaats waar de activiteiten
plaatsvinden.
- Mag
je cannabis of andere planten telen?
- De
teelt van cannabisplanten, cocaplanten en slaapbol (Papaver somniferum
L.) is verboden en kan niet vergund worden.
- Uitzondering:
De teelt van cannabisplanten is toegestaan als het voldoet aan specifieke
EU-regels over landbouwbeleid (Verordening (EU) 2021/2115).
- Voor
welk doel wordt een vergunning verleend?
- De
vergunning wordt verleend aan één natuurlijk of rechtspersoon en is persoonlijk.
Deze is beperkt tot wetenschappelijke of medische doeleinden.
- Zijn
er nog strengere regels voor bepaalde middelen?
- Ja,
voor middelen die in Bijlage IIA staan, wordt de vergunning alleen
verleend voor wetenschappelijke en zeer beperkte medische doeleinden,
en enkel aan bevoegde personen in medische of wetenschappelijke
instellingen die onder toezicht van de overheid staan of door de overheid
zijn goedgekeurd.
Artikel 7
- Wat
is een eindgebruikersvergunning?
- De
Minister of zijn afgevaardigde kan een eindgebruikersvergunning
toekennen. Dit is een speciale vergunning voor een natuurlijke of
rechtspersoon om beperkte hoeveelheden middelen te bezitten, aan
te schaffen, in te voeren, en in specifieke gevallen over te dragen, te
vervoeren en uit te voeren. Dit moet noodzakelijk zijn voor hun
beroepswerkzaamheden.
- Voor
welke doeleinden is deze vergunning geldig?
- Deze
vergunning is persoonlijk en beperkt tot wetenschappelijke,
analytische of educatieve doeleinden.
- Geldt
de vergunning voor meerdere plaatsen?
- Voor
wetenschappelijke of analytische doeleinden is de vergunning
slechts geldig voor één plaats.
- Voor
educatieve doeleinden kan de vergunning geldig zijn voor één of
meerdere plaatsen.
- De
vergunning kan de houder ook toestaan om zich met de middelen te
verplaatsen in het kader van zijn beroepswerkzaamheden.
Artikel 8
- Wie
heeft GEEN vergunning nodig?
- Met
uitzondering van de middelen in Bijlage IIA, zijn de regels over
vergunningen (Art. 6 en 7) niet van toepassing op:
- Het
aanschaffen of bezitten van legaal verkregen geneesmiddelen.
- Het
vervoer en bezit van middelen in naam van, voor rekening van, en
onder de verantwoordelijkheid van een vergunninghouder, zolang dit
tijdelijk is en zo kort mogelijk duurt.
- De
activiteiten van apothekers binnen hun beroepsnoodwendigheden.
- Het
aanschaffen of bezit van legaal verkregen geneesmiddelen in een urgentietrousse
(spoedgevallentas).
- Het
aanschaffen of bezit van legaal verkregen geneesmiddelen door een titularis
van een depot (bijvoorbeeld een dierenarts) binnen de behoeften van
zijn depot.
- Het
aanschaffen en bezit van middelen uit Bijlage III, Ic en IVc, met het
oog op vernietiging volgens de afvalwetgeving, voor rekening van
en onder de verantwoordelijkheid van een vergunninghouder.
HOOFDSTUK 2. - Aanvraag, wijziging en modaliteiten van de
activiteiten- en eindgebruikersvergunning
Artikel 9
- Wie
is verantwoordelijk voor het toezicht?
- De
aanvrager van een vergunning moet maximaal vier verantwoordelijke
personen aanwijzen die toezicht houden op de naleving van de regels.
- Deze
personen moeten professionele bekwaamheid en een gedegen kennis
van de wetgeving over verdovende middelen hebben.
- Zij
moeten binnen een redelijke tijd op de plaats van de activiteiten
aanwezig kunnen zijn.
- Als
een rechtspersoon de aanvrager is en de middelen door een andere
rechtspersoon worden bewaard, moet minstens één verantwoordelijke persoon
die tweede rechtspersoon vertegenwoordigen.
- Wie
ondertekent de aanvraag?
- Als
de aanvrager een rechtspersoon is, moet een statutair bevoegde
natuurlijke persoon de aanvraag en de aanwijzing van de
verantwoordelijke(n) ondertekenen.
- Voor
ziekenhuizen, overheids- of onderwijsinstellingen moet een leidinggevende
met de juiste bevoegdheid ondertekenen.
- Wie
is het contactpunt voor het FAGG?
- Als
er meerdere verantwoordelijke personen zijn, moet één van hen worden
aangewezen als aanspreekpunt voor het FAGG.
Artikel 10
- Wat
zijn de verantwoordelijkheden van de vergunninghouder en verantwoordelijke
personen?
- Zij
zijn verantwoordelijk voor het naleven van de verplichtingen rond het
melden van wijzigingen (Art. 15, § 1).
- Zij
moeten het FAGG onmiddellijk informeren als de activiteiten
stoppen.
- Zij
zijn verantwoordelijk voor de rapportage zoals vereist in andere
artikelen (Art. 25, 26, 27, 28, 29).
Artikel 11
- Hoe
vraag je een vergunning aan?
- De
aanvraag moet gemotiveerd zijn en wordt per aangetekend
schrijven naar de Minister of zijn afgevaardigde gestuurd, via een
formulier dat het FAGG op zijn website publiceert.
- De
aanvraag mag ook elektronisch ingediend worden met een
gekwalificeerde elektronische handtekening of zegel, en de Minister kan
dit zelfs verplicht stellen.
- Welke
informatie moet in de aanvraag staan?
- De
aanvraag moet, anders is die niet ontvankelijk (wordt niet behandeld):
- De
aard en het doel van de activiteiten.
- De
namen, contactgegevens en handtekening van de verantwoordelijke personen
(Art. 9).
- Een
uittreksel uit het strafregister (niet ouder dan 3 maanden) van
de verantwoordelijke personen (behalve politie en leger), waarop alle
veroordelingen volgens deze wet staan.
- De
middelen waarmee gewerkt zal worden.
- De
plaats(en) van de activiteiten.
- De
organisatieprocedure (zie volgende vraag).
- De
geplande duur van de activiteiten (kan onbepaald zijn).
- Als
je een natuurlijk persoon bent, moet je ook je naam, adres,
rijksregisternummer en de naam van je werkinstelling vermelden.
- Als
je een rechtspersoon bent, moet je de maatschappelijke naam,
maatschappelijke zetel, ondernemingsnummer en gegevens van een statutaire
vertegenwoordiger vermelden.
- Wat
is de 'organisatieprocedure'?
- Dit
is een gedetailleerde beschrijving van hoe je met de middelen zal omgaan.
Het moet bevatten:
- Hoe
de middelen worden opgeslagen (volgens Art. 40, § 1), met foto's en een
grondplan.
