Inleiding tot het Decreet
Dit document, het "Decreet betreffende de rechtspositie
van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en binnen het kader van het
decreet betreffende het jeugddelinquentierecht", is een soort wet die de
rechten van jongeren regelt. Het is in 2004 opgesteld en later aangepast, onder
andere op 1 september 2019 voor zaken rond jeugddelinquentie. Het bevat
verschillende hoofdstukken over algemene bepalingen, het toepassingsgebied, je
bekwaamheid als minderjarige, je belangen en vooral je rechten.
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Bevoegdheid
- Vraag:
Waar gaat dit decreet precies over?
- Antwoord:
Dit decreet regelt zaken die belangrijk zijn voor de gemeenschap.
Het gaat over de rechten van jongeren die in aanraking komen met de
jeugdhulp, inclusief hulp in het kader van jeugddelinquentie.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 2. Definities
- Vraag:
Welke belangrijke woorden en begrippen legt dit decreet uit?
- Antwoord:
Dit artikel legt uit wat belangrijke termen in het decreet betekenen:
- Afzondering
betekent dat je in een individuele kamer verblijft waarvoor die speciaal
is ingericht, of een ander lokaal waaruit je niet zelfstandig kunt
vertrekken.
- Een
afzonderingskamer is zo'n specifieke, veilige en hoog beveiligde
ruimte.
- De
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is de Europese wet
over de bescherming van je persoonlijke gegevens, ook wel GDPR genoemd.
- Buitengerechtelijke
jeugdhulp is jeugdhulp die je krijgt zonder dat een rechter dat heeft
beslist.
- De
Commissie van toezicht is een commissie die toezicht houdt op
jeugdinstellingen.
- Context
is je sociale netwerk, zoals je familie, opvoeders en steunfiguren.
- Het
Decreet Integrale Jeugdhulp is een ander decreet uit 2013 dat over
jeugdhulp gaat.
- Een
dossier is alle informatie die systematisch over jou wordt
verzameld en bijgehouden.
- Fixatie
is elke handeling, materiaal of medicatie die je bewegingsvrijheid
beperkt of belemmert, en die je niet zelfstandig kunt opheffen.
- Gegevens
over gezondheid zijn je medische gegevens volgens de AVG.
- Een
gemeenschapsinstelling is een plek voor jongeren die met
jeugddelinquentierecht te maken hebben.
- Gerechtelijke
jeugdhulp is jeugdhulp die door een rechter wordt opgelegd.
- Jeugdhulp
is het geheel van jeugdhulpverlening, indicatiestelling en
jeugdhulpregie.
- Een
jeugdhulpaanbieder is een persoon of organisatie die jeugdhulp
aanbiedt.
- Een
jeugdhulpverlener is een persoon of team dat jeugdhulp verleent.
- Jeugdhulpverlening
is de hulp en zorg die gericht is op minderjarigen en hun familie of
leefomgeving.
- Een
jeugdhulpvoorziening is een voorziening die jeugdhulpverlening
aanbiedt.
- Een
minderjarige is iedereen die jonger is dan 18 jaar.
- Een
niet-begeleide minderjarige vreemdeling is een minderjarige
buitenlander zonder begeleiding.
- Het
Ondersteuningscentrum Jeugdzorg is een orgaan dat jeugdzorg
ondersteunt.
- Opvoedingsverantwoordelijken
zijn andere volwassenen dan je ouders die duurzaam voor je zorgen.
- Ouders
zijn de personen die het ouderlijk gezag hebben of je wettelijke
vertegenwoordiger.
- Residentiële
jeugdhulpverlening is jeugdhulp waarbij je ergens verblijft
(internaat, tehuis).
- Een
sanctie is een maatregel die genomen wordt als je je niet aan de
regels houdt, nadat de situatie is gekalmeerd. Dit is niet een sanctie
die door de jeugdrechtbank wordt opgelegd.
- Een
sector is een bepaald domein geregeld door wetgeving.
- Semiresidentiële
jeugdhulpverlening is dagopvang zonder dat je er overnacht.
- De
Sociale Dienst is de Sociale Dienst Jeugdrechtbank.
- De
Toegangspoort is een orgaan voor toegang tot jeugdhulp.
- Een
Vlaams detentiecentrum is een instelling of afdeling waar jongeren
die uit handen zijn gegeven (tot 23 jaar) verblijven.
- Een
voorziening met mandaat tot geslotenheid is het Vlaams
detentiecentrum, een gemeenschapsinstelling, of een erkende
jeugdhulpvoorziening onder toezicht van de Commissie van toezicht.
- Vrijheidsbeperkende
maatregelen zijn alle maatregelen die je keuzevrijheid,
bewegingsvrijheid of contact met de buitenwereld beperken, en die anders
zijn dan maatregelen die een jeugdrechtbank kan opleggen.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
HOOFDSTUK II: TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 3. Toepassingsgebied
- Vraag:
Op wie en op welke situaties is dit decreet van toepassing?
- Antwoord:
- Dit
decreet regelt de rechten van minderjarigen in alle contacten met
de jeugdhulp, met diensten die georganiseerd worden volgens het
jeugddelinquentierecht, met gemeenschapsinstellingen, het Vlaams
detentiecentrum en de sociale dienst.
- Het
is van toepassing vanaf het eerste contact, ongeacht hoe of door
wie dit contact is gestart.
- Sommige
artikelen gelden specifiek voor residentiële jeugdhulpverlening, gemeenschapsinstellingen
en het Vlaams detentiecentrum (Artikelen 11, §2, 12/1-12/5, 12/7,
12/9, 12/10, 14, 25 en 26).
- Andere
gelden specifiek in residentiële jeugdhulpverlening en
gemeenschapsinstellingen (Artikelen 12/8, 14/1, 14/2 en 15/2).
- Nog
andere gelden specifiek in de semiresidentiële jeugdhulpverlening,
residentiële jeugdhulpverlening en gemeenschapsinstellingen
(Artikelen 15/3 en 28-28/6).
- De
artikelen over persoonlijke bezittingen, bezoek, extern contact,
fouilleren en omgaan met afzondering en fixatie in het Vlaams
detentiecentrum vallen onder een andere wet (de basiswet van 12 januari
2005 over gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden). Dit
betekent dat sommige artikelen van dit decreet (12/8, 14/1, 14/2, 15/2,
15/3 en 28 t.e.m. 28/6) niet van toepassing zijn op het Vlaams
detentiecentrum.
- De
rechten in dit decreet gelden ook voor meerderjarigen die nog
jeugdhulp krijgen of in contact komen met diensten voor
jeugddelinquentie, behalve specifieke rechten over bekwaamheid en
bepaalde informatie (Artikelen 4, 11 §3, 22 §2 lid 2 3°, 24 §2, en 28 §2
3°).
- Dit
decreet doet geen afbreuk aan andere wetten die jongeren ruimere
rechten geven, of aan de rechten en verantwoordelijkheden van ouders of
pleegzorgers.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
HOOFDSTUK III: BEKWAAMHEID VAN DE MINDERJARIGE
Artikel 4. Bekwaamheid van de minderjarige
- Vraag:
Kan ik mijn rechten zelf uitoefenen als ik minderjarig ben?
- Antwoord:
- Ja,
je mag de rechten die in dit decreet staan zelf uitoefenen, tenzij
er andere rechten zijn voor je ouders.
- Voor
sommige rechten (zoals instemming met buitengerechtelijke jeugdhulp,
recht op contact en toegang tot gegevens) mag je deze alleen zelf
uitoefenen als je tot een redelijke beoordeling van je belangen in
staat bent.
- Jongeren
van 12 jaar of ouder worden vermoed in staat te zijn om hun eigen
belangen redelijk te beoordelen.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
HOOFDSTUK IV: BELANG VAN DE MINDERJARIGE
Artikel 5. Belang van de minderjarige
- Vraag:
Wat is het belangrijkste als er beslissingen over mij worden genomen?
- Antwoord:
Jouw belang (wat goed voor jou is) is de allerbelangrijkste
overweging en je hebt recht op passende bescherming en zorg.
- Bij
het bepalen van jouw belang wordt rekening gehouden met jouw mening
na een gesprek, zoals beschreven in artikel 16.
- Er
wordt ook gekeken naar je identiteit, je fysieke en emotionele
behoeften, het belang van je netwerk, je veiligheid en
gezondheid, je kwetsbaarheid en je ontwikkelingskansen.
- De
mening en verantwoordelijkheden van je ouders (of wettelijke
vertegenwoordigers) moeten ook gerespecteerd worden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
HOOFDSTUK V: RECHTEN VAN DE MINDERJARIGE
AFDELING 1: ALGEMENE BEPALING
Artikel 6. Algemene bepaling
- Vraag:
Gelden al deze rechten voor elke jongere?
- Antwoord:
Ja, de rechten die in dit decreet staan, gelden voor alle
minderjarigen, zonder enig onderscheid. Iedereen is gelijk.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 2: HET RECHT OP JEUGDHULP
Artikel 7. Recht op jeugdhulp
- Vraag:
Heb ik recht op jeugdhulp als ik dat nodig heb?
- Antwoord:
Ja, je hebt recht op jeugdhulp op maat, binnen wat er beschikbaar
is. Deze hulp omvat ook het afronden van de hulp en nazorg. Je hebt het
recht om zo normaal mogelijk op te groeien.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 3: RECHT OP INSTEMMING MET EN VRIJE KEUZE VAN DE
BUITENGERECHTELIJKE JEUGDHULP
Artikel 8. Recht op vrije keuze voor buitengerechtelijke
jeugdhulp
- Vraag:
Mag ik zelf beslissen of ik buitengerechtelijke jeugdhulp accepteer of
weiger?
- Antwoord:
Ja, je hebt het recht om geïnformeerd in te stemmen met jeugdhulp
waar geen rechter bij betrokken is, of om die hulp te weigeren. Let
op: Artikel 8 is niet van toepassing als dit decreet wordt toegepast
binnen het jeugddelinquentierecht.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 9. Recht op vrije keuze van jeugdhulpaanbieder
- Vraag:
Mag ik zelf kiezen welke jeugdhulpaanbieder mij helpt?
- Antwoord:
Als er meerdere aanbieders zijn die de hulp kunnen bieden die jij nodig
hebt, mag je vrij kiezen welke jeugdhulpaanbieder jou helpt en je
mag die keuze later nog veranderen. Dit geldt tenzij er specifieke
wettelijke beperkingen zijn. Let op: Artikel 9 is niet van toepassing als
dit decreet wordt toegepast binnen het jeugddelinquentierecht.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 10. Recht om de interventie van een
jeugdhulpverlener te weigeren
- Vraag:
Mag ik een specifieke jeugdhulpverlener weigeren?
- Antwoord:
- Ja,
bij buitengerechtelijke jeugdhulp mag je altijd de hulp van een bepaalde
jeugdhulpverlener weigeren, zolang de organisatie van de hulp dit
toelaat. Je weigering mag de hulp die de voorziening jou biedt, niet
in gevaar brengen.
- Als
je dit vraagt, moet je weigering schriftelijk worden vastgelegd en in je
dossier worden opgenomen. Je hebt ook het recht om een schriftelijke
uitleg van je weigering in je dossier te laten toevoegen.
- Deze
regels gelden ook voor de toegangspoort en het ondersteuningscentrum
jeugdzorg.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 4: RECHT OP INFORMATIE EN DUIDELIJKE
COMMUNICATIE
Artikel 11. Recht op informatie
- Vraag:
Op welke informatie heb ik recht en hoe moet die worden gegeven?
- Antwoord:
- Je
hebt recht op duidelijke, voldoende, begrijpelijke en ondersteunende
informatie op maat over je begeleidingstraject, jeugdhulp en alles
wat ermee te maken heeft. Dit omvat ook informatie over je rechten.
- Wanneer
je in een residentiële jeugdhulpvoorziening, gemeenschapsinstelling of
Vlaams detentiecentrum verblijft, heb je recht op een open dialoog
over waarom je daar bent, hoe het leven er georganiseerd is, en welke
regels en afspraken er zijn.
- Bij
de start van je verblijf krijg je informatie over je rechten, vooral
over:
- Je
recht om te communiceren met je vertrouwenspersoon en advocaat.
- De
rol van het personeel of de pleegzorgers.
- De
klachtenprocedures.
- In
een gemeenschapsinstelling of Vlaams detentiecentrum krijg je ook
informatie over je recht om in beroep te gaan tegen de beslissing om je
daar te plaatsen.
- Als
er cameratoezicht of andere methoden van toezicht zijn die je privacy
sterk beïnvloeden, moet je vooraf in duidelijke taal geïnformeerd worden
over hoe dit toezicht werkt, hoe lang de beelden bewaard worden en je
recht om de opnames in te zien of aan te passen.
- Voorzieningen
die vrijheidsbeperkende maatregelen toepassen, moeten de afspraken
hierover (vooral over afzondering en fixatie) met je bespreken.
- Na
de dialoog krijg je de informatie ook schriftelijk en wordt deze
regelmatig herhaald.
- Een
voorziening met mandaat tot geslotenheid (zoals een detentiecentrum)
geeft je bij opname informatie van de Commissie van Toezicht.
- In
jouw belang kan soms besloten worden om je bepaalde informatie niet
te geven. Zo'n beslissing moet gemotiveerd worden en in je dossier komen
te staan. Je vertrouwenspersoon heeft wel het recht om hierover
geïnformeerd en geconsulteerd te worden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 12. Recht op begrijpelijke en ondersteunde
communicatie
- Vraag:
Moet ik de communicatie met mijn begeleiders kunnen begrijpen?
- Antwoord:
Ja, de communicatie met jou moet in een begrijpelijke taal zijn,
aangepast aan je leeftijd, maturiteit en ontwikkeling. Als het nodig is,
moet de communicatie ook ondersteund worden. De Vlaamse Regering bepaalt
hoe dit gebeurt voor anderstalige jongeren.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 4/1: RECHT OP ONDERWIJS, TIJDSBESTEDING, VRIJE
TIJD, FYSIEKE ACTIVITEIT EN ARBEID IN DE RESIDENTIËLE JEUGDHULPVERLENING, EEN
GEMEENSCHAPSINSTELLING OF HET VLAAMS DETENTIECENTRUM
Artikel 12/1. Recht op onderwijs in de residentiële
jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Heb ik recht op onderwijs als ik ergens verblijf voor jeugdhulp?