- Een
lijst van de medewerkers die toegang hebben tot de beveiligde
opslagruimte, als dit niet beperkt is tot de verantwoordelijke personen.
Bij hun aanstelling moet rekening gehouden worden met hun strafregister,
en dit moet jaarlijks geëvalueerd worden.
- Hoe
het voorraadbeheer en de administratie zal gebeuren, inclusief een lijst
van de personen die de administratie voeren. Ook hier moet het
strafregister gecheckt en jaarlijks geëvalueerd worden. Deze personen
moeten ook een gepaste opleiding krijgen over de wetgeving.
- Een
gedetailleerde opgave van de geplande activiteiten en de verschillende
middelen.
- Indien
van toepassing, het vergunningsnummer voor experimenten op mensen of
diergeneesmiddelen.
- Waarvoor
worden mijn gegevens gebruikt?
- De
gegevens die je indient, worden enkel gebruikt voor de behandeling van
de vergunningsaanvraag.
Artikel 12
- Hoe
lang duurt de aanvraagprocedure?
- Het
FAGG beslist over de ontvankelijkheid van je aanvraag binnen één
maand na ontvangst.
- Als
je aanvraag onvolledig is, laat het FAGG dat weten en heb je één maand
om die aan te vullen. Als je dit niet doet, wordt je aanvraag afgewezen.
- Als
de aanvraag ontvankelijk is, neemt de Minister of zijn afgevaardigde
binnen één maand daarna een beslissing over het verlenen van de
vergunning.
- Kan
de procedure langer duren?
- Ja,
het FAGG kan extra informatie opvragen of een inspectie
uitvoeren. In dat geval wordt de termijn van één maand uitgesteld
totdat je de informatie hebt gegeven of het inspectierapport is
overgemaakt. Als je een vraag om informatie niet binnen één maand
beantwoordt, wordt de aanvraag geweigerd.
- Hoe
lang is een vergunning geldig?
- Een
vergunning is geldig voor de geplande duur van de activiteiten,
zoals in je aanvraag vermeld, met een maximum van drie jaar.
- Hoe
kun je een vergunning verlengen?
- Je
kunt een vergunning vernieuwen door een aanvraag in te dienen. Dit moet ten
vroegste 6 maanden en uiterlijk 3 maanden voor het verstrijken van de
huidige vergunning gebeuren.
Artikel 13
- Welke
informatie moet de vergunning bevatten?
- De
vergunning moet minimaal het volgende vermelden:
- Het
vergunningsnummer.
- De
naam van de vergunninghouder.
- Het
adres (maatschappelijke zetel of werkplek).
- Het
ondernemingsnummer (indien van toepassing).
- Het
adres van de toegelaten activiteiten.
- De
namen van de verantwoordelijke personen (Art. 9).
- De
aard van de toegelaten activiteiten.
- De
aanduiding van de middelen.
- De
vervaldatum van de vergunning.
- Eventuele
opmerkingen die de strekking van de vergunning verduidelijken.
- Hoe
wordt de vergunning afgeleverd?
- De
vergunning kan op papier of elektronisch worden verleend. Op
papier is dit op veiligheidspapier. Elektronisch moet het ondertekend
zijn met een gekwalificeerde elektronische handtekening of zegel.
Artikel 14
- Waar
moet de vergunning bewaard worden?
- De
originele vergunning moet raadpleegbaar zijn op de plaats
waar de middelen worden bewaard en waarvoor de vergunning werd toegekend.
Als de vergunning elektronisch is, moet een afschrift daar raadpleegbaar
zijn.
Artikel 15
- Wat
moet je doen als er iets verandert aan je vergunning?
- Elke
wijziging van de gegevens op je vergunning moet binnen 15 dagen
aan het FAGG worden meegedeeld. Dit gebeurt via een formulier dat je per
aangetekend schrijven opstuurt, of elektronisch met een gekwalificeerde
handtekening.
- Hoe
verloopt de procedure voor een wijziging?
- Het
FAGG beslist over de ontvankelijkheid van de wijzigingsaanvraag
binnen 15 dagen. Als de aanvraag onvolledig is, krijg je een maand
de tijd om deze aan te vullen, anders wordt ze afgewezen.
- Nadat
de aanvraag ontvankelijk is verklaard, past de Minister of zijn
afgevaardigde de vergunning binnen 15 dagen aan. Ook hier kan het
FAGG informatie opvragen of een inspectie uitvoeren, wat de termijn kan
opschorten. Een onbeantwoorde vraag binnen een maand leidt tot weigering.
- Wat
als er een verantwoordelijke persoon verandert?
- Als
de wijziging gaat over een verandering van verantwoordelijke (zoals in
Art. 9), moet er een inventaris worden opgemaakt van de voorraad
van middelen uit Bijlage I, II en IV (met uitzondering van bepaalde
preparaten). Deze inventaris moet gedateerd en ondertekend zijn door
zowel de oude als de nieuwe verantwoordelijke.
- Wat
gebeurt er met de organisatieprocedure bij een wijziging?
- De
organisatieprocedure (zie Art. 11) moet indien nodig worden
geactualiseerd en ondertekend door minstens één verantwoordelijke
persoon. Deze moet altijd beschikbaar zijn voor de bevoegde ambtenaar.
- Kan
een wijziging geweigerd worden?
- Ja,
als de wijziging leidt tot twijfels over de geschiktheid of
betrouwbaarheid van de aanvrager of verantwoordelijke, of als niet langer
aan de vergunningsvoorwaarden wordt voldaan, wordt de aanpassing van de
vergunning geweigerd.
Artikel 16
- Wat
gebeurt er bij een wisseling van apotheker-titularis of depot-titularis?
- Net
als bij een verandering van verantwoordelijke personen, moet ook hier een
inventaris worden opgemaakt van de middelen uit Bijlage I, II en
IV (uitgezonderd bepaalde preparaten). Deze inventaris moet gedateerd en
ondertekend zijn door zowel de oude als de nieuwe titularis.
Artikel 17
- Wanneer
kan een vergunning geschorst of ingetrokken worden?
- De
Minister of zijn afgevaardigde kan de vergunning schorsen of intrekken
als:
- De
vergunninghouder de verplichtingen van artikel 10 (informeren over
stopzetting, rapportage) niet nakomt.
- Er
gegronde redenen zijn om te twijfelen aan de geschiktheid en
betrouwbaarheid van de aanvrager of de verantwoordelijke, of als niet
meer aan de vergunningsvoorwaarden wordt voldaan.
Artikel 18
- Worden
er inspecties uitgevoerd?
- Ja,
het FAGG voert regelmatig inspecties uit op de plaatsen waar
activiteiten met middelen worden vergund. Dit gebeurt minstens vóór
het verlenen van een vergunning, als de plaats nog niet eerder
vergund was.
- Wat
als er onregelmatigheden worden gevonden?