- Antwoord:
- Ja,
als je in residentiële jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of
het Vlaams detentiecentrum verblijft, heb je recht op kwalitatief
onderwijs dat zoveel mogelijk is aangepast aan jouw behoeften.
- De
jeugdhulpvoorziening moet je, samen met je ouders of opvoeders, waar
nodig ondersteunen bij je schooltraject, bij voorkeur in een erkende
school buiten de voorziening.
- Als
onderwijs buiten de voorziening niet mogelijk is (bijvoorbeeld door een
beslissing van de jeugdrechter in een gesloten voorziening), dan moet het
onderwijs binnen de voorziening georganiseerd worden door een
erkende onderwijsinstelling. Het moet zoveel mogelijk aansluiten bij je
eerdere schoolloopbaan.
- De
voorziening moet je ook informeren over de mogelijkheden om een diploma
of getuigschrift te behalen.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 12/2. Recht op tijdsbesteding in de residentiële
jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Heb ik recht op zinvolle tijdsbesteding?
- Antwoord:
Ja, bovenop je recht op onderwijs heb je recht op een tijdsbesteding op
maat wanneer je in een residentiële jeugdhulpvoorziening,
gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum verblijft. Deze
activiteiten kunnen door de voorziening, een andere organisatie of jezelf
georganiseerd worden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 12/3. Recht op vrije tijd in de residentiële
jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Heb ik ook recht op vrije tijd?
- Antwoord:
Ja, je hebt dagelijks recht op vrije tijd. Dit kan georganiseerde
of ongeorganiseerde vrije tijd zijn. Je mag dan individueel of in groep
allerlei activiteiten doen, zoals intellectuele, culturele, sociale,
artistieke of fysieke activiteiten. Dit mag binnen of buiten de
voorziening, behalve als je in het Vlaams detentiecentrum verblijft. Deze
activiteiten moeten passen binnen je begeleidingstraject. Je hebt ook
toegang tot je eigen kamer tijdens je vrije tijd.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 12/4. Recht op fysieke activiteit in de
residentiële jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams
detentiecentrum
- Vraag:
Mag ik bewegen en buiten zijn?
- Antwoord:
Ja, je hebt recht op dagelijkse fysieke activiteit en op tijdsbesteding
in de buitenlucht als je in residentiële jeugdhulpverlening, een
gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum verblijft.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 12/5. Recht op arbeid in de residentiële
jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Heb ik recht om te werken?
- Antwoord:
Ja, je hebt recht op arbeid en de vrije keuze van arbeid, zolang
dit de Arbeidswet van 1971 volgt en de jeugdhulpaanbieder dit toelaat.
- Het
is de bedoeling dat je bij voorkeur buiten de voorziening werkt,
aangepast aan jou en je begeleidingstraject. Als de voorziening zelf werk
aanbiedt, moet dit gebeuren op een manier die lijkt op werken in de
samenleving.
- Onderwijs
en beroepsopleiding hebben voorrang op werk. Als je nog leerplichtig
bent, mag je alleen werken buiten school- of opleidingstijden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 5: RECHT OP RESPECT VOOR HET PRIVÉ- EN
FAMILIELEVEN
Artikel 12/6. Recht op respect voor de persoonlijke
levenssfeer en de bescherming van persoonsgegevens
- Vraag:
Wordt mijn privacy gerespecteerd?
- Antwoord:
Ja, je hebt recht op respect voor je persoonlijke levenssfeer. Dit
betekent onder andere:
- Een
respectvolle omgang met je politieke, filosofische, ideologische of
religieuze overtuiging, je identiteit, genderidentiteit en seksuele
geaardheid.
- Het
recht op overleg over de omstandigheden van je verblijf in een
semiresidentiële of residentiële jeugdhulpvoorziening,
gemeenschapsinstelling of Vlaams detentiecentrum.
- Je
hebt ook recht op de bescherming van je persoonsgegevens, met de
regels die in afdeling 7 over je dossier staan.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 12/7. Recht op verblijf in een gepaste,
individuele kamer in de residentiele jeugdhulpverlening, een
gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Moet mijn kamer in orde zijn?
- Antwoord:
Ja, de kamer waarin je verblijft moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Ze
moet proper zijn.
- Ze
moet in goede staat zijn.
- Er
moet ventilatie en direct daglicht zijn.
- Ze
moet aangepast zijn aan jouw noden.
- Je
mag je kamer naar eigen wensen inrichten, rekening houdend met de regels
van de voorziening.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 12/8. Recht op persoonlijke bezittingen in de
residentiële jeugdhulpverlening of een gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Mag ik mijn eigen spullen hebben en bewaren?
- Antwoord:
- Ja,
je mag over je persoonlijke bezittingen beschikken en ervoor
zorgen, en je mag ze op je eigen kamer of in een persoonlijke
opbergruimte bewaren.
- De
jeugdhulpaanbieder mag voorwerpen die de veiligheid in gevaar brengen,
verbieden en in bewaring nemen. De voorziening moet dit in het
huishoudelijk reglement beschrijven en jou hierover informeren.
- De
voorziening moet ervoor zorgen dat je een archief krijgt met
spullen en documenten die je persoonlijk toebehoren, zodat je je verblijf
kunt reconstrueren.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 12/9. Recht op eigen kleding in de residentiële
jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Mag ik mijn eigen kleding dragen?
- Antwoord:
Ja, je mag je eigen kleding en schoenen dragen. De voorziening moet
erop letten dat je kleding aangepast is aan sociale en weersomstandigheden
en moet je eventueel tijdelijk geschikte kleding aanbieden. Het
huishoudelijk reglement kan regels bevatten voor specifieke kleding bij
bepaalde activiteiten of beperkingen op het dragen van bepaalde
kledingstukken in specifieke situaties.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 12/10. Recht op hygiëne in de residentiële
jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Heb ik recht op goede hygiëne?
- Antwoord:
Ja, je hebt het recht om je persoonlijke hygiëne te onderhouden in
veilige en hygiënische omstandigheden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 13. Recht om niet van ouders gescheiden te worden
- Vraag:
Mag ik gescheiden worden van mijn ouders?
- Antwoord:
Je mag niet tegen je wil gescheiden worden van je ouders, tenzij
een rechter dit beveelt. Let op: Artikel 13 is niet van toepassing als dit
decreet wordt toegepast binnen het jeugddelinquentierecht.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 14. Recht op contact met familie in de
residentiële jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams
detentiecentrum
- Vraag:
Mag ik contact hebben met mijn familie als ik ergens verblijf?
- Antwoord:
- Als
je door een residentiële maatregel gescheiden bent van je ouders,
opvoeders, broers of zussen, heb je recht op informatie over hen
en op regelmatig, persoonlijk en rechtstreeks contact met hen. Dit
geldt niet als een rechter anders beslist.
- In
jouw belang kan de jeugdhulpaanbieder in afwachting van een rechterlijke
beslissing het contact tijdelijk stopzetten. Dit moet dan gemotiveerd
worden in je dossier.
- Gevoelige
informatie over familieleden moet op een manier worden gegeven die jouw
welzijn zo min mogelijk schaadt.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 14/1. Recht op bezoek in de residentiële
jeugdhulpverlening of een gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Heb ik recht op bezoek als ik in een voorziening verblijf?
- Antwoord:
- Ja,
je hebt recht op regelmatig bezoek van personen naar keuze zodra
je aankomt.
- De
voorziening moet de bezoekregeling in het huishoudelijk reglement bepalen
en zich inspannen om bezoek in een huiselijke sfeer mogelijk te maken. De
organisatie van het bezoek wordt afgestemd op jouw traject.
- Je
recht op bezoek kan alleen beperkt worden door:
- Een
rechterlijke beslissing, gemotiveerd in jouw belang.
- Een
beslissing van de jeugdhulpvoorziening als ze na inspanningen bezoek
niet mogelijk kan maken, de beperking alleen specifieke personen
betreft, de beslissing genomen wordt in afwachting van een rechterlijke
beslissing na individuele beoordeling en met het oog op jouw veiligheid.
- Een
beslissing van een gemeenschapsinstelling als het gaat om het handhaven
van orde of veiligheid, zonder op een rechterlijke beslissing te
wachten.
- Deze
tijdelijke opschorting (beperking) is maximaal 14 dagen geldig en kan één
keer worden verlengd. Ze moet met jou besproken worden, gekaderd in je
begeleidingstraject en gemotiveerd in je dossier. De jeugdrechter wordt
op de hoogte gebracht.
- De
organisatie van het bezoek (hoe het bezoek verloopt) kan beperkt worden
door een rechterlijke beslissing, of door de voorziening als het in het
huishoudelijk reglement staat en het de orde of veiligheid dient. Deze
beperking is ook maximaal 14 dagen geldig en kan één keer verlengd
worden.
- Het
recht op bezoek van je advocaat, klachteninstantie, jeugdmagistraten,
consulaire ambtenaren, maandcommissaris, kinderrechtencommissaris,
Zorginspectie en consulent kan nooit beperkt worden binnen de
bezoekuren.
- Als
toezicht op het bezoek nodig is voor orde en veiligheid, moet dit met maximaal
respect voor privacy gebeuren, bij voorkeur alleen visueel. Andere
vormen van toezicht mogen alleen bij geïndividualiseerde aanwijzingen en
na voorafgaande informatie. Bij bezoek van personen met beroepsgeheim
(zoals je advocaat) is alleen visueel toezicht toegestaan.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 14/2. Recht op extern contact op andere manieren
in de residentiële jeugdhulpverlening of een gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Mag ik contact hebben met de buitenwereld, zoals bellen of internet
gebruiken?
- Antwoord:
- Ja,
je hebt het recht om regelmatig te communiceren met iedereen naar
keuze. Bij aankomst in een gesloten voorziening mag je minstens je
ouders, opvoedingsverantwoordelijke en één persoon naar keuze
contacteren.
- Je
hebt ook recht op toegang tot en gebruik van internet, volgens de
regels van de voorziening en je begeleidingstraject.
- Deze
rechten kunnen beperkt worden door een rechterlijke beslissing
over communicatie met specifieke personen.
- Een
voorziening mag communicatie met een persoon verbieden als die
communicatie een ernstige bedreiging vormt voor jouw veiligheid en dit
noodzakelijk is. Een gemeenschapsinstelling kan dit ook doen voor orde of
veiligheid, zonder op een rechterlijke beslissing te wachten. Zo'n
beperking is maximaal 14 dagen geldig en kan één keer verlengd worden, en
wordt besproken en gemotiveerd.
- Je
hebt het recht om onbeperkt brieven te schrijven en post te ontvangen,
tenzij een rechter dit beperkt.
- Het
huishoudelijk reglement kan bepalen dat schriftelijke communicatie
gecontroleerd mag worden voor de veiligheid, maar de inhoud mag niet
gelezen worden.
- De
voorziening moet communicatie met je advocaat, klachteninstanties,
magistraten, consulaire ambtenaren, maandcommissaris,
kinderrechtencommissaris, Zorginspectie en consulent faciliteren
met ruime contactmogelijkheden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 15. Recht op ondersteuning bij het zoeken naar
informatie over bepaalde personen
- Vraag:
Kan ik hulp krijgen om informatie over belangrijke personen te vinden?
- Antwoord:
Ja, jij, en vooral niet-begeleide minderjarige vreemdelingen,
hebben recht op ondersteuning bij het zoeken naar informatie over
familieleden of andere belangrijke personen.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 15/1. Recht op hulpverlening en begeleiding dicht
bij de verblijfplaats
- Vraag:
Moet de hulpverlening dichtbij mijn huis zijn?
- Antwoord:
De jeugdhulp en begeleiding moet bij voorkeur zo dicht mogelijk bij
jouw verblijfplaats of die van je ouders/opvoedingsverantwoordelijken
georganiseerd worden. In jouw belang kan hiervan worden afgeweken.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 15/2. Recht om deel te nemen aan de ruimere
samenleving bij verblijf in de residentiële jeugdhulpverlening of in een
gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Mag ik meedoen aan de samenleving als ik in een voorziening verblijf?
- Antwoord:
Ja, als je in residentiële jeugdhulpverlening of een
gemeenschapsinstelling verblijft, heb je het recht om deel te nemen aan
de ruimere samenleving. De voorziening moet je volop kansen bieden om
de voorziening te verlaten, met of zonder begeleiding. Dit moet op maat
van jou gebeuren en in overleg met jou, je context en eventueel de
jeugdrechter. Dit mag de beslissingen van de jeugdrechter niet ondermijnen.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 15/3. Fouillering en doorzoeken van de kamer in
de semiresidentiële jeugdhulpverlening, de residentiële jeugdhulpverlening of
een gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Mogen mijn kleding of mijn kamer gefouilleerd/doorzocht worden?
- Antwoord:
- In
principe is fouilleren van je kleding of persoonlijke spullen, en het
doorzoeken van je kamer, verboden in semiresidentiële of residentiële
jeugdhulpverlening of in een gemeenschapsinstelling.
- Als
de voorziening vermoedt dat je voorwerpen of substanties hebt die
gevaarlijk zijn, moet er eerst een dialoog zijn met jou.
- Alleen
als die dialoog niet tot een oplossing leidt en er geïndividualiseerde
vermoedens zijn van gevaarlijke voorwerpen of substanties, mogen je
kleding of persoonlijke spullen gefouilleerd worden in een voorziening
met mandaat tot geslotenheid. Je moet hier onmiddellijk voorafgaand aan
de fouillering over geïnformeerd worden. Het moment, de omstandigheden,
de vermoedens en het resultaat moeten in je dossier worden vermeld, en
jij mag dit nalezen en becommentariëren. De naam van degene die de
fouillering uitvoerde, moet ook worden geregistreerd.