- Het
FAGG kan herstelmaatregelen opleggen om de onregelmatigheden te
verhelpen. De naleving hiervan wordt gecontroleerd via een bijkomende
inspectie.
- Wat
gebeurt er bij stopzetting van activiteiten?
- Als
de activiteiten stoppen, controleert en sluit de bevoegde ambtenaar de
registers. De bewijsstukken kunnen door het FAGG worden meegenomen en
bewaard. De Minister of zijn afgevaardigde trekt de vergunning in.
HOOFDSTUK 3. - Nationale handel
Artikel 19
- Aan
wie mag een activiteitenvergunninghouder middelen leveren?
- Alleen
aan:
- Andere
vergunninghouders wiens vergunning hen toestaat deze middelen aan te
schaffen.
- Apotheken.
- Depot-titularissen
(bv. dierenartsen), maar alleen voor geneesmiddelen met een stof uit
bijlage III of geneesmiddelen uit bijlage Ic en IVc.
- Zijn
er verboden verkoopmethoden?
- Ja,
middelen uit Bijlage I, II en IV (met uitzondering van bepaalde
preparaten) mogen niet geleverd of verkocht worden met directe of
indirecte financiële of in-natura voordelen die afhankelijk zijn van
de bestelde hoeveelheid (zoals kortingen op basis van volume).
- Zijn
er regels voor levering?
- Ja,
de levering van middelen uit Bijlage IIA aan een vergunninghouder moet beperkt
zijn tot de hoeveelheid die nodig is voor het doel waarvoor de
vergunning is verleend.
- Bij
levering moet er ook op gelet worden dat de middelen niet onbeheerd
worden achtergelaten.
Artikel 20
- Welke
leveringen zijn voorbehouden aan apotheken open voor het publiek?
- De
levering van geneesmiddelen is voorbehouden aan apotheken voor:
- Het
samenstellen van een urgentietrousse (spoedgevallentas van de
arts), op vertoon van een origineel, gedateerd en ondertekend document.
- De
levering aan een titularis van een depot (bv. dierenarts), voor
geneesmiddelen met stoffen uit Bijlage I, II en IV (uitgezonderd Ic en
IVc preparaten), op vertoon van een bestelbon. De bestelbon moet
in twee exemplaren worden opgemaakt, met depotnummer, handtekening en
datum. Eén exemplaar blijft bij de apotheker, het tweede wordt na
uitvoering terugbezorgd aan de depot-titularis.
- Elektronische
bestelbonnen zijn toegestaan als ze beveiligd zijn en gebruik maken van
een gekwalificeerde elektronische handtekening of zegel.
Artikel 21
- Hoe
mag een apotheker geneesmiddelen aan het publiek afleveren?
- Dit
mag alleen op vertoon van een geldig, legaal verkregen, ondertekend en
gedateerd medisch voorschrift. Een uitzondering is er voor
geneesmiddelen die enkel Pholcodine bevatten en wettelijk zonder
voorschrift mogen worden afgeleverd.
- Wat
zijn de extra eisen voor voorschriften van bepaalde middelen?
- Voor
geneesmiddelen met stoffen uit Bijlage I, II en IV moet het medisch
voorschrift duidelijk het adres van de voorschrijver vermelden en
volledig uitschrijven: de dosis, het aantal eenheden, de posologie
(hoeveel en hoe vaak te gebruiken) en, indien van toepassing, de
behandelingsduur.
- Mogen
elektronische voorschriften gebruikt worden?
- Ja,
medische voorschriften mogen elektronisch worden opgemaakt, mits ze
voldoen aan de voorwaarden van de wet op de gezondheidszorgberoepen en
het eHealth-platform. Dit geldt ook voor voorschriften in
zorginstellingen die een compliant systeem gebruiken.
Artikel 22
- Hoe
moeten middelen geleverd worden?
- Elke
levering van middelen mag alleen gebeuren op vertoon van een bestelbon,
gedateerd en ondertekend door een persoon die hiervoor is aangewezen in
de organisatieprocedure (zie Art. 11, § 2, 3°).
- De
afnemer moet op deze bon de bestelde middelen, de hoeveelheid, de
identiteit van de leverancier en de ontvangstdatum vermelden.
- Ook
hier zijn elektronische bestelbonnen toegestaan onder beveiligde
omstandigheden.
Artikel 23
- Zijn
er speciale regels voor de bestelbonnen van Bijlage I, II en IV middelen?
- Ja,
in afwijking van Art. 22 mogen middelen uit Bijlage I, II en IV alleen
geleverd worden op vertoon van een bestelbon met een unieke code,
afgegeven door het FAGG.
- Deze
bestelbon bestaat uit een origineel (voor het FAGG) en twee
doordrukken (één voor de afnemer, één voor de leverancier).
- De
leverancier moet de originelen van de bestelbonnen maandelijks
(binnen de eerste 15 dagen) naar het FAGG sturen voor de bestellingen van
de vorige maand.
- Zijn
er uitzonderingen voor deze speciale bestelbon?
- Ja,
preparaten met een concentratie van maximaal 1 mg/ml en een maximale
inhoud van 1 ml per preparaat zijn niet onderworpen aan deze
speciale bon of elektronische registratie, zolang ze voor analytische
doeleinden worden gebruikt.
- Kan
dit systeem elektronisch worden?
- Ja,
de Minister kan regels bepalen om deze bestelbonnen te vervangen door een
elektronisch systeem waarin leveringen en ontvangsten van de
middelen uit Bijlage I, II en IV worden geregistreerd. De Minister kan
dit gebruik ook verplicht stellen.
HOOFDSTUK 4. - Traceerbaarheid en vigilantie
Artikel 24
- Wat
moet een apotheker registreren?
- De
apotheker moet de medische voorschriften voor de middelen die hij
aflevert, inschrijven in een specifiek register.
- Welke
rapporten moet een apotheker indienen bij het FAGG?
- De
apotheker moet een kwartaaloverzicht van de leveringen (zoals
bedoeld in Art. 20) naar het FAGG sturen, in de maand volgend op het
einde van elk kwartaal.
- De
Minister kan elektronische melding hiervan verplicht stellen.
Artikel 25
- Welke
administratie moet elke vergunninghouder bijhouden?
- Elke
vergunninghouder die middelen in bezit heeft, moet dagelijks, zonder
blanco's of doorhalingen, in een speciaal register de hoeveelheden
middelen inschrijven die zij verkrijgen of afstoten. Dit omvat:
- Vervaardigen,
aanschaffen, invoeren, of verkrijgen (bijvoorbeeld door weegcorrecties,
recuperatie).
- Leveren,
verkopen, of uitvoeren.
- Uitgaand
voor analyses, vernietiging, of vervaardiging van andere producten die
niet onder dit besluit vallen.
- Verliezen
tijdens vervaardiging, door weegcorrecties, of door andere
omstandigheden.
- Verliezen
door gebruik voor onderzoek en ontwikkeling (buiten klinische proeven).