- Alleen
als de dialoog niet tot een oplossing leidt en er geïndividualiseerde
vermoedens zijn van gevaarlijke voorwerpen of substanties, mag je
kamer doorzocht worden in een voorziening met mandaat tot geslotenheid.
Je moet hierover vooraf geïnformeerd worden, en er wordt zoveel mogelijk
gestreefd naar jouw aanwezigheid bij de doorzoeking. De doorzoeking moet
gebeuren in aanwezigheid van minimaal een tweede persoon. Het moment, de
omstandigheden, de vermoedens en het resultaat moeten in je dossier
worden vermeld en met jou gecommuniceerd worden. Jij mag dit nalezen en
becommentariëren. De naam van degene die de doorzoeking uitvoerde, moet
ook worden geregistreerd.
- Als
bij fouillering of doorzoeking strafbare of gevaarlijke voorwerpen worden
gevonden, mogen deze in beslag worden genomen en bewaard, vernietigd (met
jouw toestemming) of ter beschikking gesteld van bevoegde autoriteiten
(met respect voor beroepsgeheim).
- Het
huishoudelijk reglement van de voorziening bepaalt hoe fouilleren en
doorzoeken gebeurt en wie bevoegd is.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 6: RECHT OP INSPRAAK EN PARTICIPATIE
Artikel 16. Recht op participatie
- Vraag:
Mag ik meepraten en meedoen met beslissingen over mijn hulp?
- Antwoord:
- Ja,
je hebt het recht om mee te praten en mee te beslissen (te
participeren) over hoe jouw jeugdhulp en begeleiding wordt opgezet en
uitgevoerd.
- Je
hebt het recht om zelf mee de regie over je traject in handen te
houden en om je mening vrij te uiten over alles wat met jouw
jeugdhulp te maken heeft.
- Als
je niet in staat bent om je mening te uiten, moeten er passende
maatregelen genomen worden om die te achterhalen.
- Je
mening moet, zoveel mogelijk, passend gevolgd worden, rekening
houdend met je leeftijd en maturiteit. Als je mening niet gevolgd wordt,
moet dit goed uitgelegd en in je dossier opgenomen worden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 17. Recht op periodieke evaluatie
- Vraag:
Wordt mijn hulp regelmatig gecontroleerd of die nog goed is?
- Antwoord:
Ja, je hebt recht op een regelmatige evaluatie van de jeugdhulp die
je krijgt. Dit is om te zien of de doelen van de hulp bereikt worden, in
verhouding tot de duur van de hulp. Je hebt het recht om mee te doen
aan deze evaluatie.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 18. Recht op participatie in semiresidentiële of
residentiële jeugdhulpverlening of verblijf in een gemeenschapsinstelling of
het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Mag ik met andere jongeren in de voorziening vergaderen over onze hulp?
- Antwoord:
Ja, als je in semiresidentiële of residentiële jeugdhulpverlening, een
gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum verblijft, heb je het
recht om met medebewoners te vergaderen over aspecten van de
jeugdhulp of begeleiding.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 19. Participatieregeling
- Vraag:
Hoe wordt mijn inspraak georganiseerd?
- Antwoord:
Jeugdhulpvoorzieningen moeten een regeling hebben voor jouw inspraak. Deze
regeling moet minstens aan de volgende eisen voldoen:
- Er
moet een inspraakprocedure of -orgaan zijn dat regelmatig
samenkomt en waar onderwerpen over het samenleven of je
begeleidingstraject besproken worden.
- De
inspraak moet, indien mogelijk en zeker in residentiële en
semiresidentiële voorzieningen, ook collectief (met een groep)
gebeuren.
- Elke
minderjarige die hulp of begeleiding krijgt, moet kunnen deelnemen
aan de inspraak.
- De
voorziening moet meewerken aan een systematische inspraak vanuit
gelijkwaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 19/1. Recht op een ontwikkelingsgericht
leefklimaat in de semiresidentiële en residentiële jeugdhulpverlening, een
gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Wat betekent een 'ontwikkelingsgericht leefklimaat' en heb ik daar recht
op?
- Antwoord:
- Ja,
je hebt recht op een ontwikkelingsgericht leefklimaat in de
voorziening.
- Dit
betekent dat de omgeving (fysiek en sociaal) van goede kwaliteit moet
zijn en moet zorgen voor:
- Voldoende
en noodzakelijke voorwaarden voor je fysieke en mentale gezondheid.
- Welzijn,
contact, veiligheid en persoonlijke groei.
- Je
moet behandeld worden met respect voor je integriteit en menselijke
waardigheid, je kinder- en mensenrechten en je autonomie.
- Het
leefklimaat is gericht op herstel en succesvolle deelname aan de
maatschappij.
- De
relatie tussen jou, je begeleider en de omgeving is hierin heel
belangrijk.
- Dit
leefklimaat moet georganiseerd worden in dialoog met jou en met
gedeelde verantwoordelijkheid.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 7: RECHT OP DOSSIER
Artikel 20. Recht op een dossier
- Vraag:
Heb ik recht op een dossier en hoe wordt dat bijgehouden?
- Antwoord:
Ja, je hebt recht op een dossier dat zorgvuldig wordt bijgehouden
en veilig wordt bewaard. Het opstellen, bewaren en gebruiken van je
dossier moet voldoen aan de regels voor de bescherming van
persoonsgegevens (AVG), sectorale regels en specifieke regels in dit
decreet. Als er tegenstrijdigheden zijn tussen de regels, gaan de regels
die het meest gunstig zijn voor jou voor.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 20/1. Recht op informatie over het dossier
- Vraag:
Mag ik weten welke gegevens er in mijn dossier staan?
- Antwoord:
Ja, je hebt recht op informatie over de gegevens die over jou worden
bijgehouden en met wie die gegevens gedeeld kunnen worden. De
jeugdhulpvoorziening moet een procedure hebben die uitlegt hoe informatie
wordt gedeeld.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 21. Recht op een aparte rubriek betreffende de
gezondheid
- Vraag:
Worden mijn gezondheidsgegevens apart bewaard in mijn dossier?
- Antwoord:
Ja, gegevens over je gezondheid moeten apart in je dossier worden
bijgehouden. De verwerking en toegang tot deze gegevens is onderworpen aan
de AVG en de wetgeving over de rechten van patiënten.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 22. Recht op toegang tot bepaalde gegevens en
toelichting daarbij
- Vraag:
Heb ik recht op inzage in mijn dossier en uitleg daarbij?
- Antwoord:
- Dit
artikel gaat over de gegevens in je dossier die geen
gezondheidsgegevens zijn.
- Je
hebt recht op toegang tot de gegevens die jou betreffen.
- Uitzonderingen
op inzage: Je hebt geen recht op inzage in:
- Gegevens
die door derden (personen buiten de voorziening) vrijwillig en
vertrouwelijk zijn verstrekt, tenzij zij toestemming geven.
- Documenten
die voor gerechtelijke instanties zijn opgesteld.
- Gegevens
waarover je, in jouw belang, niet bent geïnformeerd (zoals besproken in
artikel 11, §3). Je vertrouwenspersoon (artikel 24) heeft wel toegang
tot deze laatste categorie gegevens.