- Welke
details moeten in dit register staan?
- Het
register moet ook de datum en het type transactie, de naam van
de middelen en eventueel hun gehalte aan stoffen vermelden.
- Indien
van toepassing, moet het register ook de identiteit van de leverancier of
afnemer, het unieke bestelbonnummer (Art. 23), het in- of
uitvoervergunningsnummer (Art. 31, 34), het gewicht of aantal eenheden na
vervaardiging, en het proces-verbaalnummer (Art. 46) vermelden.
- Mag
het register elektronisch zijn?
- Ja,
het register mag elektronisch worden bijgehouden, op voorwaarde
dat:
- De
gegevens beveiligd zijn tegen ongeoorloofde wijzigingen (bijvoorbeeld
door elektronische handtekening).
- Er
op elk moment een chronologisch overzicht per middel kan worden
gegenereerd.
- De
informatie op verzoek onmiddellijk elektronisch of op papier aan het
FAGG kan worden overgemaakt.
- Het
elektronische register goed beveiligd is tegen gegevensverlies.
- Als
het elektronische register niet voldoet, kan het FAGG een papieren
register opleggen.
- Wat
zijn de regels voor een papieren register?
- Elke
bladzijde moet genummerd en geparafeerd (met een paraafje als validatie)
worden door de verantwoordelijke persoon wanneer de bladzijde vol is.
- Wie
kan het register opvragen?
- De
verantwoordelijke personen (Art. 9) moeten het register geheel of
gedeeltelijk aan het FAGG overmaken op hun eerste verzoek.
- Moeten
fabrikanten extra rapporten indienen?
- Ja,
houders van een activiteitenvergunning die middelen vervaardigen, moeten
binnen één maand na het einde van elk kwartaal een kwartaaloverzicht
van hun register naar het FAGG sturen.
- Dit
overzicht moet de totale hoeveelheid van elk middel vermelden die werd
aangewend voor vervaardiging, verkregen door vervaardiging,
gerecupereerd, of verloren is gegaan.
- Kan
elektronische indiening verplicht worden?
- Ja,
de Minister kan de modaliteiten en het formaat voor elektronische
indiening bepalen en dit verplicht stellen.
Artikel 26
- Welke
jaarlijkse overzichten moeten vergunninghouders indienen?
- Uiterlijk
op 1 februari van elk jaar moeten houders van een
activiteitenvergunning aan het FAGG een overzicht meedelen van:
- De
middelen die zij op 31 december van het voorgaande jaar in bezit hadden
en nog beschikbaar waren voor de markt.
- De
middelen die gedurende dat jaar uit de voorraad zijn gegaan door
diefstal, breuk, schade, verval of vernietiging.
- Dit
gebeurt via een formulier of andere kenbaar gemaakte regels van het FAGG.
- Moet
de voorraad in verhouding zijn?
- Ja,
het volume van de bestellingen en de voorraad aan middelen moeten altijd
in verhouding staan tot de reële behoeften.
- Kan
elektronische indiening verplicht worden?
- Ja,
de Minister kan dit verplicht stellen.
Artikel 27
- Welke
schattingen moeten fabrikanten en importeurs doorgeven?
- Uiterlijk
op 1 mei van elk jaar moeten houders van een
activiteitenvergunning die specifiek vergund zijn voor vervaardiging en
invoer, een schatting doorgeven van:
- De
hoeveelheid middelen die zij het volgende jaar zullen invoeren voor de
Belgische markt.
- Indien
van toepassing, de hoeveelheid stoffen die zij het volgende jaar zullen
vervaardigen.
- Zij
moeten het FAGG ook informeren over substantiële wijzigingen in
deze schatting om internationale rapportageverplichtingen na te komen.
- Wanneer
kan een vervaardigingsvergunning tijdelijk geschorst worden?
- De
Minister kan een vervaardigingsvergunning tijdelijk schorsen als
de houder een kennelijk onevenredig grote voorraad aan middelen heeft in
verhouding tot de reële behoeften en verwachte verkoop.
Artikel 28
- Welke
resultaten moeten eindgebruikersvergunninghouders rapporteren?
- Houders
van een eindgebruikersvergunning die middelen bezitten voor analyses van
producten of menselijke stalen, zijn verplicht om dagelijks de
geanonimiseerde resultaten van elke positieve analyse door te geven
aan het Belgisch REITOX Focal Point.
- Dit
geldt voor stoffen (uitgezonderd cannabis, THC en THCA) en andere
chemische verbindingen die een vergelijkbare bedreiging vormen voor de
volksgezondheid. Dit geldt zelfs als de analyse deel is van een
gerechtelijk onderzoek.
- Kan
elektronische indiening verplicht worden?
- Ja,
de Minister kan dit verplicht stellen.
Artikel 29
- Welke
verliezen en voorvallen moeten gemeld worden?
- Verliezen
door diefstal, breuk of schade aan verpakkingen, of verliezen waarvoor
geen duidelijke verklaring is, moeten onmiddellijk aan het FAGG gemeld
worden.
- De
verantwoordelijke persoon moet het FAGG ook onmiddellijk op de hoogte
brengen van verdachte transacties en elk ander voorval dat erop kan
wijzen dat middelen voor illegale doeleinden worden gebruikt.
Artikel 30
- Hoe
lang moeten documenten en registers bewaard worden?
- Alle
documenten en registers die in dit besluit worden genoemd, moeten minimaal
tien jaar bewaard worden, gerekend vanaf het einde van het
kalenderjaar waarin de laatste verrichtingen hebben plaatsgevonden.
- Ze
moeten ook onmiddellijk beschikbaar zijn voor controle door de
bevoegde ambtenaar wanneer die erom vraagt.
HOOFDSTUK 5. - Internationale handel
Artikel 31
- Heb
je een vergunning nodig om middelen in te voeren (importeren)?
- Ja,
elke invoer van middelen is onderworpen aan een voorafgaande
invoervergunning van de Minister of zijn afgevaardigde, naast de
normale activiteitenvergunning.
- Welke
informatie moet op de invoervergunning staan?
- De
invoervergunning wordt afgeleverd op veiligheidspapier en bevat onder
andere:
- Een
uniek vergunningsnummer.
- De
naam en het adres van de invoerder en de uitvoerder.
- De
hoeveelheid en naam van de middelen (met specifieke details voor stoffen
of preparaten).
- De
uitgiftedatum en vervaldatum (maximaal 6 maanden geldig).
- Indien
van toepassing, de vermelding 'voor heruitvoer'.
- Hoeveel
exemplaren van de invoervergunning zijn er?
- De
invoervergunning bestaat uit drie exemplaren:
- Eén
origineel voor de uitvoerder (om een exportvergunning te verkrijgen in
hun land, of om de zending te vergezellen als geen exportvergunning
nodig is).
- Een
tweede voor de invoerder zelf.
- Een
derde voor eventuele controle en validatie door de bevoegde ambtenaar.
- Zijn
er uitzonderingen voor de invoervergunning?
- Ja,
een invoervergunning is niet nodig voor de invoer van:
- Preparaten
met een lage concentratie (max. 1 mg/ml en 1 ml inhoud per preparaat)
voor analytische doeleinden door een
eindgebruikersvergunninghouder.
- Kleine
hoeveelheden middelen die uitsluitend stoffen uit Bijlage IV bevatten,
voor analytische doeleinden.
Artikel 32
- Wie
vraagt de invoervergunning aan en hoe?
- De
aanvraag wordt voor elke invoer naar het FAGG gestuurd door een
apotheker-titularis, de verantwoordelijke persoon (Art. 9) of personen
die daartoe in de organisatieprocedure (Art. 11, § 2) zijn aangewezen.
- De
aanvraag moet elektronisch worden ingediend via een portaal op de
FAGG-website, tenzij de aanvrager kan aantonen dat het dringend is en
elektronische indiening tot vertraging zou leiden.
- Welke
informatie moet in de aanvraag voor een invoervergunning staan?
- Onder
andere de datum, vergunningsnummer, namen en adressen van invoerder en
uitvoerder, de naam en hoeveelheid van de middelen, en het doel van de
invoer.
- Het
FAGG kan ook een kopie van de activiteitenvergunning van de uitvoerder of
een officieel document ter bevestiging van de gegevens vragen.
- Hoe
bevestigt het FAGG de ingevoerde hoeveelheid?
- Het
FAGG bevestigt de werkelijk ingevoerde hoeveelheid op het exemplaar van
de uitvoervergunning dat zij van het uitvoerende land ontvangen. Dit kan
ook via een internationaal elektronisch systeem of elektronische
communicatie gebeuren.
Artikel 33
- Wordt
elke invoer gecontroleerd?
- Ja,
elke invoer van middelen met stoffen uit Bijlage I, II en IV is
onderworpen aan een controle door de bevoegde ambtenaar voordat de
verpakking mag worden geopend. De invoerder moet hierbij het
invoervergunningsnummer (Art. 31, § 2, 4°) aan de ambtenaar overhandigen,
die de hoeveelheden valideert, de invoerdatum noteert en het document
terugstuurt naar het FAGG.
- De
ambtenaar kan altijd middelen inspecteren, een analyse-certificaat eisen
en monsters nemen.
- Zijn
er uitzonderingen op deze controle?
- Ja,
de controle is niet verplicht voor:
- Kleine
hoeveelheden middelen uitsluitend voor analytische doeleinden.
- Middelen
die worden ingevoerd door een apotheker of een depot-titularis.
- In
deze gevallen (en bij invoer van middelen met stoffen uit Bijlage III)
moet de invoerder zelf de gegevens over de invoerdatum, werkelijk
ingevoerde hoeveelheden en een kopie van de factuur elektronisch aan het
FAGG bezorgen, uiterlijk 14 dagen na ontvangst.
Artikel 34
- Heb
je een vergunning nodig om middelen uit te voeren (exporteren)?
- Ja,
elke uitvoer van middelen is onderworpen aan een voorafgaande
uitvoervergunning van de Minister of zijn afgevaardigde, naast de
normale activiteitenvergunning.
- Welke
informatie moet op de uitvoervergunning staan?
- De
uitvoervergunning wordt afgeleverd op veiligheidspapier en bevat onder
andere:
- Een
uniek vergunningsnummer.
- De
naam en het adres van de uitvoerder en de invoerder.
- Het
volgnummer en de datum van de invoervergunning van het ontvangende land.
- De
hoeveelheid en naam van de middelen (met specifieke details voor stoffen
of preparaten).
- De
uitgiftedatum en vervaldatum.
- Hoeveel
exemplaren van de uitvoervergunning zijn er?
- De
uitvoervergunning bestaat uit vijf exemplaren:
- Eén
origineel voor op de buitenkant van het pakket.
- Een
tweede voor in het pakket.
- Een
derde voor de uitvoerder zelf.
- Een
vierde voor het FAGG om naar de bevoegde autoriteiten van het
ontvangende land te sturen ter validatie (kan ook elektronisch).
- Een
vijfde voor eventuele controle en validatie door de bevoegde ambtenaar.
- Hoe
lang is een uitvoervergunning geldig?
- De
uitvoervergunning is 3 maanden geldig vanaf de uitgiftedatum. Deze
geldigheidsduur kan worden aangepast aan de geldigheid van de
invoervergunning van het ontvangende land, met een maximum van 6 maanden.
- Zijn
er uitzonderingen voor de uitvoervergunning?
- Ja,
er is geen voorafgaande uitvoervergunning nodig voor:
- Uitvoer
in het kader van medische noodhulp door een groothandel met een
humanitair doel, mits het FAGG zo snel mogelijk achteraf op de hoogte
wordt gebracht.
- De
uitvoer van kleine hoeveelheden middelen, uitsluitend met stoffen uit
Bijlage IV, voor analytische doeleinden.
Artikel 35
- Wie
vraagt de uitvoervergunning aan en hoe?
- De
aanvraag voor elke uitvoer wordt naar het FAGG gestuurd door de
verantwoordelijke persoon (Art. 9) of personen die daartoe in de
organisatieprocedure (Art. 11, § 2) zijn aangewezen.
- De
aanvraag moet elektronisch worden ingediend via een portaal op de
FAGG-website, tenzij de aanvrager kan aantonen dat het dringend is en
elektronische indiening tot vertraging zou leiden.
- Welke
informatie moet in de aanvraag voor een uitvoervergunning staan?
- Onder
andere de datum, vergunningsnummer, namen en adressen van uitvoerder en
invoerder, de naam en hoeveelheid van de middelen.
- Welke
documenten moeten bij de aanvraag worden gevoegd?
- De
aanvraag moet vergezeld zijn van een invoervergunning uitgegeven
door het ontvangende land, of (voor middelen in Bijlage IIc en IV) een verklaring
dat de middelen geen invoervergunning vereisen (een 'verklaring van
geen bezwaar', niet ouder dan 1 jaar als er geen geldigheidsdatum op
staat). Deze verplichting geldt niet voor de uitzondering voor medische
noodhulp (Art. 34, § 5).
Artikel 36
- Wordt
elke uitvoer gecontroleerd?
- Ja,
elke uitvoer van middelen met stoffen uit Bijlage I, II en IV is
onderworpen aan een voorafgaande controle door de bevoegde ambtenaar
van het FAGG op de plaats van de activiteiten van de uitvoerder.
- De
ambtenaar kan middelen inspecteren, een analyse-certificaat eisen,
monsters nemen en zal de uit te voeren middelen verzegelen.
- Zijn
er uitzonderingen op deze controle?