- Je
hebt recht op uitleg bij de gegevens waartoe je toegang hebt. Je
krijgt uiterlijk binnen 15 dagen antwoord op je verzoek tot toegang en
toelichting.
- Toegang
tot gegevens wordt meestal gegeven door inzage. Als gegevens ook
een derde betreffen en volledige inzage de privacy van die derde zou
schaden, dan krijg je toegang via een gesprek, gedeeltelijke inzage of
een rapport.
- Voor
dit artikel worden personen in je cliëntsysteem (jij, je ouders,
opvoeders, samenwonenden) als derden beschouwd ten opzichte van elkaar.
Maar voor inzage worden zij niet als derden beschouwd voor contextuele
gegevens (informatie die jou en andere personen in je cliëntsysteem
tegelijk betreft).
- Als
je het recht op toegang niet zelfstandig kunt uitoefenen (zoals in
artikel 4, §2 staat), wordt dit recht uitgeoefend door je ouders.
- Ouders
hebben geen recht op inzage in contextuele gegevens die jou en een andere
persoon dan de ouder zelf betreffen, of in gegevens waar jij bezwaar
tegen hebt gemaakt (artikel 23).
- Als
er een conflict is met je ouders of als zij het recht niet uitoefenen,
kan je vertrouwenspersoon (artikel 24) het toegangsrecht voor jou
uitoefenen.
- Documenten
die je zelf aanlevert, moeten aan je dossier worden toegevoegd als je dat
vraagt. Je hebt het recht om jouw versie van de feiten in je
dossier op te nemen.
- Je
hebt recht op een kopie van de gegevens waartoe je inzage hebt.
Als je op een andere manier toegang had, krijg je een rapport. Elk
afschrift of rapport is persoonlijk en vertrouwelijk en mag alleen voor
jeugdhulpdoeleinden gebruikt worden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 23. Recht op verzet tot toegang tot gegevens
- Vraag:
Mag ik weigeren dat bepaalde mensen in mijn dossier kijken?
- Antwoord:
Ja, je kunt je uitdrukkelijk en gemotiveerd verzetten tegen de
toegang van een persoon uit je cliëntsysteem (zoals genoemd in artikel 22,
§4) tot specifieke gegevens die jij aanwijst, zolang die niet uitsluitend
gaan over de persoon die toegang vraagt.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 8: RECHT OP BIJSTAND
Artikel 24. Recht op bijstand door een vertrouwenspersoon
- Vraag:
Mag ik me laten helpen door een vertrouwenspersoon?
- Antwoord:
- Ja,
je hebt het recht om je in alle contacten en bij het uitoefenen van je
rechten te laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Deze
persoon moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Meerderjarig
zijn (18 jaar of ouder).
- Niet
direct betrokken zijn bij je jeugdhulp of begeleiding.
- Duidelijk
door jou zijn aangewezen.
- Een
uittreksel uit het strafregister (model 2) hebben.
- De
vertrouwenspersoon moet zich altijd legitimeren en moet jouw belangen
behartigen. Je mag zoveel mogelijk in overleg met de vertrouwenspersoon
invulling geven aan diens taken. Je wijst zelf een vertrouwenspersoon
aan, die niet je ouder of wettelijk vertegenwoordiger mag zijn.
- Als
je zelf geen vertrouwenspersoon kunt aanwijzen en je ouders/wettelijke
vertegenwoordiger tegenstrijdige belangen hebben, kan de
jeugdhulpvoorziening of toegangspoort een vertrouwenspersoon aanwijzen
die voldoet aan de eerste twee voorwaarden (meerderjarig en niet direct
betrokken).
- Deze
regels gelden ook als je opvoedingsverantwoordelijke tegenstrijdige
belangen heeft en niemand het ouderlijk gezag over je uitoefent.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 9: RECHT OP GEZONDHEIDSZORG
Artikel 25. Recht op gezondheidszorg in de residentiële
jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams detentiecentrum
- Vraag:
Heb ik recht op medische zorg als ik ergens verblijf?
- Antwoord:
Ja, als je in residentiële jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling
of het Vlaams detentiecentrum verblijft, heb je recht op fysieke en
geestelijke gezondheidszorg die gelijkwaardig is aan de zorg in de
samenleving, en je hebt recht op adequate medicatie.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 10: RECHT OP EEN VRIJ BESTEEDBAAR BEDRAG
Artikel 26. Recht op een vrij besteedbaar bedrag bij
verblijf in een jeugdhulpvoorziening
- Vraag:
Krijg ik zakgeld als ik in een jeugdhulpvoorziening verblijf?
- Antwoord:
Ja, je hebt recht op een vrij besteedbaar bedrag ten laste van de
Vlaamse Overheid als je in een jeugdhulpvoorziening verblijft. De Vlaamse
Regering bepaalt hoeveel dit is en hoe het wordt toegekend.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 11: RECHT OP EEN MENSWAARDIGE BEHANDELING
Onderafdeling 1. Algemeen
Artikel 27. Recht op een menswaardige behandeling
- Vraag:
Moet ik menswaardig behandeld worden?
- Antwoord:
Ja, geen enkele minderjarige mag onderworpen worden aan een
onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Alles wat er
gebeurt, vooral de dingen die in deze afdeling staan, moet gebeuren met
respect voor jouw waardigheid.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Onderafdeling 2. Preventie- en reactiebeleid in
semiresidentiële en residentiële jeugdhulpverlening en een
gemeenschapsinstelling
Artikel 28. Preventie- en reactiebeleid in de
semiresidentiële en residentiële jeugdhulpverlening en in een
gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Hoe gaan voorzieningen om met regels en mijn gedrag?
- Antwoord:
- Elke
jeugdhulpvoorziening moet regelmatig de leefregels en afspraken
evalueren op hun nut en noodzaak, zoveel mogelijk in samenspraak met
de jongeren.
- Elke
voorziening moet een uitgewerkt preventie- en reactiebeleid
hebben. Dit beleid beschrijft hoe de voorziening omgaat met het niet
naleven van regels of met normoverschrijdend gedrag, en moet passen
binnen een ontwikkelingsgericht leefklimaat (zoals in artikel 19/1). De
voorziening moet jou hierover informeren.
- Het
reactiebeleid moet aan de volgende principes voldoen:
- De
focus ligt op dialoog, bemiddeling of herstel.
- Elk
optreden is leeftijdsadequaat en houdt rekening met jouw
ontwikkeling en persoonlijkheid.
- Er
wordt rekening gehouden met de omstandigheden en je traject, en
het gebeurt zoveel mogelijk in dialoog met jou.
- Elk
optreden is proportioneel met het gedrag, waarbij gekozen wordt
voor de minst ingrijpende maatregel.
- Elk
optreden wordt beoordeeld op zijn billijkheid (eerlijkheid).
- Elk
optreden moet jouw ontwikkeling bevorderen en geen traumatische
uitwerking hebben.
- Als
het beleid sancties bevat, moeten deze aan specifieke principes
voldoen:
- Een
sanctie kan alleen individueel worden opgelegd.