- Nee,
deze controle is niet verplicht voor de uitvoer van kleine
hoeveelheden middelen die uitsluitend voor analytische doeleinden
bestemd zijn.
Artikel 37
- Hoe
moet de effectieve uitvoer gemeld worden?
- Uiterlijk
veertien dagen na de effectieve uitvoer van de middelen, moet de
uitvoerder het FAGG elektronisch (via het portaal op de FAGG-website)
informeren over de werkelijke uitvoerdatum, de werkelijk uitgevoerde
hoeveelheden en een kopie van de factuur.
Artikel 38
- Wanneer
is doorvoer toegelaten?
- Doorvoer
(vervoer door België zonder dat België begin- of eindpunt is) is alleen
toegelaten als de zending vergezeld is van een exemplaar van de uitvoervergunning
afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het uitvoerende land.
Artikel 39
- Wat
moet je doen met ongebruikte vergunningen?
- Exemplaren
van in- en uitvoervergunningen die niet zijn gebruikt voor effectieve in-
of uitvoer, moeten uiterlijk 14 dagen na de vervaldatum van de
vergunningen naar het FAGG worden teruggestuurd.
- Als
de vergunninghouder de vergunningen niet meer van plan is te gebruiken,
kan hij deze ook elektronisch annuleren via het FAGG-portaal.
HOOFDSTUK 6. - Bewaring, verpakking vervoer en
vernietiging
Artikel 40
- Hoe
moeten middelen bewaard worden?
- Iedereen
die middelen uit Bijlage I, II en IV bezit, moet deze bewaren in een speciaal
daarvoor bestemde, afgesloten ruimte met voldoende beveiliging en
garanties tegen inbraak.
- Uitzondering:
Deze regel geldt niet voor preparaten met een lage concentratie (max. 1
mg/ml en 1 ml inhoud) die voor analytische doeleinden worden gebruikt.
- Wie
mag toegang hebben tot de opslagruimte?
- Alleen
de verantwoordelijke personen (Art. 9) en de personen die daartoe in de
organisatieprocedure (Art. 11, § 2) zijn aangewezen, mogen toegang
hebben. Het aantal personen met toegang moet tot een absoluut minimum
beperkt blijven.
- Specifieke
regels voor apotheken en depots?
- Apotheken
en depot-titularissen mogen de middelen in de vergifkast bewaren.
- Toegang
voor controle?
- De
verantwoordelijke personen (of apothekers/depot-titularissen) moeten de
bevoegde ambtenaar op het eerste verzoek toegang verlenen tot de
opslagruimte of vergifkast.
- Hoe
moeten middelen uit Bijlage III bewaard worden?
- Deze
moeten bewaard worden in een ruimte die zo is ingericht dat ze voldoende
beschermd zijn tegen breuk of diefstal.
Artikel 41
- Welke
regels gelden voor verpakking tijdens transport?
- Het
is verboden om middelen te leveren, in te voeren, uit te voeren, te
vervoeren of te laten vervoeren op een andere manier dan in een
buitenverpakking met een onschendbare (intacte) sluiting.
- Uitzonderingen:
Dit geldt niet voor magistrale bereidingen (op maat gemaakte medicijnen
door de apotheker) en geneesmiddelen die al voorzien zijn van een
veiligheidskenmerk volgens de geneesmiddelenwet.
Artikel 42
- Welke
aanduidingen zijn verboden op de buitenverpakking?
- De
buitenverpakking mag geen enkele aanduiding (zoals 'verdovende
middelen' of 'psychotrope stoffen') of dubbele diagonale rode strepen
bevatten die aangeven dat het om deze middelen gaat.
- Welke
informatie moet de buitenverpakking minstens vermelden?
- Naast
de EU-regels voor classificatie en etikettering, moet de buitenverpakking
voor middelen minstens vermelden:
- De
naam van het middel.
- Voor
stoffen: het exacte gewicht van de inhoud en, indien van toepassing, het
percentage.
- Voor
geneesmiddelen met stoffen uit Bijlage I, II en IV die in België worden
verhandeld: een codenummer bepaald door het FAGG.
- Voor
middelen met stoffen uit Bijlage I, II en IV: een etiket nr. 1
(zoals in een ouder Besluit vermeld). Uitzonderingen zijn industrieel
bereide geneesmiddelen die het wettelijke afleveringsregime vermelden,
en middelen met een 'acute toxiciteit' gevarenaanduiding volgens de
EU-verordening.
Artikel 43
- Mogen
middelen via de post of pakjesdiensten worden verzonden?
- Nee,
het verzenden van middelen via post of pakjesdiensten is verboden als
de zending niet digitaal traceerbaar is.
- Moeten
middelen begeleid worden door documenten tijdens transport?
- Ja,
niemand mag middelen vervoeren zonder dat de middelen vergezeld gaan van
een document of etiket dat naam en adres van afzender en bestemmeling
vermeldt.
- Uitzondering:
Apothekers die geneesmiddelen persoonlijk aan een patiënt leveren, hebben
dit document of etiket niet nodig.
Artikel 44
- Wat
moet er gebeuren met middelen die vernietigd moeten worden?
- Iedereen
die middelen bezit die bestemd zijn voor vernietiging, moet deze onverwijld
laten vernietigen volgens de geldende afvalstoffenwetgeving.
Artikel 45
- Hoe
verloopt de vernietiging van middelen voor een
activiteitenvergunninghouder of apotheker (Bijlage I, II, IV)?
- De
vergunninghouder of apotheker moet:
- De
bevoegde ambtenaar verwittigen, die de middelen verzegelt en een
inventaris opmaakt in een genummerd en gedateerd proces-verbaal in
drievoud (één voor de ambtenaar, één voor de ophaler (Art. 47), één voor
de vergunninghouder/apotheker).
- De
ophaling en vernietiging regelen door een vergunde
activiteitenvergunninghouder, zodat de verzegelde middelen vernietigd
zijn vóór 31 december van het jaar waarin het proces-verbaal werd
opgesteld.
- Als
bewijs een kopie van het vernietigingsattest (Art. 47, 3°) aan de
bevoegde ambtenaar bezorgen.
Artikel 46
- Mag
een apotheker middelen laten vernietigen via een gecentraliseerde
ophaling?
- Ja,
in afwijking van Art. 45 kan een apotheker-titularis middelen uit Bijlage
I, II en IV die vernietigd moeten worden, laten vernietigen via een gecentraliseerde
ophaling.
- Wat
moet de apotheker doen bij een gecentraliseerde ophaling?
- De
middelen in een gesloten verpakking aanleveren.
- Aan
de verpakking een inventaris in drievoud hechten, met een
kwalitatieve en kwantitatieve omschrijving van de middelen, het adres en
vergunningsnummer van de apotheek, en de naam en datum van de
apotheker-titularis.
- Wat
zijn de verplichtingen van de organisator van de gecentraliseerde
ophaling?
- De
activiteitenvergunninghouder die de gecentraliseerde ophaling
organiseert, moet:
- Een
gedateerd ontvangstbewijs voor de gesloten verpakking(en) aan de
apotheker bezorgen.
- De
bevoegde ambtenaar verwittigen, die de gesloten verpakkingen
verzegelt na controle met de inventaris. De ambtenaar maakt een
proces-verbaal in drievoud op voor de volledige ophaling.
- De
vernietiging regelen door een vergunde
activiteitenvergunninghouder, zodat de middelen vernietigd zijn vóór
31 december van het jaar waarin het proces-verbaal werd opgesteld.
- Een
kopie van het vernietigingsattest (Art. 47, 3°) aan de bevoegde
ambtenaar bezorgen.
- De
apotheker de door de ambtenaar afgestempelde en gedateerde
inventarislijsten bezorgen.
Artikel 47
- Wat
zijn de verplichtingen van de ophaler/vernietiger?
- De
houder van de activiteitenvergunning die de middelen ophaalt of verkrijgt
voor vernietiging, moet:
- Bij
ontvangst controleren of het zegel niet is verbroken en het aantal
verzegelde recipiënten overeenkomt met het proces-verbaal.
- De
definitieve vernietiging regelen (met of zonder tussentijdse
opslag) vóór 31 december van het jaar waarin het proces-verbaal werd
opgemaakt.
- Een
vernietigingsattest leveren met vermelding van de
vernietigingsdatum en het nummer van het proces-verbaal.
Artikel 48
- Mogen
er monsters worden genomen?
- Ja,
de bevoegde ambtenaar kan te allen tijde monsters nemen.
TITEL 5. - Particulierenvergunning
HOOFDSTUK 1. - Definities en vergunningsplicht
Artikel 49
- Wie
is een 'marktdeelnemer' en 'particulier'?
- Een
marktdeelnemer is elke natuurlijke of rechtspersoon die
beroepsmatig producten of diensten op de markt aanbiedt.
- Een
particulier is elke natuurlijke persoon die geen marktdeelnemer
is.
- Wat
is een 'particulierenvergunning'?
- Dit
is de toelating die aan een particulier wordt verleend voor het bezit,
het aanschaffen en de invoer van stoffen (betaald of gratis).
Artikel 50
- Wat
mag een particulier NIET doen met stoffen?
- Een
particulier mag geen stoffen invoeren, uitvoeren, vervoeren,
vervaardigen, bezitten, verkopen, aanbieden, leveren of aanschaffen
(betaald of gratis).
- Wanneer
kan een particulier toch een vergunning krijgen?
- In
uitzondering op het algemene verbod kan de Minister of zijn afgevaardigde
een particulierenvergunning toekennen als de particulier kan
aantonen dat:
- De
stoffen enkel voor legale doeleinden zullen worden gebruikt.
- Er
geen alternatieven zijn voor deze stoffen om hetzelfde resultaat
te bereiken.
HOOFDSTUK 2. - Aanvraag, wijziging en modaliteiten van de
particulierenvergunning
Artikel 51
- Hoe
vraag je een particulierenvergunning aan?
- De
aanvraag moet gericht zijn aan de Minister of zijn afgevaardigde en per
aangetekend schrijven worden ingediend op basis van een
FAGG-formulier. Elektronische indiening met een gekwalificeerde
elektronische handtekening of zegel is ook mogelijk.
- Welke
informatie moet in de aanvraag staan?
- De
aanvraag moet, anders is die niet ontvankelijk (wordt niet behandeld):
- Je
naam, voornaam en woonplaats.
- Een
uittreksel uit je strafregister (niet ouder dan 3 maanden),
waarop alle veroordelingen volgens deze wet staan.
- De
aard en het doel van de activiteiten.
- De
stoffen waarmee de activiteiten zullen gebeuren.
- De
plaats van de activiteiten.
- Hoe
lang is een particulierenvergunning geldig?
- Een
particulierenvergunning is 3 jaar geldig vanaf de datum van
toekenning.
- Waarvoor
worden je gegevens gebruikt?
- De
gegevens worden enkel gebruikt voor de behandeling van de
vergunningsaanvraag.
Artikel 52
- Hoe
lang duurt de aanvraagprocedure voor een particulierenvergunning?
- Het
FAGG beslist over de ontvankelijkheid binnen één maand na
ontvangst.
- Als
de aanvraag onvolledig is, heb je één maand om deze aan te vullen,
anders wordt ze afgewezen.
- Als
de aanvraag ontvankelijk is, neemt de Minister of zijn afgevaardigde
binnen één maand daarna een beslissing. De termijn kan worden
opgeschort als het FAGG informatie opvraagt. Als je niet binnen een maand
antwoordt, wordt de aanvraag afgewezen.
- Hoe
kun je een particulierenvergunning verlengen?
- De
vergunning kan worden vernieuwd op aanvraag van de vergunninghouder, uiterlijk
drie maanden voor de vervaldatum.
Artikel 53
- Welke
informatie moet op de particulierenvergunning staan?
- De
particulierenvergunning moet minstens het volgende vermelden:
- Het
vergunningsnummer.
- Je
naam en woonplaats.
- De
plaats van de toegelaten activiteiten.
- De
aard van de toegelaten activiteiten.
- De
stoffen.
- De
vervaldatum.
- Eventuele
opmerkingen ter verduidelijking van de vergunning.
- Hoe
wordt de vergunning afgeleverd?
- De
vergunning kan op papier of elektronisch worden verleend. Op
papier is dit op veiligheidspapier. Elektronisch moet het ondertekend
zijn met een gekwalificeerde elektronische handtekening of zegel.
Artikel 54
- Waar
moet de particulierenvergunning bewaard worden?
- De
particulierenvergunning moet worden bewaard op de plaats waar de
activiteiten die ze dekt, plaatsvinden. Als de vergunning
elektronisch is, moet een afschrift daar bewaard worden.
- De
vergunning moet op verzoek worden voorgelegd aan de bevoegde ambtenaren.
Artikel 55
- Wat
moet je doen als er iets verandert aan je particulierenvergunning?
- Elke
wijziging van de gegevens op de particulierenvergunning moet binnen 15
dagen aan het FAGG worden meegedeeld, via een formulier per
aangetekend schrijven of elektronisch.
- Hoe
verloopt de procedure voor een wijziging?
- Het
FAGG beslist over de ontvankelijkheid van de wijzigingsaanvraag
binnen 15 dagen. Als de aanvraag onvolledig is, krijg je een maand
de tijd om deze aan te vullen, anders wordt ze afgewezen.
- Als
de aanvraag ontvankelijk is, past de Minister of zijn afgevaardigde de
vergunning binnen 15 dagen aan. De termijn kan worden opgeschort
als het FAGG informatie opvraagt. Als je niet binnen een maand antwoordt,
wordt de aanpassing van de vergunning geweigerd.
- Kan
een wijziging geweigerd worden?