- Een
sanctie die jouw begeleidingstraject beïnvloedt, kan alleen na multidisciplinair
overleg worden opgelegd.
- Je
ouders (of opvoeders) moeten over de sanctie worden ingelicht.
- Het
huishoudelijk reglement moet de soorten sancties, wie ze oplegt, hoe ze
eindigen en de procedure voor het opleggen van een sanctie (inclusief
jouw betrokkenheid en herstel) nader bepalen.
- Opgelegde
sancties moeten in je dossier worden geregistreerd, inclusief datum en
uur van begin en einde, en de aanleiding. Deze registratie wordt
meegenomen in de regelmatige evaluatie van het preventie- en
reactiebeleid.
- Lichamelijke
straffen, geestelijk geweld, onthouding van maaltijden, collectieve
sancties, inhouden van zakgeld, afzondering, fixatie en (tenzij een
rechter anders beslist) onthouding/beperking van bezoekrecht en
overplaatsing naar een andere voorziening of leefgroep zijn verboden
als sanctie.
- Na
een optreden of sanctie moet er een nabespreking met jou
plaatsvinden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Onderafdeling 3. Preventie van afzondering en fixatie in
de semiresidentiële en residentiële jeugdhulpverlening en in een
gemeenschapsinstelling
Artikel 28/1. Preventie van afzondering en fixatie in de
semiresidentiële en residentiële jeugdhulpverlening en in een
gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Wat zijn de regels rond afzondering en fixatie?
- Antwoord:
- Het
gebruik van afzondering en fixatie moet zoveel mogelijk vermeden
worden.
- Afzondering
of fixatie als sanctie is verboden.
- Afzondering
of fixatie als collectieve maatregel is verboden; het moet altijd
gebaseerd zijn op een individuele beoordeling. Een uitzondering hierop is
in een gemeenschapsinstelling, waar afzondering 's nachts en in
alarmsituaties collectief mag worden gebruikt om veiligheidsredenen.
- Elke
voorziening moet een beleid ontwikkelen over het voorkomen en afbouwen
van vrijheidsbeperkende maatregelen, inclusief het gebruik van
afzondering en fixatie. Jongeren en ouders moeten betrokken worden bij de
ontwikkeling van dit beleid, en jij moet erover geïnformeerd worden.
- Is
dit artikel in voege? Nee, dit artikel treedt pas in werking op 7 mei
2027.
Artikel 28/2. Voorwaarden voor afzondering en fixatie om
de veiligheid te herstellen bij acuut en ernstig gevaar voor de fysieke of
psychische integriteit van de minderjarige of andere personen, in de
semiresidentiële en residentiële jeugdhulpverlening en een
gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Onder welke strenge voorwaarden mag afzondering of fixatie worden gebruikt
bij direct gevaar?
- Antwoord:
Afzondering of fixatie is in principe verboden, zelfs met jouw instemming
of die van je ouders, tenzij aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Het
wordt alleen gebruikt als laatste redmiddel, als andere manieren
om het gevaar af te wenden niet werken.
- De
maatregel duurt zo kort mogelijk en stopt zodra het acute en
ernstige gevaar voorbij is.
- De
toepassing is op maat van jou en zoveel mogelijk afgestemd met
jou, je ouders en opvoeders, en de situatie, volgens afspraken die vooraf
in je dossier zijn gemaakt (artikel 28/4).
- Tijdens
de maatregel blijft men zoeken naar minder ingrijpende alternatieven
en de maatregel wordt uitgevoerd zoals vooraf afgesproken in je dossier
(artikel 28/4).
- Mechanische
fixatie bij jongeren onder de 12 jaar is verboden. Mechanische
fixatie betekent fixatie met hulpmiddelen die aan jou zijn bevestigd en
die je niet zelf kunt verwijderen (hulpmiddelen voor
houdingsondersteuning vallen hier niet onder, tenzij ze misbruikt
worden).
- Gelijktijdig
afzondering en fixatie wordt zoveel mogelijk vermeden.
- Passende
maatregelen moeten worden genomen voor nodige medische zorg.
- De
hulpverlener of begeleider heeft regelmatig contact met jou
tijdens de maatregel, gericht op je welzijn.
- Je
hebt tijdens de maatregel de mogelijkheid om heen en weer te
communiceren met een hulpverlener of begeleider.
- Is
dit artikel in voege? Nee, dit artikel treedt pas in werking op 7 mei
2027.
Artikel 28/3. Voorwaarden voor afzondering en fixatie om
de veiligheid te behouden bij potentieel gevaar, ter preventie van acuut en
ernstig gevaar of voor afzondering en fixatie ter bevordering van
ontwikkelings- of ontplooiingskansen van de minderjarige of anderen, in de
semiresidentiële en residentiële jeugdhulpverlening en een
gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Onder welke voorwaarden mag afzondering of fixatie worden gebruikt om
veiligheid te behouden of mijn ontwikkeling te bevorderen?
- Antwoord:
Afzondering of fixatie is in principe verboden, tenzij aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
- Jij
(als je ouder dan 12 bent en je belangen kunt beoordelen, zie artikel 4,
§2) stemt ermee in, of als je dit niet kunt, stemmen je ouders ermee in.
- De
maatregel wordt ingezet als laatste redmiddel na het uitproberen
van alle andere opties.
- De
toepassing is op maat van jou en zoveel mogelijk afgestemd met
jou, je ouders en opvoeders, en de situatie.
- Tijdens
de maatregel blijft men zoeken naar minder ingrijpende alternatieven
en de maatregel wordt uitgevoerd zoals vooraf afgesproken in je dossier
(artikel 28/4).
- Passende
maatregelen moeten worden genomen voor nodige medische zorg.
- De
hulpverlener of begeleider heeft regelmatig contact met jou
tijdens de maatregel.
- Je
hebt tijdens de maatregel altijd de mogelijkheid om heen en weer te
communiceren met een hulpverlener of begeleider.
- Is
dit artikel in voege? Nee, dit artikel treedt pas in werking op 7 mei
2027.
Artikel 28/4. Recht op individuele preventie van en
afspraken over afzondering en fixatie in de semiresidentiële en residentiële
jeugdhulpverlening en een gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Wordt er vooraf met mij gesproken over afzondering en fixatie en wat er in
mijn dossier komt?
- Antwoord:
- Ja,
in je dossier moet, na overleg met jou, je ouders en opvoeders, staan
welke preventieve acties en alternatieven voor afzondering of
fixatie kunnen worden ingezet. Ook jouw voor- en afkeuren als afzondering
en fixatie overwogen wordt, en hoe je ouders worden geïnformeerd, moeten
erin staan.
- Het
gebruik van de maatregel moet door de voorziening in het dossier worden
gemotiveerd.
- Na
elke afzondering of fixatie volgt een nabespreking met jou, en
volgens de afspraken in je dossier, ook met je ouders en de aanwezige
medebewoners. Deze nabespreking moet in verhouding zijn met de genomen
maatregel.
- Is
dit artikel in voege? Nee, dit artikel treedt pas in werking op 7 mei
2027.
Artikel 28/5. Plaats van afzondering in de
semiresidentiële en residentiële jeugdhulpverlening en in een
gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Waar mag ik afgezonderd worden?
- Antwoord:
- Als
afzondering wordt gebruikt om de veiligheid te herstellen bij acuut en
ernstig gevaar (zoals in artikel 28/2), mag alleen een speciale
afzonderingskamer worden gebruikt. Deze kamer moet voldoen aan
specifieke voorwaarden:
- Speciaal
ontworpen voor afzondering en alleen daarvoor gebruikt.
- Veilige
en rustgevende omgeving.
- Mogelijkheid
tot fysieke nabijheid op maat van de minderjarige.
- Alleen
bevoegd personeel mag erin kijken en binnenkomen.
- Je
moet direct contact kunnen opnemen en heen en weer kunnen communiceren
met een hulpverlener of begeleider.
- Als
afzondering wordt gebruikt om veiligheid te behouden, gevaar te voorkomen
of ontwikkeling te bevorderen (zoals in artikel 28/3), dan wordt ook de
afzonderingskamer gebruikt.
- Afzondering
mag alleen op je eigen kamer plaatsvinden als dit in je dossier is
opgenomen (conform artikel 28/4). De keuze van de kamer hangt af van jouw
noden. Als de mate van agressie of escalatie afzondering in je eigen
kamer niet toelaat, gebeurt de afzondering in de speciale
afzonderingskamer.
- In
uitzonderlijke gevallen van collectieve afzondering (zoals in artikel
28/1, §1), gebeurt dit op je eigen kamer.
- Is
dit artikel in voege? Nee, dit artikel treedt pas in werking op 7 mei
2027.
Artikel 28/6. Recht op registratie van afzondering en
fixatie in de semiresidentiële en residentiële jeugdhulpverlening en een
gemeenschapsinstelling
- Vraag:
Wordt afzondering of fixatie geregistreerd?
- Antwoord:
- Ja,
na elke uitgevoerde afzondering of fixatie (zoals in artikel 28/2) moeten
de volgende zaken in je dossier worden opgenomen:
- Het
type maatregel.
- De
omstandigheden, de reden en de alternatieven die geprobeerd zijn.
- Het
begin- en eindtijdstip.
- Afwijkingen
van afgesproken maatregelen in je dossier.
- Eventuele
verwondingen bij jou of het personeel.
- Jouw
eventuele opmerkingen over hoe de maatregel verliep.
- Tijdstippen
van en observaties tijdens het toezicht en de momenten van communicatie
met jou.
- De
nabespreking.
- De
naam van de verantwoordelijke die de maatregel heeft opgestart of
bevestigd, moet ook geregistreerd worden.
- Deze
gegevens worden gebruikt om het beleid over preventie van
vrijheidsbeperkende maatregelen te verbeteren en de kwaliteit van de zorg
te verhogen.
- Voorzieningen
mogen deze gegevens onderling uitwisselen voor intervisie, om het gebruik
van afzondering of fixatie te verminderen.
- De
Vlaamse Regering kan deze gegevens verwerken om het beleid te evalueren.
- De
gegevens worden bewaard zolang je dossier wordt bewaard.
- Is
dit artikel in voege? Nee, dit artikel treedt pas in werking op 7 mei
2027.
AFDELING 12: KLACHTRECHT
Artikel 29. Klachtrecht
- Vraag:
Waar kan ik een klacht indienen?
- Antwoord:
Je hebt het recht om klachten te formuleren bij een jeugdhulpvoorziening,
diensten van het jeugddelinquentierecht, de toegangspoort of het
ondersteuningscentrum Jeugdzorg over:
- De
inhoud van je begeleiding en hoe die wordt aangeboden.
- De
leefomstandigheden in residentiële of semiresidentiële
jeugdhulpverlening, een gemeenschapsinstelling of het Vlaams
Detentiecentrum.
- Het
niet naleven van de rechten die in dit decreet staan.
- De
klachtenbehandeling verloopt volgens de regels die gelden voor de
specifieke instantie waar je de klacht indient.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
AFDELING 13: OPLEIDING, VORMING, INFORMEREN EN
SENSIBILISEREN VAN HULPVERLENING, BEGELEIDING EN MINDERJARIGEN EN OUDERS
Artikel 29/1. Recht op kwalitatieve en deskundige
jeugdhulpverlening of begeleiding
- Vraag:
Heb ik recht op goede en professionele hulp?
- Antwoord:
Ja, je hebt recht op zo kwalitatief en deskundig mogelijke
jeugdhulpverlening of begeleiding. De jeugdhulpvoorziening moet ervoor
zorgen dat je begeleid wordt door voldoende opgeleid, multidisciplinair en
divers personeel. Elk professioneel optreden moet worden uitgevoerd door
personen die speciaal en doorlopend zijn opgeleid over jeugdhulp, de
rechten van kinderen en jongeren, inclusief dit decreet.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 29/2. Vorming en sensibilisering over de rechten
- Vraag:
Zorgt de Vlaamse Regering ervoor dat iedereen mijn rechten kent?
- Antwoord:
De Vlaamse Regering moet initiatieven nemen om het personeel van
jeugdhulpaanbieders en andere betrokken diensten op te leiden, en om jou,
je ouders en opvoeders te informeren en bewust te maken van je rechten.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
HOOFDSTUK VI: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 30.
- Vraag:
Wat staat er in Artikel 30?
- Antwoord:
De inhoud van Artikel 30 wordt niet gegeven in de bronnen.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 31. Overeenstemming van sectorale regelgeving
- Vraag:
Moeten andere regels ook aan dit decreet aangepast worden?
- Antwoord:
Ja, na de inwerkingtreding van dit artikel moet de Vlaamse Regering ervoor
zorgen dat andere regels binnen de jeugdhulp, het jeugddelinquentierecht
en de sociale dienst in lijn worden gebracht met dit decreet.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 1 juli 2004 .
Artikel 32.
- Vraag:
Wat staat er in Artikel 32?
- Antwoord:
De inhoud van Artikel 32 wordt niet gegeven in de bronnen.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 1 juli 2004 .
Artikel 32/1. Evaluatie van de Vlaamse Regering
- Vraag:
Wordt dit decreet regelmatig gecontroleerd?
- Antwoord:
Ja, elke drie jaar moet de Vlaamse Regering een evaluatieverslag
van dit decreet, inclusief een evaluatie vanuit het perspectief van de
gebruikers (zoals jij), indienen bij het Vlaams Parlement.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024.
Artikel 33. Inwerkingtreding
- Vraag:
Wanneer is dit decreet precies van kracht geworden?
- Antwoord:
Dit decreet moest uiterlijk op 1 juli 2006 van kracht worden,
behalve Artikelen 31 en 32 die al op 1 juli 2004 in werking traden
. Zoals je zag bij de individuele artikelen, zijn veel delen op 17 mei
2024 geüpdatet en in voege getreden, en sommige delen (over afzondering en
fixatie) zullen pas op 7 mei 2027 in voege treden.
- Is
dit artikel in voege? Ja, sinds 17 mei 2024 (voor de huidige versie) .