- Ja,
als de wijziging leidt tot gegronde redenen om te twijfelen aan de
geschiktheid of betrouwbaarheid van de aanvrager, of als niet langer aan
de vergunningsvoorwaarden wordt voldaan, wordt de aanpassing van de
vergunning geweigerd.
Artikel 56
- Wanneer
kan een particulierenvergunning geschorst of ingetrokken worden?
- De
Minister of zijn afgevaardigde kan de particulierenvergunning schorsen of
intrekken als er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan de
geschiktheid en betrouwbaarheid van de aanvrager, of als niet langer aan
de vergunningsvoorwaarden wordt voldaan.
Artikel 57
- Wat
moet je doen bij stopzetting van activiteiten?
- Als
de activiteiten waarvoor de particulierenvergunning werd toegekend,
stoppen, moet de vergunninghouder het FAGG hiervan onverwijld op de
hoogte brengen.
- De
stoffen die je nog in bezit hebt, moeten op jouw kosten worden vernietigd
door een erkende marktdeelnemer. Je moet je particulierenvergunning
en het vernietigingsattest naar het FAGG sturen.
- De
Minister of zijn afgevaardigde trekt dan de particulierenvergunning in.
HOOFDSTUK 3. - Verplichtingen voor de marktdeelnemer
Artikel 58
- Aan
wie mag een marktdeelnemer stoffen leveren?
- Elke
in België gevestigde marktdeelnemer mag stoffen alleen leveren op vertoon
van:
- Een
particulierenvergunning, als de afnemer een particulier is.
- Een
afnemersverklaring, als de afnemer een andere marktdeelnemer is.
Artikel 59
- Wat
is een 'afnemersverklaring'?
- De
afnemersverklaring moet het (gebruiks)doel van de afgenomen stoffen
specificeren en gebeurt op basis van een FAGG-formulier.
- Bij
nieuwe afnemers moet er een kopie van de identiteitskaart van de
ondertekenaar en, bij een rechtspersoon, een kopie van de oprichtingsakte
worden toegevoegd.
- Wat
als een marktdeelnemer een verdachte transactie vermoedt?
- Als
een marktdeelnemer vermoedt dat er sprake is van een verdachte
transactie, moet hij dit onverwijld aan het FAGG melden.
Artikel 60
- Welke
documenten moet een marktdeelnemer kunnen voorleggen?
- Op
het eerste verzoek van de bevoegde ambtenaar moet de marktdeelnemer een
lijst van leveringen en bijbehorende afnemersverklaringen, of een kopie
van de particulierenvergunning, kunnen voorleggen.
TITEL 6. - Straf- en verbodsbepalingen
Artikel 61
- Wat
zijn de straffen voor overtredingen?
- Overtredingen
van dit besluit worden bestraft met de straffen die zijn voorzien in artikel
2bis van de wet van 24 februari 1921 (de 'wet' waar dit besluit onder
valt), onverminderd de straffen in het Strafwetboek. Dit geldt ook voor
de teelt van planten waaruit de middelen kunnen worden verkregen.
- Zijn
er specifieke regels voor cannabis?
- Ja,
voor de invoer, vervaardiging, vervoer, aanschaf, bezit en teelt van
cannabis (Bijlage IA) voor persoonlijk gebruik, zonder verzwarende
omstandigheden, gelden specifiek straffen uit artikel 2ter, 1° tot 3°
van de wet.
- Als
dezelfde misdrijven met cannabis worden gepleegd in een gevangenis,
jeugdinstelling, onderwijsinstelling, op de openbare weg of op een
publiek toegankelijke plaats (zonder andere verzwarende
omstandigheden), gelden de straffen uit artikel 2ter, 4° van de wet.
Artikel 62
- Wat
is verboden met betrekking tot het verkrijgen van middelen?
- Het
is verboden om middelen te verkrijgen of te proberen te verkrijgen
met behulp van valse medische voorschriften, valse aanvragen, valse
handtekeningen of enig ander bedrieglijk middel.
Artikel 63
- Wie
moet het gebruik van voorgeschreven/verkregen middelen kunnen
verantwoorden?
- Elke
arts of tandarts die middelen heeft voorgeschreven of verkregen, moet het
gebruik ervan kunnen verantwoorden tegenover de Federale Commissie
voor toezicht op de praktijkvoering in de gezondheidszorg.
TITEL 7. - Wijzigings-, opheffings- en
overgangsbepalingen en de inwerkingtreding
HOOFDSTUK 1. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Artikel 64
- Welke
eerdere besluiten worden opgeheven door dit besluit?
- Dit
besluit heft verschillende eerdere koninklijke besluiten op,
waaronder die van 31 december 1930 en 22 januari 1998 (die de regels voor
slaapmiddelen, verdovende middelen en psychotrope stoffen bevatten) en
het KB van 26 april 1989 (over benzodiazepines). Ook een ministerieel
besluit van 15 april 1949 wordt opgeheven.
Artikel 65
- Worden
andere wetten aangepast?
- Ja,
dit artikel zorgt ervoor dat verwijzingen in andere koninklijke
besluiten naar de oude, opgeheven besluiten worden vervangen door
verwijzingen naar dit nieuwe Koninklijk Besluit van 6 september 2017.
HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepalingen
Artikel 66
- Wat
gebeurt er met vergunningen die vóór dit besluit zijn toegekend?
- Vergunningen
die zijn toegekend onder de vroegere koninklijke besluiten (van 31
december 1930 en 22 januari 1998) behouden hun geldigheidsduur na
de inwerkingtreding van dit nieuwe besluit.
- Voor
de toepassing van dit nieuwe besluit worden die oude vergunningen
gelijkgesteld met de nieuwe types vergunningen:
- Een
vergunning voor de handel/beheer wordt nu een activiteitenvergunning.
- Een
vergunning voor gebruik in wetenschappelijke doeleinden wordt een eindgebruikersvergunning.
Artikel 67
- Moeten
verpakkingen meteen worden aangepast aan de nieuwe regels?
- Voor
middelen die al vergund waren vóór de inwerkingtreding van dit besluit,
hoeft de buitenverpakking niet onmiddellijk te worden aangepast
(bijvoorbeeld de regel over de rode strepen).
- De
vergunninghouder moet het FAGG binnen 5 jaar** van dit besluit,
moeten voldoen aan de bepalingen van dit besluit.
HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Artikel 68
- Wanneer
is dit besluit in werking getreden?
- Dit
besluit is in werking getreden op de datum van bekendmaking in het
Belgisch Staatsblad, namelijk 26 september 2017.
Artikel 69
- Wie
is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit?
- De
Minister bevoegd voor Volksgezondheid, de Minister bevoegd voor Financiën
en de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, elk voor hun deel,
verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit.
Dit omvat de belangrijkste punten van het Koninklijk
Besluit, artikel voor artikel, in een hopelijk begrijpelijke taal!